Het was maar een klein berichtje. In de Belgische media was er zelfs helemaal niets van te merken, maar Der Spiegel bracht het (op 23-11-2016) quasi onder ‘faits divers’: de ‘Zumwalt’ lag in het Panamakanaal met motorpech.
Nu zullen veel lezers zich afvragen: “wie of wat is de Zumwalt”. Wel, dat is de laatste nieuwe, grootste en duurste destroyer van de US Navy. Het speeltje was enkele weken tevoren in dienst genomen, heeft een slordige 4 miljard dollar gekost (daarvoor heb je normaal een uit de kluiten gewassen vliegdekschip) en lag dan, op zijn eerste zeereis, tussen de bananenbomen te wachten op de Vlaamse Automobilisten Bond (VAB).
Als contrastprogramma: Iets vroeger passeerde de ‘Admiral Kusnezow’, het enige Russisch vliegdekschip door het nauw van Calais. Onze pers volgde dat op de voet. Er waren smalende, halfweg medelijdende commentaren over de machine die blijkbaar problemen had, over de dikke zwarte rookpluim, zelfs over de deplorabele toestand van het sanitair aan boord. Zo’n verschrikkelijke schroothoop; arme matrozen. Maar… dan lag de ‘Admiral Kusnezow’ voor de Syrische kust en deed gewoon zijn werk. Het kan natuurlijk zijn dat de bemanning over de reling in de Middellandse Zee moest plassen: shocking! De ‘Zumwalt’ lag ondertussen in Panama City en wachtte op reparatie. Ik twijfel er echter geen moment aan dat de toiletten functioneel en proper waren.
Ik zou daaraan geen aandacht besteden als dit een eenmalig verschijnsel was. Dat is het jammer genoeg niet. Hallucinant dure projecten die conceptueel pretentieus opgebouwd zijn en dan – ook daardoor – in details te kort schieten en falen zijn voor de Amerikaanse strijdkrachten tegenwoordig eerder de regel dan de uitzondering. Ik wil hier, onder vele voorbeelden, enkel de F-35 (Joint Strike Fighter) aanhalen; immens duur, jaren en jaren over tijd en nog altijd geplaagd door veel meer kwaaltjes en kwalen dan echte prestaties. Maar we geloven de uitleg van de gigantische en zeer professioneel georganiseerde public relations inspanningen nog altijd. En hoe langer we blijven geloven, hoe hoger de uiteindelijke rekening zal uitvallen.
We zagen het in de USA van de late zeventiger jaren beginnen met de Ticonderoga, de eerste AEGIS kruiser. Om kosten te sparen gebruikten ze de romp van de Spruance class destroyers. In principe een goed idee. Ze plaatsten daar natuurlijk een compleet andere superstructuur en bewapening op. Pas op het nippertje merkte iemand dat ze daarbij tegen regel nummer één van de scheepsbouw gezondigd hadden: perspunt en zwaartepunt lagen niet op de juiste plaats ten opzichte van elkaar. Het schip zou gekapseisd zijn indien ze het te water gelaten hadden. Te nauwer nood, en uiteraard met immense kosten en aanzienlijke vertraging, ontkwamen ze het lot van de Wasa, het super-slagschip van zijn tijd, die om precies dezelfde reden, in 1628 op zijn ‘maiden trip’ nog in de haven van Stockholm kopje over ging en zonk. Dat probleem met de Ticonderoga had een levensgroot alarmsignaal moeten zijn. Het werd nauwelijks opgemerkt.
Jammer genoeg zijn het niet enkel de Amerikanen. De Europeanen kunnen er ook wat van. Het Duits gepantserd infanterievoertuig Puma bij voorbeeld is vier jaar te laat, veel duurder dan gepland en staat nog altijd bol van de kinderziekten. De Airbus A400M is nog zo’n schandaalproject dat blijkbaar noch leven noch sterven kan, nauwelijks minder erg dan de F-35 maar gelukkig beduidend minder duur. De Eurofighter is in principe een bruikbaar vliegtuig, maar de show wordt totaal bedorven door de miserabele pannen statistiek.
En als het nu maar enkel de militairen waren… In Berlijn staat een gigantische bouwwerf. Dat had eigenlijk sinds 2012 een nieuwe luchthaven moeten zijn. Vandaag zijn, in plaats van het geraamde miljard Euro, zes miljard Euro uitgegeven en een opening is niet in zicht. Er wordt zelfs ernstig over nagedacht of het zich wel loont hier nog meer geld in te steken.
Belgische voorbeelden ga ik niet geven. Niet bij gebrek aan mogelijkheden maar bij gebrek aan plaats op onze website.
“Pleiten, Pech und Pannen” is, sinds tientallen jaren, een populaire ‘leedvermaak show’ op de Duitse televisie waarbij de toeschouwer zich eens hartelijk kan amuseren op kosten van slachtoffers van eigen domheid. Het lijkt wel of de overheden in heel de Westerse wereld iets dergelijks willen opvoeren, maar dan in het héél groot.
Hoe komt dat toch? De Chinezen kunnen toch nog vlieghavens bouwen, op tijd en binnen de kostenraming! Wij konden dat vroeger ook. Waarom dan nu niet meer? Misschien is het zinvol ons niet enkel af te vragen wat de Chinezen kunnen en weten dat wij missen, maar ook eens te kijken naar al die dingen die wij tegenwoordig doen en de Chinezen niet.
In ieder geval is het goed, bij processen die vroeger werkten en nu niet meer, te vragen: “wat is er veranderd?” Ik heb hier een suggestie:
De vakidioten (met rekenlineaal in het hemdzakje) die alles wisten over traagheidmomenten, Reynoldsgetallen, viscositeiten en activeringsenergie maar niets over sociale gevoeligheden, hebben we niet meer nodig, of hoogstens een beetje in ondergeschikte functies. Hun onbehouwen gedrag stoorde de vrede en sereniteit. Ze zijn vervangen door managers met een bredere visie, systeemdenken, respect, verfijnde communicatie vaardigheden en sociale competentie, met nadruk op multiculturaliteit en gender gelijkheid. Goed zo; nu nog enkel de spullen die ze ineendraaien in gang krijgen…En als dat niet lukt, wat steeds vaker lijkt te gebeuren, is het ook nog geen ramp. De ‘skill set’ van onze nieuwe technische leidersklasse laat toe uitstekende en overtuigende verklaringen daarvoor te formuleren die ‘de mensen’ aanspreken. Ik kan U nu al verzekeren dat de Powerpoint presentatie adembenemend zal zijn.
We beginnen stilletjes aan te beseffen dan onze moderne ‘maniertjes’ ons eraan hinderen het politiek noodzakelijke (bij voorbeeld inzake migratie) te doen. Laat me hier even opmerken dat diezelfde ‘maniertjes’ ook beletten dat de spullen die we nodig hebben en voor veel geld bouwen inderdaad werken.
Ik meen dat, ook als we er in zouden slagen ondanks de praktische consequenties van al die miskleunen toch de eeuwige competitieve druk van onze omgeving te weerstaan en te overleven, moet vastgesteld worden dat we het hier met een levensgrote beschavingscrisis te doen hebben. Velen zullen dat melodramatisch vinden en tot de dagorde willen overgaan.
De geschiedenis krioelt van de rampen die daardoor veroorzaakt werden dat de leidende klasse niet meer zag wat echt belangrijk was. Maar die gedachte zou ons hier allicht te ver voeren en bovendien onze dag bederven.
Pjotr’s Dwarsliggers