Beste lezers, Wij verhelen niet dat we als dwarsliggers koele minnaars zijn van de manier waarop België momenteel georganiseerd is en functioneert. Maar precies daarom willen wij alle lezers die België wel fijn vinden een superzonnige 21 juli wensen. Aan de vooravond van de nationale feestdag interviewde Knack de 87-jarige historicus Lode Wils. Voor wie België lief heeft zoals Wils, zal zijn verklaring dat België binnenkort ophoudt met te bestaan, wellicht geschokt hebben. Hij herinnert zich dat hij koude rillingen kreeg bij het aanhoren van de ‘Brabançonne’ en betreurt dat het volkslied vandaag nauwelijks nog iemand beroert. Op de nationale feestdag wordt in veel landen traditiegetrouw een militair defilé georganiseerd. Een duidelijke aanwijzing dat de veiligheid van de Natie één van de belangrijkste opdrachten is van een nationale overheid. Sinds enige tijd is het defilé (heel terecht) uitgebreid en worden ook alle veiligheidsdiensten, politie, reddingsdiensten en hulpverleningsorganisaties publiek geëerd. Nadien vertrekken onze machthebbers met gezwinde spoed in verlof, al wordt dit voor enkelen moeilijk nu het (on)veiligheidsniveau nog altijd op het één na hoogste niveau staat. Twee ontwikkelingen inzake veiligheid baren de dwarsliggers zorgen: Het lijkt er sterk op dat het patriottisme van onze beleidsverantwoordelijken zich beperkt tot ‘wat moet dat kosten?’. Precies alsof we ‘veiligheid’ kunnen kopen zonder dat de bevolking enige individuele prestatie moet leveren, laat staan erbij betrokken wordt. Het inzetten van anoniem belastinggeld (= ieders en dus niemands geld), zonder zelfs goed te weten waaraan we dat geld het best kunnen besteden. Tegelijk stellen we vast dat we niet eens meer (willen) weten waarom en door wie onze veiligheid in gevaar wordt gebracht. In naam van onze eigen waarden wordt ons voorgehouden dat we deze niet meer mogen verdedigen. Dank zij de perverse rol die onze media daarin spelen en de bevolking bewust misleiden, moeten we zonder er ook maar één vraagteken bij te plaatsen aannemen wie onze vijand is en wie onze vriend. Deze laatste bekommernis werd op een zeer interessante manier vertolkt door de Nederlandse gewezen militair attaché te Moskou, Harry van der Horst, die daarom het hoofdartikel voor deze speciale editie levert. Nog even een niet onbelangrijke anekdote: Wanneer een diplomaat door zijn terreinkennis een afwijkende mening heeft van wat men ‘verwacht’ bij Buitenlandse Zaken (idem Defensie voor de defensieattaché), verdenkt men hem/haar ervan te lijden aan het Stockholm syndroom. Zo was het duidelijk dat de ambassadeur (nochtans van socialistische strekking) in Wenen heel wijselijk zijn mening over de partij van Jorg Haider (die veel milder was dan deze van buitenlandminister Louis Michel) voor zich hield, terwijl ik, onervaren als ik was, dat niet deed. Met als gevolg dat ik een dringende telefoon kreeg van de stafchef defensie die mij aanraadde om mij gedeisd te houden, ‘want anders zou de minister mij terugroepen’. Waarom dan nog geld uitgeven aan diplomaten en hun terreinkennis, wanneer het toch maar poppetjes zijn die mogen dansen naar de pijpen van vooringenomen regeringsleden? Nog veel leesplezier, vanwege de Dwarsliggers Rusland en het Westen, wat kun je er nog over zeggen? De kwaliteit van het discours in het Westen over Rusland Het debat over de relatie tussen de Russische Federatie en het Westen verloopt de afgelopen jaren ´bij ons´ (in het Westen) in wisselende mate van intensiteit, maar is sinds de crash van vlucht MH17 op 17 juli 2014 zo goed als dagelijks onderwerp van publicaties en reportages. Deze grote aandacht garandeert echter niet altijd dat de analyses erg objectief en volledig zijn. Opvallend daarbij is dat het debat in het Westen in toenemende mate wordt gedomineerd door analisten uit de Angelsaksische landen, de voormalige Warschaupactlanden en ex-satellietstaten van de voormalige Sovjet-Unie. Kenmerkend daarbij is de selectieve wijze van informatievoorziening en een niet geringe mate van sarcasme die andersdenkenden ten deel valt. En dat is een slechte zaak: hierdoor wordt de publieke opinie op een te negatieve manier beïnvloed en een zinvolle gedachtewisseling als basis voor een verantwoorde politieke besluitvorming geblokkeerd. Een ander kenmerk is de wijze van analyseren, die dikwijls te wensen overlaat. De actualiteit wordt rechtstreeks vergeleken met gebeurtenissen uit het verleden en met parallelle redeneringen en extrapolatie wordt een toekomst geschilderd die onvermijdelijk en zeer ongewenst is, tenzij het Westen zo snel mogelijk letterlijk alle middelen inzet om het onheil te keren. Nu is extrapoleren al gauw een speculatieve zaak en zou dus met het nodige voorbehoud dienen te geschieden, maar die terughoudendheid is vaak ver te zoeken. De parallelle redeneringen betreffen geregeld vergelijkingen van de Russische president Poetin met grote dictators uit de wereldhistorie. Ik noem hier geen namen; de lezer kent ze. Op de conclusies die op deze wijzen van analyseren worden gevonden valt dus wel wat af te dingen. De gevolgen van dit gebrekkige discours kunnen groot zijn, dus wil ik het niet uitsluitend aan politici, wetenschappers en beroepsmatige opinievormers overlaten. In dit artikel zal ik enige aanvullingen naar voren brengen vanuit de (militaire) praktijk, gezond verstand en mijn eigen kennis van de gang van zaken in Rusland. Mijn bedoeling daarbij is niet zozeer om de genoemde analisten per se tegen te spreken, maar meer om een bijdrage aan de volledigheid en de nuance van het debat te leveren. Vanwege de leesbaarheid is het niet mijn pretentie om een compleet werkstuk te presenteren, dus de lezer moet geen uitgebreid notenapparaat met verwijzingen, cijfers en grafieken verwachten. Bijna alles is echter verifieerbaar, eventueel via mij (This email address is being protected from spambots. You need JavaScript enabled to view it.). Historie De relatie tussen Rusland/de Sovjet-Unie/de Russische Federatie (RF) enerzijds en het Westen anderzijds is nooit gemakkelijk geweest. Rusland heeft zichzelf door de eeuwen heen beschouwd als een grootmacht, met extra rechten in de wereldpolitiek en verlangt dat de rest van de wereld zijn fundamentele geopolitieke rechten ook erkent. De belangrijkste concrete doelen zijn daarbij de volgende. Rusland mag niet omsingeld worden door vijandige staten, waarbij een bufferzone tussen Rusland en met name het Westen herhaling van historisch onheil (zoals de Franse en Duitse invallen) moet voorkomen; de ‘omsingelingsangst’. Rusland streeft naar het verkrijgen en behouden van ijsvrije havens. Dat deze eisen niet alleen onderdeel vormen van de Russische internationale politiek, maar ook gedragen en logisch gevonden worden in brede lagen van de bevolking is mij duidelijk geworden tijdens mijn werkzaamheden en verblijf in de Sovjet-Unie/RF. Men toont zich daarbij niet erg gevoelig voor wat de publieke opinie in het Westen daarvan vindt. Na de val van de muur in 1989 heeft het Westen zich opgesteld als winnaar van de Koude Oorlog en het beschouwde de Sovjet-Unie/RF en haar Warschaupact als de verliezers. Het gevaar uit het Oosten was voorgoed afgewend en gestimuleerd door de gedachten van de Amerikaanse socioloog, politicoloog en filosoof Francis Fukuyama groeide de algemene gedachte in het Westen dat het einde van de Koude Oorlog ook het einde van de ideologische evolutie van de mensheid was en dat de westerse liberale democratie als ultieme vorm van regeren kan worden beschouwd. De semidemocratische en super kapitalistische veranderingen in het Oostblok werden in het Westen dan ook met gejuich begroet. Het Westen was niet serieus geïnteresseerd in Russische eisen en wensen op het gebied van herinrichting van de internationale betrekkingen, maar bij mijn beste weten heeft men in de RF nooit overwogen om invloed in het ‘nabije buitenland’ af te staan. De successievelijke, niet-geheime Russische militaire doctrines en beleidsdocumenten over de buitenlandse politiek wijzen eerder op het tegendeel. De oprichting van de Gemenebest van Onafhankelijke Staten (GOS) is het duidelijkste bewijs dat men zoveel mogelijk van de voormalige Sovjet-Unie wilde redden. Ook de in het Westen veelgeroemde Gorbatsjov had al met president Reagan afspraken gemaakt over de Russische aanspraken op zijn eigen invloedssfeer in dat ´nabije buitenland´ (tevergeefs, zoals later bleek). Jeltsin heeft bij voortduring gewaarschuwd dat het inlijven van de Baltische staten bij NAVO en EU onacceptabel voor hem was. Poetin deed hetzelfde. Zoals hij ook protesteerde bij de NAVO-discussie over het plaatsen van een antiraketsysteem met toebehoren tegen ‘schurkenstaten’ in Polen en Tsjechië. Het Westen reageerde met NAVO- en EU-uitbreiding en het uitnodigen van Oekraïne en Georgië om lid te worden van de NAVO (via een zekere procedure die enige tijd in beslag zou nemen, maar toch …). Nu hoeft daar natuurlijk niets mis mee te zijn, maar het mag geen verbazing wekken als de Russen dan teleurgesteld zijn, to put it mildly. Russische militaire acties en interventies in de Noord-Kaukasus (Tsjetsjenië, Ingoesjetië, Dagestan), Georgië (Zuid-Ossetië, Abchazië, Adzjarië) en Oekraïne werden in het Westen niet op waarde geschat en de Westerse reacties waren niet adequaat. De weigering van de RF om in te stemmen met een vernieuwde versie van het Verdrag inzake Conventionele Strijdkrachten in Europa (CSE-verdrag) werd niet begrepen. (In mijn wapenbeheersingstijd - in de jaren negentig - heb ik zakelijke gesprekken moeten voeren met opperofficieren, die het verschil niet wisten tussen het CSE-verdrag en de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa - OVSE). De RF heeft echter nooit een geheim gemaakt van haar ambities en aanspraken, zoals hierboven genoemd en heeft zich, geheel in lijn daarmee, na de Koude Oorlog consequent en openlijk verzet tegen de unipolaire wereld onder leiding van de supermacht Amerika. Het politieke Westen en de NAVO hadden destijds geen aandacht voor Russische gevoeligheden en waren duidelijk met andere zaken bezig, zoals het besteden van het ‘vredesdividend’ en de bewapening van de VN-troepen in Joegoslavië, die niet provocerend mocht zijn. En het zwartepieten, toen het daar uit de hand gelopen was. Ik bedoel dit niet sarcastisch; het is een eenvoudige constatering van feiten. Beelden van het fenomeen ‘Poetin’ Ik zal hierna een aantal beschuldigingen van veel analisten aan het adres van de regering van Rusland adresseren. Deze regering wordt geregeld aangeduid als ‘het Kremlin’, of in de persoon van de president (in de Nederlandse spelling: ‘Poetin’). Het demoniseren van de persoon Poetin lijkt hoofdzakelijk gebaseerd te zijn op selectief gebruik van informatie en hopelijk zal uit mijn betoog blijken dat Poetin gewoon een echte Rus is. Poetin de dictator. Primair is daar de constatering dat Vladimir Vladimirovitsj Poetin een dictator is. Ook wel badinerend in het Westen ‘Tsaar Poetin’ of ‘Poetin de Grote’ genoemd. Ik vraag mij echter af of er ooit een goede reden is geweest om te veronderstellen dat hij géén dictator zou zijn. Misschien hadden wij in het Westen gehoopt dat de Russische leiders na 1989 zich zouden spiegelen aan aan grote democratische leiders, maar daarvoor is nooit aanleiding geweest. Toen ik in 1991 voor het eerst voet zette in de Sovjet-Unie (in Moskou en Bjelaya Tserkov/Oekraïne), liep de in het Westen gevierde president Gorbatsjov al politiek op zijn laatste benen. Zijn leiderschap brokkelde af en populair was hij bij zijn eigen Russische volk sowieso nooit geweest. Een kleine negen maanden later verbleef ik weer enige tijd in Moskou, dat inmiddels de hoofdstad van de Russische Federatie was geworden, onder president Jeltsin. Gorbatsjov was al vergeten en Jeltsin werd al niet meer serieus genomen. De chaos die Jeltsin in de negentiger jaren heeft laten ontstaan zou rond de eeuwwisseling al hebben kunnen leiden tot het uiteenvallen van de RF in zeven zelfstandige staten. In de internationale media in Moskou circuleerde in 1999 al een geografische weergave van de situatie nadat de RF uit elkaar zou zijn gevallen. Poetin heeft doelgericht en openlijk het centrale gezag herbevestigd (de ‘verticaal’). Desgevraagd heeft hij in 2000 al op persconferenties aan Westerse journalisten uitgelegd dat het centralistische bestuursmodel de enige werkbare optie voor Rusland was en is. Het gigantisch grote Rusland heeft dus zijn zoveelste dictator voortgebracht, maar vanwaar onze westerse grote morele verontwaardiging? De geschiedenis van het Tsarenrijk en de Sovjet-Unie geeft toch weinig aanleiding tot het verwachten van een staat die niet wordt geleid door een dictator? Poetin de KGB-er. Een gevoelig punt, vooral bij veel Angelsaksische opiniemakers. Daarbij wordt gemakshalve ongenoemd gelaten dat bijvoorbeeld de voormalige Amerikaanse president George Herbert Walker Bush al in 1959 CIA-agent was en in die hoedanigheid in 1961 was betrokken bij de invasie in de Varkensbaai. Hoelang hij als agent werkzaam is gebleven is niet bekend, maar volgens een officieel memo werkte hij nog in 1963 voor dit agentschap. En verder was hij in 1976 en 1977 de directeur van de CIA. Vanzelfsprekend zijn er altijd verschillen met Poetin, maar toch lijkt het mij voor de objectieve beeld- en besluitvorming niet nuttig om selectief en eenzijdig te blijven hameren op het verleden van Vladimir Vladimirovitsj. Overigens had Poetin meer loyaliteiten waarmee hij rekening hield toen hij als onbeduidende en onbekende ambtenaar aan zijn premierschap begon in augustus 1999, om vervolgens waarnemend president te worden op 31 december van dat jaar. Dat waren zijn Petersburgs partijmilieu en de kliek rond Jeltsin (‘De Familie’). Ongetwijfeld zijn de prioriteiten bij Poetin sindsdien gaan schuiven, maar van zijn nostalgie voor de tijd dat de Sovjet-Unie een erkende wereldmacht was heeft hij vanaf het allereerste begin geen geheim gemaakt. Lees zijn ‘biografie’ uit 2000: ‘Eerste Persoon’. In dat lange interview zegt Poetin dit letterlijk, dus al tijdens zijn campagne om in mei 2000 tot president te worden gekozen. Daarmee vertolkte hij de opinie van het overgrote deel van het Russische volk. In het Westen werd er echter niet naar geluisterd en Poetin/het Russische volk werden niet serieus genomen. Poetin de manipulator. Poetin zou machtspolitiek bedrijven en de media manipuleren. Hier rijst de vraag waarom er ooit verondersteld is dat hij dat niet zou doen. What’s new? De toespraak van Colin Powell voor de VN Veiligheidsraad in februari 2003 over de bewijzen dat er banden waren tussen Saddam Hoessein en Al Qaida, is m.i. een duidelijk voorbeeld van manipulatie. Vijf jaar later, in oktober 2008, herriep hijzelf als ex-minister deze bewering in ‘Meet the press’. Het is maar een van vele voorbeelden. En als ook de leiders van het Westen (de lezer vult maar een willekeurige naam in) macht misbruikend en manipulerend voorwaarts mogen gaan, waarom dan de leiders van de RF niet? Het is allemaal even verwerpelijk, maar wel realiteit en gebruikelijk. Ook het misbruiken van de media mag geen verbazing wekken. Dat is vandaag de dag wereldwijd meer regel dan uitzondering: spindoctors manipuleren namens regeringsleiders de media. Het is dus een beetje naïef om dat als een bezwaar tegen alleen Poetin te presenteren. We doen er beter aan om alle producten van alle media met kritische blik te bezien. Bovendien: aan het Russische volk hoeft geen nationalistische boodschap ‘verkocht’ te worden. Russen zijn voor het grootste deel sowieso al nationalistisch, ze verschillen alleen in de mate waarin. Zij krijgen door Poetin de bevestiging voorgeschoteld van wat ze zelf al vinden en altijd gevonden hebben. De Russische, op het Westen gerichte Tv-zender Russia Today is er voor buitenlandse consumptie. Zeg maar de CNN, of de Fox van de Russen. Poetin exploiteert gewoon handig de reeds aanwezige nationalistische gevoelens. In de jaren negentig wees het Westen de Russische voorstellen af om de OVSE meer inhoud te geven (zodat de NAVO inhoud zou verliezen). Zowel het Russische voorstel als de afwijzing is vanuit machtspolitieke overwegingen logisch en te begrijpen. De morele verontwaardiging over de Russische intenties echter niet. Het is duidelijk een kwestie van het meten met twee maten door het Westen. (Voor de aardigheid: de lezer stelle zich voor dat de rel die is ontstaan door de het afluisteren van mobiele telefoongesprekken van de Duitse Bondskanselier niet de Amerikaanse NSA zou hebben betroffen, maar de SVR (de Russische buitenlandse inlichtingendienst). Men zou in de Westerse commentaren over elkaar heen hebben gebuiteld om de kwade trouw van Poetin te bewijzen) Poetin heeft op het gebied van beïnvloeden van de publieke opinie een snelle en harde leerschool doorlopen. Bij de ramp van de kernonderzeeër Koersk en de gijzeldrama’s in Moskou en Beslan had het Kremlin alleen nog maar oude communistische reflexen in huis: negeren en ontkenning, de luiken dicht. Tegenwoordig heeft het Kremlin ontegenzeggelijk een zeer grote invloed op de media, wat natuurlijk ten koste gaat van de media die niet pro-Kremlin zijn. Poetin de oorlogszuchtige. Ook weer een open deur. Gezien de Russische aanspraken op internationale erkenning en de grote rol die militaire acties spelen bij het bedrijven van machtspolitiek niet meer dan logisch. Oorlog is onaangenaam en zou ten koste van alles vermeden moeten worden, maar de realiteit is vaak anders. In het Westen mag het begrip ‘machtspolitiek’ een beetje besmet zijn en impopulair (de machtspolitieke actiesworden daarentegen niet geschuwd), de RF bedient er zich ongegeneerd van. Zoals door het stoppen van gastoevoer naar Oekraïne en de militaire acties ‘by proxy’ waar de kranten het afgelopen jaar vol van stonden. Voor de duidelijkheid: de definitie van het begrip ´by proxy´ is ‘the ability to do or be something without actually physically doing it.’ De recente toename van Russische militaire activiteiten (oefeningen, presentie van onderzeeërs, meer militaire vluchten in het internationale luchtruim, enz.) heeft voor een groot deel te maken met het weer aanwezig zijn van fondsen daarvoor, die in de negentiger jaren ontbraken, naast de (niet alleen Russische) behoefte aan militair vertoon als legitiem gereedschap in de buitenlandse politiek. (De armoede in het Russische leger destijds is onbeschrijfelijk. Ik heb het zelf o.m. kunnen constateren toen ik tijdens een wapenbeheersingsinspectie bij een regiment in Siberië op een publicatiebord de mededeling las dat het aantal maaltijden per dag zou worden teruggebracht van drie naar twee. En dan kwam het grootste deel van de ingrediënten nog van de eigen regimentsboerderij, die werd gerund door de eigen regimentsveteranen) En ter relativering van deze ´oorlogszuchtige´ activiteiten dient men te bedenken dat de NAVO na de Koude Oorlog (uit gewoonte?) is blijven doorgaan met haar oefeningen en militaire activiteiten in het internationale luchtruim en zeegebied, zoals die daarvoor gebruikelijk waren. De ontwikkelingen van de laatste anderhalf jaar in Oekraïne/De Krim zijn door Poetin en zijn voorganger Jeltsin al meer dan twintig jaar geleden aangekondigd en konden dus geen verrassing zijn. De tijdstippen en de wijzen waarop waren natuurlijk niet bekend, maar ook hier zou ik willen verwijzen naar de openlijke publicaties van militaire doctrines en beleidsvoornemens op het terrein van de buitenlandse politiek. Het vormt vooral een bewijs dat Poetin handiger gebruik heeft gemaakt van de moderne mogelijkheden om oorlogvoering te bedrijven dan wij. Geen massale twintigste-eeuwse oorlog meer, geen guerrilla, maar landjepik-door-beeldvorming. Volgens een voormalige adviseur van Poetin (de politicoloog Vladislav Belkovski) was Poetin dan ook ‘woedend’ toen het bericht van de MH17-crash bekend werd, want door dit incident zou hij de regie op het internationale politieke terrein kwijt zijn. Volgens Belkovski was er sprake van een ‘zekere paniek’. Intrigerend in dit verband is het gegeven dat de Russische Tv-zenders op internet, die ik zelf geregeld volg, een paar dagen ‘op zwart’ waren. Een feit dat paniek indiceert, maar waarover ik geen enkele Westerse commentator heb gehoord, vreemd genoeg. Wat willen die Russen en Poetin nu eigenlijk? Russen zijn geen Europeanen, net zo min als bv. de Chinezen. Russen zijn Euraziatisch en hebben een andere chip tussen de oren, een Byzantijnse. Moskou werd indertijd niet voor niets het derde Rome genoemd, als opvolger van het tweede Rome: Constantinopel. Dat leidt geregeld tot in onze ogen bizarre situaties. Er is genoeg stof voor anekdotes en horrorstories die iedereen kan vertellen die langere tijd in Rusland heeft verbleven. Maar dat terzijde: hieronder zal ik proberen puntsgewijs op te sommen wat men grosso modo wil in de RF. Naast de status van geopolitieke grootmacht, die ik in het historische gedeelte van dit artikel heb genoemd, willen alle Russen erkenning door de rest van de wereld van de groot(s)heid van de Russische historie, cultuur en religie. Het Russische volk is er trots op, ongeacht onze westerse ideeën daarover. (Dat gaat overigens hand in hand met onversneden discriminatie van minderheden en ambtelijke willekeur. Het leven voor de doorsnee Kaukasiër, Aziaat, Afrikaan, Jood, homo, dissident, enz. is in de RF geen pretje. Maar ook hier kan men zich afvragen hoe wij in het Westen presteren op deze onderwerpen.) Samenhangend daarmee wenst men in de RF door het buitenland serieus te worden genomen. Dat wordt niet bereikt door te luisteren naar de agressieve interpretaties van de in de eerste alinea genoemde analisten. Of met uitspraken dat Rusland een regionalegrootmacht is, zoals president Obama vorig jaar tijdens de Nuclear Security Summit deed. (Het begrip ‘regionaal’ kan trouwens af en toe behoorlijk ruim worden geïnterpreteerd. Een Indiase collega-attaché die ik eens sprak in Moskou noemde WO II een regionaal conflict) Het wordt welbereikt door te luisteren naar wat de Russische regering daarover zelf zegt en dat om te beginnen maar eens letterlijk te nemen. Bijvoorbeeld de reeds genoemde officiële militaire doctrines en de officiële publicaties op het gebied van de buitenlandse politiek, waarin consequent de NAVO en de VS als potentiële bedreiging voor de RF worden genoemd. Russen zijn niet politiek geïnteresseerd. Zeker na de Jeltsinperiode wordt het begrip ‘democratie’ geassocieerd met chaos. En sinds mensenheugenis is ‘Iwan-met-de-pet’ in het dagelijkse leven hoofdzakelijk bezig met overleven. De prioriteit ligt daardoor niet bij vrijheid van meningsuiting of mensenrechten; dat zijn luxe zaken. Het oplossen van de zorgen van alledag is het belangrijkste. Het merendeel van de kiesgerechtigden van de ruim 140 miljoen Russen heeft de huidige Russische president gekozen, alle suggesties over verkiezingsfraude ten spijt. Het volk steunt hem nog steeds en begrijpt niet waarom wij ons in het Westen druk maken over vrije media en mensenrechten (zeker de rechten van homo’s) in Rusland. Kasparov (die overigens geboren is als ´Weinstein´) vertegenwoordigt een nauwelijks zichtbare minderheid. Ik heb geregeld met eigen ogen gezien hoe de Westerse Tv-beelden van protesten op het Rode Plein tot stand komen. Er wordt ingezoomd op een groepje van enkele tientallen protesterenden, dat letterlijk en figuurlijk nauwelijks zichtbaar is op dat grote plein. De westerse sympathie voor de actie Pussy Riot wordt evenmin begrepen. Vergelijk het qua gevoelswaarde met het laten zakken van je broek in de Sint Pietersbasiliek in Rome. Het is ook niet verstandig om de totale beeldvorming over Russen te laten afhangen van eventuele vakantie-ervaringen in Turkse en Cypriotische ´all inclusive´ hotels. Dat zouden wij zelf ook niet willen wegens de geringe representativiteit van dergelijke ervaringen. Verder moeten we de Russen niet willen ‘ont-russen’. Dat gaat niet lukken, dat willen ze zelf niet. Wat ze daarentegen wel willen is door het Westen serieus genomen worden. Niet met een andere maat gemeten worden dan het Westen voor zichzelf gebruikt. Dat is ook in het westerse belang. De gevolgen van het kijken door een westerse bril Het Westen dient zich te realiseren dat het 25 jaar onoplettend is geweest, voor zover het de RF betreft en heeft de waarschuwingssignalen vanuit Rusland onderschat. Na het ‘winnen’ van de Koude Oorlog door het Westen is de westerse aandacht voor het verzwakte Rusland verflauwd, terwijl voor Rusland de buitenlandse dreiging niet veranderde. Dat is door ‘ons’ niet begrepen. Dit heeft geleid tot het befaamde herverdelen van het ‘vredesdividend’ en eenzijdige ontwapening. Veel NAVO-landen zitten ver onder de minimumbijdrage van twee procent van het Bruto Nationaal Product. Nederland ook. Wat hebben we eigenlijk van het debacle van Srebrenica geleerd? Niet veel kennelijk en als resultaat is de mogeljkheid tot inzet van militaire middelen door de NAVO beperkt qua grootte en voortzettingsvermogen. Er zal weer moeten worden geïnvesteerd, en niet alleen in helmen en scherfvesten. Het Westen is blind geweest voor het simpele gegeven dat de Russische regering eenzijdig beslissingen kan nemen, zonder verder intern of extern overleg. Het Westen (NAVO, EU) kan dat door onderlinge verdeeldheid en consensus-eisen niet. Vanuit het Oosten speelt een groot orkest foutloos een eeuwenoude mars en alle musici hebben traditiegetrouw dezelfde partituur. Dit vraagt om een tegengeluid uit het Westen, maar daarin hebben de samenstellende leden van het orkest nog niet eens een keus gemaakt uit de mogelijk te spelen muziekstijlen, of bepaald wie de dirigent zal zijn. De Westerse organisaties moeten snel gaan beseffen dat ze een eenheid moeten vormen. Unanieme besluitvorming kost teveel tijd, is moeilijk te bereiken en vormt dus een luxe die we ons niet meer kunnen permitteren. Voor nationalistische gevoelens van individuele Westerse landen geldt hetzelfde. De praktijk leert dat met het vormen van die eenheid nog wel wat tijd gemoeid zal zijn. Poetin heeft daarvan tot nu toe slim gebruik gemaakt en zal dat weer doen als het hem uitkomt. In de jaren van de Koude Oorlog beschikte het Westen met de NAVO over de mogelijkheid om de inzet van militaire middelen tijdens een gewapend conflict op te schalen, of te verlagen, de ‘Flexible Response’. Door de verregaande bezuinigingen de afgelopen decennia op de defensiebudgetten van de NAVO-landen is het conventionele aspect onverantwoord verwaarloosd en zijn er niet zoveel keuzemogelijkheden meer tussen geen inzet en nucleaire inzet. Maar die zouden we met z’n allen toch wel moeten willen hebben, want in feite zijn wij weer terug in de jaren vijftig toen de NAVO conventionele strijdkrachten slechts een ‘tripwire’ functie hadden en direct zou worden overgegaan op inzet van nucleaire wapens. Dan hebben we het nog niet eens over de inzet van andere onconventionele wapens, een onderwerp dat door het langdurige en oorverdovende lawaai van de rabiate tegenstanders van nucleaire wapens structureel te weinig aandacht heeft gekregen gedurende de afgelopen vijftig jaren, zoals nog niet zo lang geleden in Syrië is gebleken. Les voor het Westen Na aanvankelijke onderschatting van de ernst van de Russische ambities in de negentiger jaren en het eerste decennium van deze eeuw, dreigt het Westen de laatste tijd de dreiging uit Rusland nu weer te overschatten. Enige realiteitszin en historisch besef zouden op zijn plaats zijn. De Europese lidstaten van de NAVO moeten bij hun defensie-inspanningen de expansie in de strijdkrachten van Rusland goed in de gaten houden en naar verhouding reageren door verhoging van de defensiebudgetten, internationale samenwerking, standaardisatie en taakspecialisatie. Nationale gevoelens, gekissebis tussen de krijgsmachtdelen en bescherming van nationale industrieën zullen ondergeschikt moeten worden gemaakt aan de eis om meer slagkracht en doorzettingsvermogen. Het is geen originele uitspraak, en of ik met het herhalen ervan iets bereik vraag ik me af, maar de juistheid is boven iedere twijfel verheven: wie vrede wil moet zich voorbereiden op oorlog. Luitenant-kolonel b.d. Harry van der Horst De auteur is van 1990 tot 1998 namens de Koninklijke Luchtmacht verantwoordelijk geweest voor de implementatie van reeds bestaande en nieuwe wapenbeheersingsakkoorden, zoals de INF-, CSE-, Chemische Wapens en Open Skies-verdragen en het Weense Document van de OVSE. Van 1998 tot 2003 werkte hij als militair attaché bij de Nederlandse Ambassade te Moskou. In beide hoedanigheden is hij intensief werkzaam geweest in Centraal en Oost-Europa en de Sovjet-Unie/Russische Federatie. |