dwarsliggers

Dwarsliggers ... noodzakelijk om het rechte spoor te houden
          
lees meer over onze filosofie

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

perzenHet volledig essay (Deel 1 én 2) over de invloed van de Perzen op de westerse beschaving

Deel 1

Het heet dat het Klassieke Oosten de leermeester was van de Grieken en de Romeinen. Wie waren die leermeesters? En speelden de Perzen een rol?

Het Klassieke Oosten valt samen met de “Vruchtbare Sikkel”. Die bestond uit drie gebieden: Egypte, Mesopotamië of Tweestromenland rond de Eufraat en de Tigris – het huidige Iraq - en de Syrisch-Palestijnse gang of de smalle corridor langsheen de Middellandse Zee die de brug vormt tussen Mesopotamië en het Nijlgebied. Alle drie gebieden waar de verhalen van het Oude Testament zich afspelen. Perzië valt daarbuiten, maar wordt wel vermeld in de Bijbel. 

De civilisaties van de Grieken en de Romeinen worden samen met het Christendom beschouwd als de pijlers van de Westerse beschaving. Maar geringschatten we zo niet de erfenis uit het Oosten die door Grieken en Romeinen werd geassimileerd?

De eerste beschavingen 

Over een civilisatie wordt enkel gesproken vanaf de komst van steden. En steden veronderstellen dat daarrond landbouw wordt bedreven door een sedentaire bevolking. Van het 5de tot het 2de millennium v.C. ontstonden zo achtereenvolgens vier beschavingen, alle in het Oosten en rond de alluviale bekkens van grote rivieren. Eerst, ca. 4500 v.C. de Soemerische, de voorloper van de Babylonische en Assyrische, vervolgens rond 3200 v.C. de Egyptische, daarna ca. 2500 v.C. die rond de Indus in het huidige Pakistan, en uiteindelijk ca. 1800 v.C. de civilisatie rond de Gele Rivier in Noord-China.

Opkomst van de Perzen

Sporen van bewoning van het huidige Iran zijn er vanaf het 10de millennium v.C., vooral in het Zagrosgebergte in het zuidwesten. Tussen ca. de 14de en de 9de eeuw v.C. migreerden Iraniërs uit Turkestan in Centraal Azië naar het huidige Iran en het huidige Noord-Indië.  

Terloops. Over namen die tot verwarring aanleiding geven. Turkestan liep toen van het huidige Oezbekistan tot Mongolië en Sinkiang, de meest westelijke provincie van huidig China. De naam Turkestan houdt verband met het Altaï gebergte dat de bakermat is van vele Turkse en Mongoolse volkeren. Altaï ligt in het uiterste westen van het huidige Mongolië, dicht bij waar nu Mongolië grenst aan Rusland en China, en bijna aan Kazachstan. Toch zijn Iraniërs geen Turks volk maar een Arisch of Indo-Europees volk. De term “Ariër” is taalkundig verwant met de term “Iran” die zelf een afgeleide is van “Indo-Europees”. Iraniërs en Indiërs worden bestempeld als Indo-Europeanen en hun talen zijn verwant, ook met bijv. het Duits. De oriëntalist Bernard Lewis (“Iran in History”, 2001) geeft er voorbeelden van. “Indo-Europees” zou niet noodzakelijk met Europa te maken hebben, in tegenstelling met raciale ideologieën die daarop werden geënt.

“Perzen” is de naam waarmee de Grieken de Iraniërs benoemden, naar “Parsa”, het gebied van de Perzen in het zuidwesten van het huidige Iran.  Naast deze Perzen stricto sensu zijn Perzen ook de verzamelnaam van drie Iraanse volkeren: de Meden uit het noordwesten, de Parthen uit het noordoosten en de Perzen uit de Parsa. Elk van deze drie volkeren ligt aan de basis van één of meerdere dynastieën die regeerden over een gebied dat kon lopen van Egypte en de Middellandse Zee tot het huidige Oezbekistan en de Indus. Vanaf de 4de eeuw n.C. wordt enkel nog over Perzen lato sensu gesproken. Naast deze West-Iraanse bestaan ook Oost-Iraanse volkeren.

Nog iets: secundaire bronnen zijn altijd relatief en spreken elkaar geregeld tegen. Veel zou derhalve met “zou” moeten geschreven worden. Legenden, propaganda en geschiedenis zijn vaak moeilijk te scheiden. O.a. de archeologie zal hierbij als filter blijven dienstdoen. Voor bronvermelding is hier geen ruimte, met uitzonderingen. Vaak bepaalt de context of het de tijd voor of na Christus betreft. Tenslotte, dient men de maxime van Montesquieu indachtig te zijn: “On ne jugera jamais bien les hommes si on ne leur passe les préjugés de leur temps.» Of,  men kan mensen niet juist beoordelen als men ze niet situeert in de vooroordelen van hun tijd. (C. Dantzig, « Dictionnaire égoïste de la littérature française », 2005, p. 631)

Vanaf ca. de 7de eeuw v.C. betreden de Perzen de geschiedenis. Eerst met de Meden en daarna met de Perzen. Vanaf toen verzwakten de beschavingen van de Vruchtbare Sikkel. De Assyriërs worden verslagen door de Babyloniërs en de Meden (612). En na de opslorping van het Medenrijk door de Pers Cyrus (550), verslaan die samen de Babyloniërs (539).

Cyrus II de Grote, de uitbouwer van het eerste grote en duurzame wereldrijk

Als afstammeling van Hachamanisj, de voorvader van de Achaemenieden dynastie (550-330 v.C.),  smeedde Cyrus het grootste rijk dat toen ooit bestaan had. Alvorens Babylon te overwinnen versloeg hij de mythische koning Croesus van Lydië (546), in het huidige Turkije. Zo kwam Cyrus aan de uiterste westgrens van zijn rijk in botsing met de daar reeds lang gevestigde Griekse kolonies. Dat werd later de aanleiding voor de Grieks-Perzische oorlogen onder zijn opvolgers Darius I en Xerxes I.

Gedurende de rest van zijn leven vecht Cyrus op de noordoostgrens van zijn rijk, ten zuidoosten van de Aralzee, of het huidige Oezbekistan. Zijn zoon Cambyses II veroverde Egypte (525). Onder diens opvolger Darius I bereikt het rijk zijn hoogtepunt en zijn grootste omvang. Van Egypte en de Middellandse Zee in het westen, tot voorbij de Aralzee.

Onder Darius waren voor de eerste maal in de geschiedenis veel verschillende culturen voor een langere tijd met elkaar in contact onder één heerser in een georganiseerd rijk. Met 45 mln. ingezetenen uit een 70 tal volkeren betekende dit 40% van de toenmalige wereldbevolking van 112 mln. Tot dan toe in omvang en bevolking het grootste rijk ooit.

De Perzen als doorgeefluik tussen Mesopotamische beschavingen en de Grieken

Met de Grieks-Perzische oorlogen (490-480) onder Darius I en Xerxes I vangt een elf eeuwen durende intense interactie aan tussen twee grote civilisaties. Terwijl de Perzen erfgenamen waren van Babyloniërs en Assyriërs, vangt nu een periode aan van mutuele beïnvloeding tussen Perzen en Grieken, later tussen Perzen en Romeinen, en nog later tussen Perzen en Byzantijnen. De Perzen vormen duidelijk een schakel in de beschavingsketting. Omdat een civilisatie is “…ce que l’homme ajoute à l’Homme”, of wat de mens toevoegt aan de Mens (Jean Rostand).

Deze dynastie van de Achaemenieden heeft tot de verbeelding gesproken. Het begin van een grote Perzische beschaving. Toen een zeldzaamheid op meer dan één gebied, vooral qua godsdienst, maar ook wat betreft tolerantie en bestuur.

De vrije wil, het goede gedrag en de waarheid spreken. Een moreel hoogstaande godsdienst

De godsdienst van Zarathustra werd beleden door deze dynastie. De bestaande godsdienst werd omgevormd tot een moreel verheven monotheïstische: het Zoroastrisme (naar hun profeet Zoroaster), ook Mazdaïsme genoemd (naar hun god Ahoera Mazda. Het benadrukken van de vrije wil, het goede gedrag en het spreken van de waarheid staan centraal. Godsdienst wordt aan moraal gekoppeld. Zoals in het Jodendom. De opbouwende waarde daarvan kan moeilijk overschat worden. De stichter van deze godsdienst, Zoroaster (630-553 v.C.), zoals de Grieken hem noemden, leefde in het Medische rijk (725-550). De vele bestaande goden worden afgeschaft met uitzondering van Ahoera Mazda (Heer Wijsheid), de enige en eeuwige god, de god van het goede, de geest van de Zon en schepper van alle dingen. Bloedoffers worden afgeschaft, ook een breuk met voorheen bestaande godsdiensten en gebruiken. Het Mazdaïsme wordt een determinerend element van de Perzische beschaving.

Dit monotheïsme ontstaat in de periode waarin de geschiedenis van het Joodse monotheïsme zich afspeelt, zoals verhaald in de Bijbel. Deze twee ethische en spirituele monotheïstische godsdiensten zouden elkaar hebben beïnvloed. Met ook de mening dat de invloed van het Zoroastrisme op het jodendom groter zou zijn geweest dan omgekeerd. Zo Lewis (op. cit.) die stelt dat er onmiskenbare sporen zijn van Perzische invloed op de ontwikkeling van het jodendom – en dus ook op het Christendom, op Grieken, Romeinen en Byzantijnen - vanaf het einde van de Joodse ballingschap in Babylonië (539).  Daaraan wordt herinnerd in het fresco “De School van Athene” (1509) van Rafaël, in het Vatikaan, waar o.m. Zarathustra wordt afgebeeld met een aardbol in de hand.      

Het evangelie van Mattheus (2: 1-12) verhaalt over de drie wijzen uit het Oosten die Jezus na zijn geboorte bezochten met geschenken van goud, wierook en mirre. Die wijzen, ook Magiërs genoemd, hadden een ster zien opgaan aan het firmament. Die ging voor hen uit en bleef stilstaan waar het kind verbleef. De komst van Jezus zou door Zoroaster zijn voorspeld en geduid door een ster. Ook voor de Magiërs zou de ster de komst van een Verlosser hebben betekend. In de oorspronkelijke Griekse tekst van het Mattheus evangelie worden die wijzen benoemd als magoi, priesters van het Zoroastrisme. Een 6de-eeuwse Byzantijnse mozaïek in de Sant’ Apollinare Nuovo Basiliek in Ravenna stelt de bezoekende wijzen uit het Oosten voor als Perzen.

De Koran (22: 18) erkent het monotheïstische Zoroastrisme. Naast de “godsdiensten van het boek”, de Joden, de Christenen en de Islam, worden daar ook de Magiërs vermeld.

Het benadrukken van de vrije wil is één van de nieuwe ideeën die deze godsdienst aanreikt, en misschien haar grootste contributie tot de moraal en de uitbouw van een samenleving, samen met haar transcendentale karakter. De vrije wil benadrukt de keuzemogelijkheden voor de mens. Tussen goede en slechte daden. De eigen verantwoordelijkheid. Daarop wordt men afgerekend in het hiernamaals. De balans op een weegschaal van goede en slechte daden leidt tot het paradijs of de hel – “paradijs” komt van het Perzische “pairi daeza” dat ommuurde ruimte betekent. Kortom, een godsdienst op grote morele hoogte. Of, waarover elke godsdienst zou moeten gaan, het onderscheid tussen deugden en ondeugden en ernaar leven.

Dit in tegenstelling tot hedendaagse stromingen die tradities, waarden, de eigen verantwoordelijkheid, de werkethos en de wil tot waarheid vlijtig ondergraven.

Darius maakte van het Aramees, toen een wereldtaal, de rijkstaal, om zo gemakkelijker de Perzische idealen te propageren in zijn immens rijk. Idealen als de waarheid spreken, paardrijden en boogschieten. Aramees komt van Aram, een streek in het noorden van Syrië. Het Aramees is een Semitische taal, verwant aan het Punisch, die over een groot deel van het Midden Oosten werd gesproken vanaf de 8ste eeuw v.C. tot de Arabische veroveringen in de 7de eeuw n.C. En blijkbaar ook nu nog in een aantal dorpen in Syrië. Gedurende een milliade was Aramees een wereldtaal. Het was de taal van Jezus. En het ligt aan de basis van het Hebreeuws.

Tolerantie 

Cyrus respecteerde de cultuur van overwonnen volkeren. Daardoor werd de loyauteit en de steun van lokale elites gewonnen. Maar toen, en ook later, een ongewone houding. Bij zijn intocht in het overwonnen Babylon (539) zette Cyrus de standaard van de welwillende veroveraar. In een handvest, de Cyrus cilinder, beloofde hij Babylon niet te tiranniseren en haar instellingen en cultuur te respecteren. Een wijze politieke zet. Omdat zijn tribaal en semi-nomadisch volk weinig ervaring had met een staatssamenleving. Hij profileerde zich als een Mesopotamische koning door op Babylonische wijze aan de god Marduk te offeren. Ook konden de Joden terugkeren naar hun land. Die waren naar Babylon in ballingschap gezonden na de verwoesting van Jeruzalem door de Babylonische koning Nabukadnezar (587).

Bestuur   

Darius I centraliseert wat onder Cyrus eerder een losse federatie was van stammencoalities en koninkrijken. En hij legitimeert zich door te belijden dat hij enkel met de steun van Mazda over zo veel landen kan regeren. Zoals ook de Assyrische heersers zich godsdienstig hadden verantwoord. Een efficiënt bestuursapparaat verdeelde het rijk in 20 satrapieën. Met aan het hoofd een satraap of provincie-bewaker. Die landvoogden waren ofwel familie van de koning, of Perzische adel, of plaatselijke adel. Heirwegen werden aangelegd, waarvan de belangrijkste Susa in het Zagrosgebergte met Sardis in Lydië tegen de Egeïsche Zee verbond. Van de Assyriërs namen ze een postsysteem over. Postpaarden werden op pleisterplaatsen in reserve gehouden. Die konden, mekaar aflossend, zo onafgebroken worden bereden. De afstand Susa-Sardis van 2.500 km kon zo in 7 dagen worden afgelegd. Dat zorgde voor controle over de satrapen. Er werd door Darius I een éénvormig muntsysteem ingevoerd, in navolging van het muntsysteem dat Croesus als eerste zou ingevoerd hebben. Zo de siglos of shekel, een zilveren munt van 5,5 gram, en de dariek, een gouden munt van 8,4 gram, waarop Darius werd afgebeeld als een knielend boogschutter. Dat bevorderde de handel tussen West en Oost. De handel met China langs de zijderoute zou ook dan gestart zijn. Ook de Grieken gebruikten de dariek, die ze “dareiken” of “toxotai” – boogschutters - noemden. Herodotos (ca. 480-430 v.C.), de Griekse geschiedschrijver die Perzië bereisde, kreeg er inzage in officiële documenten. Die lieten hem toe de bijdragen van de satrapieën aan de centrale overheid te rapporteren (in boek III van zijn 9-delige Historiën).

Het oordeel van de geschiedenis

Georg Wilhelm Friedrich Hegel bestempelde de Perzen als het eerste historische volk. Perzië als één van ’s werelds continue, oudste en belangrijkste civilisaties.  

Na de verovering van Babylon (539) verlost Cyrus de Joden van hun ballingschap. Lewis (op. cit.) zegt dat de Bijbel een uniek positief beeld ophangt van het oude Perzië. Hij vermeldt de boeken Ezekiël en Isaiah. In het eerste wordt Perzië vernoemd en in het deel van het boek Isaiah dat na de Babylonische gevangenschap werd geschreven, wordt Cyrus vernoemd. Deze Pers, aldus Lewis, wordt er met meer respect behandeld dan eender welke andere niet-Joodse heerser, maar ook dan bijna elke Joodse heerser. Cyrus wordt er ook voorgesteld als een door God gezalfde, een Messias. Lewis benadrukt dat het begrip Messias enkel zijn intrede maakt in de Hebreeuwse Bijbel na de terugkeer van Joden uit de Babylonische ballingschap.

Daar kunnen we het volgende aan toevoegen. De passages over Cyrus staan in Isaiah (43, 44 en 45). In een profetische perspectief wordt daar geponeerd dat de verlossing van Israël onder Cyrus een voorafbeelding is van de verlossing door Christus. Ook in de boeken Esdras, Nehemias en Ester worden Cyrus en zijn opvolgers, Darius, Xerxes en Artaxerxes, met respect vernoemd in hun relaties met de Joden.

Zowel de Grieken als de Perzen waren weetgierig. Ze interacteerden vanaf de 6de eeuw v.C. gedurende wel een 800 jaar. Herodotos vertelt dat de Perzen nieuwsgierig waren en gewoonten van de Grieken overnamen. Geen volk, zo deze Griek, neemt zoveel vreemde gebruiken over als de Perzen.

Ook Grieken bleken de Perzen te waardeerden. De Macedoniër Alexander de Grote zou zich na zijn overwinning op de Perzen uitgeven als een opvolger van Cyrus, een blijk van waardering. Zoals ook Cyrus voorheen zijn erkenning van de Babylonische cultuur had geuit. De oorlogen van het verleden waren een pagina die Alexander snel omdraaide. Hij breekt met zijn vroegere leraar Aristoteles die stelde dat barbaren – eerst diegenen die geen Grieks spreken en daarna zij die geen deel hebben aan de Griekse beschaving - anders dienen behandeld te worden dan Grieken. En wel als slaven. Alexander daarentegen wil met de Perzen een natie bouwen. Hij huwde met de dochter van Darius III. Aan zijn soldaten raadde hij huwelijken met Perzische vrouwen aan.

De Perzen accepteerden hem als koning. Hij zou Medische gewaden hebben gedragen, zoals ook de Perzen, omdat hij die mooi vond. Hij hield ook van de Medische wijze van groeten. Hij eerde de overwonnen Darius III door hem te laten begraven en de satraap die hem vermoord had strafte hij. Het graf van Cyrus dat beschadigd werd tijdens zijn oorlogsvoering liet hij herstellen.

Dat ook de Grieken beïnvloed werden door de Perzen zou blijken uit de natuur van hun god Apollo. Die was één van de voornaamste Griekse goden en tussen vele functies vooral de god van de orakels. Hij die de wil van de goden openbaart. Apollo zou uit het Oosten komen. Dat wordt vermoed omdat de 7de van de maand aan hem gewijd is, een speciale dag in de Babylonische godsdienst. Na de Grieks-Perzische oorlogen wordt Apollo ook nog zonnegod. De zon had een centrale plaats in het Mazdaïsme.

In zijn toneelstuk “De Perziërs” stelt de Griekse vader van de tragedie Aeschylus (ca. 525-456), zich respectvol en zelfs empathisch op jegens de overwonnen Perzen. Dit niettegenstaande de oorlogen waaraan hij deelnam (Lewis, op. cit.).

De Atheense geschiedschrijver Xenophon (430-354), gekend van zijn “Anabasis” over zijn tocht door Klein-Azië, is in zijn “Cyropaidia” zeer lovend over Cyrus. Die stelde hij als voorbeeld voor alle regenten omwille van zijn bezorgdheid voor het welzijn van zijn rijk.

Aan de vermeende rechtschapenheid van de Perzen wordt herinnerd in de schilderij van de Vlaamse primitief Gerard David “De geschiedenis van Sisamnés” (1498). Daarin wordt een oneerlijke rechter levend gevild. Het verhaal komt uit boek V van Herodotos’ Historiën. Het schilderij hing in het Brugse stadhuis en werd besteld ter beïnvloeding van de Vierschare. Nu hangt het in het Groeningenmuseum. Onze Middeleeuwen kenden zowel het levend villen als omkoping van rechters.

Wie kent iemand met de voornaam Cyrus? Niemand, of toch, de minister van buitenlandse zaken, Vance, van VS president Carter (1977-1981).

Tenslotte, na zoveel lof, een kritische kanttekening. Na zijn overwinning op Lydië zou Cyrus er een wet hebben uitgevaardigd waardoor haar inwoners enkel “…des professions viles, ou des professions infâmes.” – verachtenswaardige of onwaardige beroepen - konden uitoefenen (Montesquieu, “De l’Esprit des Lois”, 1748, livre X, chapitre XII). Daarover geeft de auteur noch uitleg, noch bronnen.   

Friedrich Nietzsche over de morele kracht van Grieken en Perzen

“De Grieken hadden zowel fysieke kracht alsook nog ‘iets verhevener’ (“etwas Höheres” in Nietzsche, “Morgenröte”, 1881, Morgendauw, 548). Zo ook de Perzen.” En elders: “De Perzen, zoals de Grieken, streefden naar zowel fysieke als naar morele kracht, hier vertegenwoordigd door het spreken van de waarheid en boogschieten.” En, “Morele kracht is voldoende voor een volk om beschouwd te worden als een macht waarmee rekening wordt gehouden”. Aldus de mening van Nietzsche, de filosoof met de hamer, weergegeven door Walter Kaufmann, “Nietzsche. Philosopher, Psychologist, Antichrist” (1950, 1968, pp. 201-202). Een invulling van Nietzsche’s “Uebermensch” en zijn “Der Wille zur Macht”.

Sterke meningen van deze bewonderaar van Grieken en ook van Perzen (“Also sprach Zarathustra”, 1883-1885).  Zo verkoos hij ogenschijnlijk de Perzen boven de Romeinen: “Es wäre viel glücklicher noch gewesen, dass die Perser als dass gerade die Römer über die Griechen Herr wurden.” (Nachgelassene Fragmente, 1875, 5 (95))

Alexander de Grote verslaat de Perzen. Begin van de Hellenisering van het Oosten

De revolte van de Griekse kolonies op de kust van de Egeïsche zee was aanleiding voor Perzische offensieven tegen Griekenland (490-480). Ondanks hun overwinning verliezen de Grieken daarna hun élan. Zeker nadat ze mekaar uitputten in de Peloponnesische oorlogen (430-403). Dat leidt tot hun overheersing door de Macedoniërs. In het Helleense Verbond dat de Grieken bindt aan de Macedoniërs wordt die nederlaag verzoet door de Macedonische belofte wraak te zullen nemen op de Perzen. Na de dood van zijn vader Philippus lost Alexander die belofte in. In korte tijd overwint hij Perzië en haar rijk.  

Bij zijn dood (323) breekt een strijd uit tussen zijn generaals om de erfenis. Met uiteindelijk de aanvang van drie dynastieën, genoemd naar de generaals Antigonos, Ptolemaeus en Seleucus. De Antigonieden in en rond Griekenland en Macedonië, de Ptolemaeërs in Egypte en de Seleucieden in de rest van het vroegere Perzenrijk. De start van de hellenisering of een inwerking van de Griekse cultuur in die der overwonnen volkeren, en dit tot lang nadat de Grieken politiek uitgespeeld zijn. Italianen zeggen “impastare”, of erin wrijven, zoals met pastadeeg gebeurt.

De Perzen, een onderschatte schakel in de Westerse beschavingsgeschiedenis

Essay (Deel 2)

Tussen de 14de en de 12de eeuw v.C. migreerden Indo-Europeanen uit de Donaugebieden naar Griekenland. In de ontwikkeling van de Griekse civilisatie wordt de invloed van het Oosten onderkend. Via de Kretenzisch-Minoïsche beschaving die stoelt op o.m. Egyptische en Fenicische invloeden.

Alle grote volkeren bouwen op wat voorafging. Zo ook de Grieken die hun erfenis uit het Oosten verrijkten door hun synthese, zoals Nietzsche zei. Of, “…een maatschappij kan enkel progressief zijn wanneer het zijn tradities bewaart. De generaties, aldus Bernard van Chartres, zijn als dwergen die zitten op de schouders van Reuzen waardoor ze meer en verder kunnen zien dan de Klassieken.” Vertaald uit Walter Lippmann, “The Public Philosophy”, 1955, p. 105, met verwijzing naar Etienne Gilson voor het citaat van Bernard van Chartres (ca. 1075-1127). De kathedraal van Chartres – waarvan de bouw aanving in 1194 - bevat vier glasramen met telkens één van de vier evangelisten gezeten op de schouders van één van de vier grote profeten uit de Bijbel.

De Grieken waren erfgenamen van het Oosten. Nu beïnvloeden ze het Oosten

Na Alexander loopt de beïnvloeding in omgekeerde richting. Die hellenisering ging gepaard met een verhuis van Grieken naar de veroverde gebieden waar ze als leraars, medici, bouwers, kunstenaars en letterkundigen werkzaam worden. Een bijdrage die lang zal nazinderen. Tot na het verworden van Griekenland tot een Romeinse provincie vanaf de 2de eeuw v.C., tot Byzantijns gebied vanaf de 3de en 4de eeuw n.C., en onderdeel van het Ottomaanse rijk vanaf de 15de eeuw. Vooral via Perzen en Syrische Christenen beïnvloedt de Griekse cultuur het Arabische gouden tijdperk (8ste tot 13de eeuw) en hun filosofen. Een weg waarlangs de Griekse invloed, o.m. via het Moorse Spanje en Sicilië, ook de middeleeuwen zou bevruchten.

De Griekse emigratie heeft waarschijnlijk Griekenland en Macedonië verzwakt, zoals ook emigratie uit Portugal – ook een klein land - dat land verzwakte na de Portugese ontdekkingen en de stichting van vele kustnederzettingen vanaf de 15de eeuw.

De Ptolemaeërs zullen drie eeuwen over Egypte heersen. Tot 30 v.C. wanneer Octavianus, de latere eerste keizer Augustus, de laatste telg van deze dynastie, Cleopatra VII, overwint. De stad Alexandrië zal uitgroeien tot een bakermat van hellenisme. Ook een omgekeerde beïnvloeding vond plaats doordat de Griekse heersers bestuursvormen van zowel Egyptenaren als Perzen overnamen.

Het Seleuciedenrijk was noch langdurig noch stabiel. Mede omwille van haar grote verscheidenheid en de vroege beslissing de hoofdstad Seleucia op de Tigris westwaarts naar Antiochië in Syrië te verplaatsen. Reeds rond het midden van de 3de eeuw v.C. ontstaat in de satrapie Parthië een dynastie die uiteindelijk de Seleucieden zullen verslaan.

De Griekse macht is slechts tijdelijk. Een lokale dynastie neemt over

Zoals zijn voorganger was ook het Parthenrijk (248 v.C.-224 n.C.) gedecentraliseerd. Het was een feodaal rijk, met een leenheer en leenmannen of vazallen.

Met een leenheer en leenmannen of vazallen. Ze eisten absolute loyauteit maar waren pragmatisch. Grieken bleven in leidinggevende functies voor continuïteit. Het hellenisme bleef nazinderen maar met stijgende Perzische invloed.  Satrapieën werden onderverdeeld in eparchieën om de concentratie van regionale macht tegen te gaan om zo opstanden te vermijden. Ook lokale koningen werden getolereerd mits het betalen van tribuut en het leveren van militaire bijstand. Gebruiken die, zoals ook het betalen van tribuut om oorlog te vermijden, vaak voorkomen in de geschiedenis. De Parthen waren tolerant. Het Zoroastrisme was wijdverbreid, maar ook de vruchtbaarheidsgoden van de Babyloniërs, het pantheon van Griekse goden, en de Joodse cultus. Dit Parthenrijk bestond bijna 500 jaar. Hun kanselarijtalen waren Aramees en Grieks.

De politieke teloorgang van de Grieken valt samen met de opkomst van Rome in Klein Azië. Het begin van acht eeuwen intermitterende oorlog tussen Rome en de Perzen. De langste oorlog ooit tussen twee volkeren. Eerst tussen Rome en de Parthen, daarna, vanaf de 3de eeuw n.C. tussen Rome en de Sassanieden, en tenslotte tussen de Oost Romeinen of Byzantijnen en de Sassanieden tot de Arabische veroveringen in de 7de eeuw. Met mutuele culturele beïnvloeding. Zoals de cultus van Mithra in het Romeinse rijk in de eerste 200 jaar n.C. Mithra is een oude Arische god, met ethisch karakter, die in het na-Zoroastrische Mazdaïsme terug werd opgenomen als beschermer van waarheid en goede trouw en ook als god van overeenkomsten. Mithra was populair bij Romeinse legioenen. Keizer Commodus maakte hem tot beschermgod van het keizerrijk.   

Zoals alle Centraal-Aziatische volkeren waren ook de Parthen geboren paardrijders. Hun leger was berucht en door de Romeinen gevreesd. Tegenover de zware infanterie van de Romeinen stonden hun ruiters. Een deel dat zwaarbewapend en gepantserd was met 7-m lange lansen en zwaarden, en een licht bewapend zeer mobiel deel met bereden boogschutters. Die waren in staat naar achter te schieten vanop een paard in volle galop. Een tactiek die de tegenstrever op het verkeerde been kon zetten door een vlucht te veinzen. Het Engels hield er een uitdrukking aan over: “a Parthian shot”. In belegeringsoorlogen waren de Parthen echter zwak. Dat maakte dat ze moeilijk terreinwinst konden consolideren, in tegenstelling tot de Romeinen die sterk waren in het verdedigen van hun kampen en het veroveren van die van hun vijanden.

Vervelling van een Perzische dynastie tot een andere

De Sassanieden (224-650) waren aanvankelijk vazallen van de Parthen. Vazallen ontpoppen zich vaak als onafhankelijke heersers, los van hun leenheren. Zo vb. Portugal en de Bourgondische hertogen die beiden ooit vazallen waren van een Franse leenheer. 

Een renaissance zet in. De staat wordt gecentraliseerd. De Perzische cultuur neemt de overhand op het hellenisme. Het Zoroastrisme wordt staatsgodsdienst. Het gezag is godsdienstig gelegitimeerd: de grondlegger van deze dynastie ontvangt de investituur van Ahoera Mazda. Gedurende meer dan 400 jaar zal deze Perzische dynastie de draad van Cyrus II en Darius I terug opnemen.

De Nestorianen, doorgeefluik van de Griekse beschaving

De regeerperiode van Chosroes I in de 6de eeuw is een hoogtepunt. Een even groot gebied als dat van hun voorgangers wordt beheerd. Het bestuur wordt beschouwd als het modelvoorbeeld van een Oosters vorst. Met de stichting van een medische school en met de vertaling van Griekse filosofen naar het Perzisch. De Nestorianen hadden daartoe het terrein voorbereid. Zij zijn volgelingen van Nestorius, een patriarch van Constantinopel in het begin van de 5de eeuw. Zij ontvluchtten het Byzantijnse rijk nadat Nestorius als ketter werd gebrandmerkt voor zijn monofysietisch standpunt in de christologische discussies. Volgens de monofysieten kent de persoon van Christus maar één natuur. Ook de Kopten waren monofysieten. Nestorianen vestigden zich in Perzië met instemming van de Sassanieden die met de diofysitische Byzantijnen regelmatig in oorlog waren. Die christenen schiepen er nieuwe cultuurcentra. De Griekse wetenschap vond er een toevlucht nadat de scholen van Athene en Alexandrië waren gesloten. Nestorianen zorgden voor de verspreiding van het Christendom in het Oosten. Zoals in de 4de eeuw de Arianen, die ook als ketters werden bestempeld op gelijkaardige gronden, veel Germanen hadden gekerstend.

De Nestorianen bevestigen de invloed van de Grieken in het Perzenrijk. Later zullen ook Arabieren en geïslamiseerde Perzen die Griekse invloed ondergaan.  

De Arabische veroveringen, in 100 jaar van woestijnstammen tot wereldrijk

Na de dood van Mohammed (632) verslaan de Arabieren o.a. Perzië. Die waren verzwakt door hun oorlog met de Byzantijnen (602-628) en de daaropvolgende burgeroorlog. De dynastie van de Sassanieden eindigt in 650. De Arabische veroveringen duren tot 722 wanneer bijna heel Spanje onder Arabisch beheer valt. Dit rijk is omvangrijker dan dat van vroegere Perzische dynastieën. Met leiding vanuit Damascus onder de kalifaatdynastie van de Ummajjaden (661-750), zo genoemd naar Muawiya, de gouverneur van Syrië. Die landvoogd verslaat de vierde kalief Ali, een schoonzoon van de profeet, en wordt zelf kalief.

Deze Arabische dynastie was pragmatisch. Gegeven hun kleine getalsterkte in een omvangrijk rijk was dat aangewezen. Ze namen vele Perzische instellingen en gewoonten over, zoals bestuur en gerecht. Provinciale gouverneurs waren vaak etnische Perzen of vooraanstaanden uit andere ge-persianeerde volkeren. Perzisch bleef de officiële taal tot de adoptie van het Arabisch op het einde van de 7de eeuw. De Perzische taal bleef weliswaar behouden maar de schrijfwijze werd Arabisch. Veel gedwongen bekeringen tot de islam waren er niet. Bekeringen waren toen economisch gemotiveerd. Mohammedanen werden vrijgesteld van de taks geheven op ongelovigen. Daarom beklaagden gouverneurs zich in Damascus over het teveel aan bekeerlingen waardoor de inkomsten daalden. Een schatting luidt dat in 750 slecht 10% van de Perzen moslim waren, in 950 40% en rond 1100 allen.

De wissel tussen kalifaatdynastieën. Verzwakking van de Arabische inbreng

Bij de dood van een Ummajjade kalief in 743 begint een burgeroorlog. In Syrië wordt onrust gestookt door afstammelingen van Abbas, een oom van Mohammed. Terloops, legitimatie van een kalief door een nauwe band met de profeet werd verbroken met de komst van Muawiya. Dat ongenoegen bleef onderhuids smeulen. Ook in het noordoosten van Perzië groeide onrust bij zowel Arabieren als bekeerde Perzen die als tweederangsburgers werden behandeld. Ook het aanhoudend stamgevoel bij de Arabieren was een euvel dat voor opstanden zorgde. De gevestigde dynastie wordt verslagen en uitgemoord. Eén enkele ontsnapt en slaagt erin de dynastie verder te zetten in het Moorse Spanje (711-1492) dat zijn zenit bereikte in de 10de eeuw in het tijdperk van zijn nazaat Abdul Rachman III. 

Met de dynastie van Abbas, de Abbasiden (750-1256), vermindert de Arabische overheersing. Zij nemen wel het kalifaat over, maar geïslamiseerde afstammelingen van de overwonnenen bekleden nu belangrijke functies. De Perzische beschaving treedt opnieuw op de voorgrond, ook bij Turkse volkeren. En gaandeweg maken grote delen van het rijk onder niet-Arabische vorsten zich los van de kaliefen in Bagdad. Die blijven enkel in naam heersen.

De weerbaarheid van de Perzische beschaving

Die cultuur bleef grotendeels intact doorheen haar geschiedenis, zelfs wanneer ze overwonnen werden. Hun land werd geïslamiseerd maar niet gearabiseerd, in tegenstelling tot vb. Egypte en de Berbers in Noord-Afrika. De vijf eeuwen van de gouden Arabische periode tijdens het bewind van de Abbasiden, was overwegend het werk van Perzen. Dit is een wijdverbreide mening, ook die van Lewis (op.cit.). Daarenboven hebben ook Turkse volkeren en Mongolen wanneer ze over Perzië heersten altijd deze cultuur geassimileerd. Ook o.a. Armeniërs, andere Kaukasiërs en Ottomanen werden sterk door de Perzische beschaving bevrucht. Ook op godsdienstig vlak. Over de Perzische Islam spreekt Lewis niet enkel als een tweede komst van de Islam maar ook als de Islam die werd gebracht naar o.m. Indië, Turkse volkeren, Mongolen en Kaukasiërs.

De “Shahnameh”. Nostalgie naar het pre-islamitische Perzië

Het grote Perzische epos “Shahnameh” (Boek der Koningen) is het langste werk ooit door één auteur geschreven in het Perzisch toen Arabisch de gangbare literaire taal was. Een verhaal vanaf het ontstaan van de wereld tot het einde van het Sassanidenrijk. Het werd voltooid ca. 1010. In dit wordt de diep morele boodschap van het Zoroastrisme na 16 eeuwen herhaald. Het staat symbool voor het hoge niveau van de Perzische beschaving. Ook menig Voor- en Centraal-Aziatisch land erkent dit boek als het zijne en als bron van veel van hun verhalen. De auteur ervan heette Ferdousi Tusi, of “Van Paradijs van (het dorp) Tus” – met “ferdous” het gearabiseerde perzische “para-diz” of “pairi daeza”. Tus lag in het rijk van de Samaniden (819-1005) met hoofdstad Buchara in het huidige Oezbekistan. Een zeldzaam voorbeeld van een Perzische dynastie in een Arabisch rijk. Die zorgden voor een Perzisch élan.

De auteur van dit grote epos was een sjiitische moslim. Dat kon niet verhinderen dat hij gegriefd was door het verlies van het pre-Islamitische Perzië.

De opkomst van Turkse volkeren en dynastieën, de Karolingers van Voor- en Centraal-Azië

De Abbasiden en hun vazallen deden beroep op Turkse slaven als mankracht voor leger en lijfwacht. Zo ontstonden Turkse militaire en politieke machthebbers die eigen dynastieën stichtten, zoals de Karolingers de Merovingers onttroonden. Turkse volkeren zijn afkomstig uit het Altaj gebergte en hebben zich zuid- en westwaarts verspreid. Het historisch belangrijkste en langst regerende Turks volk waren de Ottomanen (1300-1923) uit het huidige Turkijë. 

Een Turkse gouverneur in dienst van de Samaniden onderwerpt Ghazni in het oosten van het huidige Afghanistan. Zo ontstaan de Ghaznaviden (977-1186). Onder de zoon van de stichter groeit dat rijk uit tot een bloeihaard van Mohammedaans-Perzische wetenschap en beschaving. Ook deze dynastie zou een beschermheer van Ferdousi  zijn geweest. Omdat Turken en Arabieren als onbetrouwbaar worden geacht omwille van hun sterke stamaffiliatie, benoemen ook Turkse dynastieën vaak Perzen op belangrijke functies, en later ook Kaukasiërs. Deze dynastie was de eerste die via hun veroveringen de Islam naar India brachten.

Uitholling van het kalifaat en van het theocratische karakter van de staat 

De Ghaznaviden worden geleidelijk verdrongen door andere Turken, de Seldjoeken (1037-1194). Reeds in de 10de eeuw hadden ze de Islam aangenomen. Een eeuw later wijzigen ze het heersende concept van Islamitisch bestuur. De initiatiefnemers zijn een sultan en zijn vizier. Het theocratische karakter van de Islam wordt aangetast. De goddelijke legitimiteit van de kalief wordt vervangen door een symbolische en éénheid-bevorderende rol. Soefisme, een Islamitisch mysticisme, wordt geassimileerd in de staatsgodsdienst. Een verzachting van de strikte Islam. Scholen voor theologie, jurisprudentie, talen, literatuur, natuurwetenschappen en politiek worden gesticht.

Deze sultan en zijn vizier worden vermoord (1092) door de Assassijnen – van het Arabische “hasjasjin”, of gebruiker van hasjiesj, vandaar ook het woord voor moordenaar in Latijnse talen. Een sekte van fundamentalisten die drugs toedienden om tot moord aan te zetten. Op een moment dat het rijk van de Seldjoeken zijn grootste omvang kent: van Anatolië en de Middellandse Zee tot Afghanistan, met een stuk Arabisch schiereiland. Daarop volgt de neergang. Familieleden twisten over de verdeling van het rijk. Een immer weerkerend verhaal. Van die verzwakking profiteren het kalifaat in Bagdad, hun vazallen, en vazallen van hun vazallen. Dat leidt tot een verzwakking van allen waarvan de Mongolen profiteren. Die vernietigen Bagdad in 1256. Daarmee eindigt het Arabische Abbasidenkalifaat.

De Perzen waren belangrijk voor de Westerse beschaving

De Perzen waren een doorgeefluik tussen de beschavingen van het Klassieke Oosten en het Westen. De civilisaties van vooral de Mesopotamische rijken werden door de Perzen in de hunne geassimileerd. Met een sterke interactie tussen Perzen en Grieken vanaf de 6de eeuw v.C. tot lang na de Arabische veroveringen, en tussen Perzen en West- en Oost-Romeinen vanaf de 2de eeuw v.C. tot, zeg maar, de val van Constantinopel in 1453.

Daarnaast heeft menig Aziatisch volk de Perzische beschaving grotendeels overgenomen. Toch werd Perzië van 650 tot vandaag slechts gedurende 44 jaar door Perzen geregeerd: de Ayatollahs vanaf 1979. Sedert 650 regeerden over Perzië dus hoofdzakelijk Arabieren, Mongolen, Turkse en andere Centraal-Aziatische volkeren, Kurden en Kaukasiërs, zoals de Pahlavi’s (1925-1979).  

Het Klassieke Oosten behoort tot het “Westen” 

Het Klassieke Oosten waarmee dit essay aanving omvatte een stuk van het Midden Oosten – zoals nu gedefinieerd - plus Egypte. Met de tijd verschoof de kern van dat Klassieke Oosten naar het huidige West-Europa.

In de jaren 1940 verdeelde de archeoloog Hallam Movius de aarde vanaf anderhalf miljoen jaar geleden in West en Oost, met als criterium het gebruik van respectievelijk de “hoogtechnologische” handbijl uit steen in het Westen versus het “laagtechnologische” hakgereedschap in het Oosten. Die Moviuslijn loopt vanaf het midden van Engeland door het midden van zowel de Zwarte als de Kaspische Zee, tot noordoost Indië waar de Indische oceaan wordt vervoegd (Ian Morris, “Why the West rules – for now”, 2010, pp 47-49). Het zo bepaalde Westen omvat dus o.m. het Klassieke Oosten.

Morris ontwierp een ontwikkelingsindex om West met Oost te vergelijken op basis van 4 criteria: energiegebruik, organisatie, informatie en oorlogsvoering (op. cit., pp. 143-171, 623-645). Zo presteert vanaf het 14de millennium v.C. tot 541 het Westen beter dan het Oosten. Na 541 – na de val van het Romeinse rijk - steekt het Oosten het Westen voorbij tot 1773 –  het begin van de industriële revolutie. Bij extrapolatie van huidige tendensen zou in 2103 het Oosten terug de leiding nemen. Los van de timing, heel waarschijnlijk. 

Frank Boll, gastauteur

 

Beknopte bronnenlijst:

Basisinformatie werd geput uit o.m. de Winkler Prins Encyclopaedie (1947-1954) en Wikipedia. Uitmuntend door hun structuur en inhoud blijven basiswerken uit de tijd van mijn middelbaar onderwijs: Lallemand, A. en J. Uytterhoeven, Geschiedenis der Oudheid, 1932,1953, en Huyghe, M., Grieken en Romeinen, 1958.

Merkwaardige invalshoeken komen vaak uit werken over de volkeren waarmee de Perzen interacteerden, als Egyptenaren, Grieken,  Romeinen, Byzantijnen, Arabieren en Joden. Zoals: Shaw, I. (ed.), The Oxford History of Ancient Egypt, 2000, Potts, T. and Malek, J. (eds.), Cradles of Civilization Egypt, 1993, Herodotos, delen uit zijn Historiën, van de hand van G. Koolschijn: Herodotes, Macht heeft vele minnaars, 2016, Theodor Mommsen, Römische Geschichte, 1854-1885, Norwich, J.J., Byzantium The Early Centuries, 1988, Schuman, L.O., De Arabieren, 1960, Kennedy, H., The Great Arab Conquests, 2007, Schama, S., The Story of the Jews, Volume One, 2013, Hattstein, M. und Delius, P. (eds.), Islam Kunst und Architektur, 2000 (een schitterend boek met eminente  geschiedkundige bijdragen over dynastieën die heersten over Perzië), en Rimli, E. Th. und Fischer, K. (eds.), Illustrierte Weltkunstgeschichte, 1959, Teil 1 Der Alte Osten (ook hier met geschiedenis).

Tenslotte algemener werken: Putzger Historischer Weltatlas, 1877, 2001 (uitmuntend), The Times Compact Atlas of World History, 1995, Könemann, L. (ed.), Historica, 2012,  Parrender, G., Storia universale delle religioni, 1984, Frankopan, P., The Silk Roads, 2015, en Frankopan, P., The Earth Transformed, 2023.