De fatale omslag, of hoe we dreigen af te glijden naar de totalitaire staat.
Vooraf
Het is zonder meer duidelijk dat Covid-19 een meer dan ernstige ziekte is. Zelfs als we alleen rekening houden met de dodelijke slachtoffers voor wie Covid de primaire doodsoorzaak was, zijn er binnen de Belgische grenzen door deze ziekte 3500 doden te betreuren. Dat is veel minder dan het aantal mensen dat jaarlijks aan CVA-toevallen of aan kanker overlijdt, maar 3500 is nog wel een groot getal. Weglachen of minimaliseren is dus niet aan de orde.
Maar zelfs als het aantal primaire Covid-doden overeen zou komen met het aantal Covid-doden in de officiële statistieken en de gevolgen van de ziekte dus veel ernstiger zijn dan kritisch georiënteerde waarnemers soms menen, dan nog doemt er steeds duidelijker en steeds feller een totaal ander gevaar op. Ik heb het hier niet over de vaak aangehaalde “Grand Reset”. Niet dat die niet zou bestaan. Daarvoor bestaat er te veel evidentie.
Het gaat om de natuur zelf van onze duur bevochten democratische maatschappij.
De vraag klinkt luid of de Covidpandemiepolitiek niet bezig is ons naar een totalitaire maatschappij te voeren, zonder dat we ons daar zelf van bewust zijn.
In wat volgt zal ik eerst een aantal kenmerken van de totalitaire staat beschrijven. Vervolgens som ik een aantal kenmerken op van de sociale en politieke situatie waarin de Covid-maatregelen ons hebben gebracht. Daarna dringt zich uiteraard de balans op.
Daarop volgt een analyse van een aantal psychologische processen en dan zal blijken dat we op een keerpunt staan: we staan op het punt terecht te komen in een heuse totalitaire staat.
De vraag rijst, tenslotte, of de aanpak door de overheden vandaag niet omgebogen moet worden en of we ons door sommige “experts” niet in een fuik gevangen laten nemen - of dat die experts niet zélf gevangen zitten in een fuik die ze misschien zelf hebben gezet met de ultieme vraag of er geen andere aanpak mogelijk is.
De totalitaire staat
Er bestaat nogal wat literatuur over het totalitarisme. Een van de belangrijkste theoretici is Z. Brzezinski. Toch heeft naar mijn gevoel niemand het wezen van het totalitarisme grondiger en doorleefder onderzocht dan de Joodse schrijfster Hannah Arendt. Haar boek, The Origins of Totalitarianism, werd gedeeltelijk in het Nederlands vertaald en van een inleidende en zeer leerrijke commentaar voorzien door Remi Peeters en Dirk De Schutter[i]]. In wat volgt zal ik me vooral baseren op Arendt en de inleidend commentaar van Peeters en De Schutter.
Men kan de essentie van het totalitarisme afleiden uit de naamgeving van het verschijnsel zelf. Totalitair wil namelijk zeggen: een regime waarin de hele samenleving in alles is gericht op de doelstellingen van de staat. Het begrip duidt op allesomvattendheid, het feit dat niets aan de greep van de staatsbemoeienis ontsnapt.
Hieruit volgen een reeks kenmerken die iedereen als een eigenschap van een totalitair regime kan herkennen.
Ik som er hierna een aantal op
- Er bestaat een lange reeks strikte voorschriften waaraan iedereen zich moet houden. Zowat alle aspecten van het samenleven worden gestuurd.
- Letterlijk alle aspecten van de maatschappij worden voorwerp van beheersing en controle.
- Afwijkend gedrag is voorwerp van repressie en zelfs van terreur.
- Alle bepalingen m.b.t. tot het gewenste gedrag vinden hun oorsprong in één enkel centrum, dat zich opstelt als de elitaire leidende instantie.
- De instroom van informatie in de samenleving en de doorstroming ervan doorheen de samenleving zijn zeer strikt beperkt.
- Totalitarisme wordt gekenmerkt door het streven naar een utopische toestand, waarin, naar men verklaart, de ervaren kwalen voorgoed uit de wereld zullen zijn geholpen.
- De samenleving bevindt zich in een voortdurende staat van oorlog tegen alles wat het realiseren van de gedroomde toestand zou kunnen verhinderen.
- De totalitaire staat schept op die manier zijn eigen werkelijkheid, die bijgevolg alle tradities en bestaande wetmatigheden opzij kan duwen.
Hannah Arendt wijst echter op een fundamenteler kenmerk van de totalitaire staat. Zij schrijft dat een totalitair bestuur niet vanuit een onwettelijkheid handelt.
Totalitarisme is helemaal niet arbitrair
Integendeel: het totalitarisme verklaart uit te gaan van een volstrekt respect voor alles overtreffende wetten, namelijk die van de Natuur of de Geschiedenis. Het essentiële kenmerk hierbij is de totale onontkoombaarheid aan de wetmatigheden van Natuur of Geschiedenis[ii]]. De menselijke persoon of zelfs de menselijke samenleving verdwijnen in het licht daarvan in de volstrekte onbenulligheid. Bijgevolg verdwijnen ook de persoonlijke vrijheden, want die hebben in het licht van die grote wetmatigheden geen gewicht. Ze kunnen dus opzij worden geschoven. Meer zelfs: het is een plicht die opzij te schuiven.
Een ongemakkelijke vergelijking
Laat ons nu eens kijken naar de toestand vandaag, naar de wereld van de Covid-maatschappij.
- Het is duidelijk dat zowat ieder aspect van het menselijk leven voorwerp is van de officiële Covid-politiek. De hele samenleving wordt gemonitord. De horeca is dicht. Evenementen zijn verboden. Sportwedstrijden vinden plaats zonder publiek. Kinderen volgen virtueel les. Niemand mag een winkel binnen als er meer dan het voorgeschreven aantal aanwezigen zijn. Iedereen wordt geacht afstand te houden. Heel belangrijk is de verplichting van het dragen van het mondkapje, dat als een zichtbaar symbool van de breuk in de menselijke contacten kan gelden: een vorm van algehele smetvrees wordt ons opgedrongen. De mobiliteit wordt beperkt, ja zelfs de avondklok wordt afgekondigd. Dat gebeurt normaal alleen in geval van een algehele politieke of militaire noodtoestand. Bij de arts of in het ziekenhuis wordt elke vorm van “samenscholing” beperkt. Wie hierover nadenkt zal het moeilijk hebben om nog één onderdeel van het leven aan te wijzen, waarvoor geen beperkingen werden uitgevaardigd. Zelfs het privéleven blijft niet onaangeroerd, want iedereen wordt geacht zich binnen zijn eigen “bubbel” te houden en familiefeestjes zijn ook al uit den boze.
- Er worden niet alleen regels uitgevaardigd. Er is ook algehele controle. We worden zelfs verzocht om elkaar te berispen. En iedereen weet inmiddels dat we allemaal door de politie in het oog worden gehouden - nota bene terwijl intussen de verkeersovertredingen de spuigaten uitlopen. Zo zie je maar waar de prioriteiten liggen.
- Er is ook sprake van heuse repressie. Hoewel demonstreren een grondwettelijk recht is, worden vreedzame demonstranten die op de Malieveld bijeenkomen door de politie hardhandig aangepakt. Idem dito voor een betoging op het Museumplein, waar een jaar voordien, in volle Covid-tijd, een Black Lives Matter-betoging wél mocht doorgaan[iii]. Er was zelfs even sprake om de politie toestemming te geven te allen tijde de woning te betreden. Sommigen dreigen met heuse detentiekampen voor wie weigert zich te laten vaccineren. Het wordt toch moeilijk om bij zulke boodschap niet aan het verleden te denken?
- De boetes zijn niet alleen niet mals: ze zijn buitensporig. Wie betrapt wordt op het negeren van het rode stoplicht mag zich in normale omstandigheden verwachten aan een boete van 174 euro. De winkelier die klanten ontvangt zonder mondkapje kan een boete van 750 euro. verwachten. De boetes zijn duidelijk bedoeld om zware druk uit te oefenen en ervoor te zorgen dat iedereen in de pas loopt.
- Al deze maatregelen komen inderdaad vanuit één enkel centrum: dat van een comité van ministers en minister-presidenten - tenminste: zo lijkt het. Omdat de meesten onder hen verkozen functionarissen zijn, is dit feit op zich geen reden tot bezorgdheid. Maar zowat iedereen weet dat de regeringsleden gemonitord worden door een klein clubje van experts. Hun status en aanzien en dus hun feitelijke macht is vele malen groter dan hun officiële positie toelaat. Omdat ze voortdurend door de pers worden opgevoerd en daarbij de gelegenheid krijgen om de komende regeringsbijeenkomst op voorhand al voor haast voldongen feiten te zetten, spelen zij de rol van een soort achterkamerdirectorium, dat de op medisch of sociaalpsychologisch gebied veelal onkundige politici klem kan zetten.
- Dan is er het probleem van de informatiestromen doorheen de maatschappij. Het is bekend dat de pers teksten die kritisch zijn voor de gevoerde Covid-politiek censureert - al is censuur niet tot de Covid-wereld beperkt. Dat is met zoveel woorden uitdrukkelijk door de hoofdredacteur van een Nederlandse krant gezegd. Ook sociale media zoals Facebook en Twitter censureren kritische stukken over de Covid-politiek. Doch ook de politiek zelf doet een behoorlijke duit in het zakje. De Belgische regering wil het zogeheten nepnieuws als een correctioneel feit strafbaar stellen, hoewel de grondwet in België en Nederland elke censuur uitdrukkelijk verbiedt en de grond om nieuws tot nepnieuws te verklaren per definitie altijd zeer wankel is.
Men zal misschien ongelovig opkijken bij het lezen van deze opsomming. Men zal zich afvragen of dit alles niet overdreven is. Maar wie wil vindt al deze elementen in de concrete, dagdagelijkse samenleving van vandaag terug.
Nous sommes en guerre
We stoten hier namelijk op de kern van de totalitaire ingesteldheid: de oorlog tegen een dodelijke vijand.
De Franstalige titel van deze paragraaf komt van de Franse president Emmanuel Macron, in een televisietoespraak op 16 maart 2020. Het begrip oorlogstoestand wijst altijd op een uitzonderingstoestand en zelfs op het gevaar van een dreigende vernietiging. In zo’n geval moeten alle beschikbare middelen worden ingezet en zonder deze inzet, zo luidt de boodschap, is de complete vernietiging onontkoombaar. Of Macron deze consequentie heeft overwogen toen hij deze woorden uitspraak, weet ik niet. Maar ze weerspiegelen een stuk van de fundamentele werkelijkheid van het totalitarisme: de totale mobilisering van alles en iedereen in de maatschappij om de aanstormende vijand te verslaan.
Toen Hannah Arendt de totalitaire houding ontleedde, stonden haar het nazisme en het stalinisme voor ogen. Adolf Hitler voerde oorlog tegen de verbastering van het ras en Stalin was genadeloos voor alles wat in zijn perceptie zijn gedroomde proletarische staat in gevaar kon brengen.
Omdat het ras nooit zuiver is en de proletarische staat nooit loskomt van de dreiging door de bourgeoisie te worden overgenomen, is de oorlog tegen deze vijanden zonder einde. Zowel de raszuiverheid als de volledige proletarische staat zijn utopische toestanden.
Nogmaals: ik weet niet of Macron zover heeft nagedacht. Maar wie beweert oorlog te gaan voeren tegen een virus moet beseffen dat virussen altijd en onophoudelijk rondom ons aanwezig zijn, tot in ons lichaam toe. Hij moet ook beseffen dat virussen de onhebbelijke gewoonte hebben om de haverklap te muteren en dus elke keer weer opnieuw een gevaar op te leveren voor de volksgezondheid. En hij moet beseffen dat hij de gemoederen in één richting opzweept.
Wat ik nu ga zeggen is pijnlijk, maar ik ontkom er niet aan: volledige volksgezondheid is even onhaalbaar als de proletarische staat of de zuiverheid van het ras.
Ik beweer niet dat de virologen een utopische gezondheidstoestand najagen. Ik beweer wel dat het geheel van maatregelen, het gedrag van de media en zelfs het gedrag van de modale mens al te veel gaat lijken op een streven naar zo’n volledige en dus onhaalbare volksgezondheid. En ik beweer dat zulke politiek onrustbarend veel weg heeft van de toestanden in een totalitaire staat.
We zijn het gewoon geworden om een vergaande uitzonderingstoestand te aanvaarden in de hoop dat we daardoor, op een niet nader bepaald moment in de toekomst, weer naar het normale leven kunnen overstappen – alsof dat laatste ooit ook maar enigszins gespeend zou kunnen zijn van de aanwezigheid van virussen van allerlei slag. En alsof na Covid niet een ander, nieuw virus de wereld zal teisteren. Zullen we dan maar voor eeuwig in de oorlogsmodus blijven? Zullen we dan de vrijheidsbeperkende bepalingen nooit meer terugdraaien? Zullen we de repressie door de Mobiele Eenheid voortaan als normaal gaan aanvaarden? Zullen we aanvaarden dat politie-eenheden uit de buurstaten worden ingeschakeld om verzet en protest de kop in te drukken en zullen we blijven plooien voor de dreiging van exuberante boetes?
Angst en de omslag
Covid maakt de bevolking angstig en waarschijnlijk is de politiek zelf ervoor beducht. Zoals bekend is angst een buitengewonde sterke motivator. Angst beïnvloedt in grote mate elk menselijk gedrag. Angst is een zeer primitieve emotie die ook vanuit een evolutionair standpunt belangrijk is. Onze voorouders deden er goed aan hun angst voor roofdieren niet te gemakkelijk terzijde te schuiven.
Naast de vrees voor de boetes en de repressie is dus ook de angst voor Covid zelf een van de belangrijkste redenen waarom grote massa’s mensen de soms heel ver gaande beperkingen aanvaarden – vaak met gemor, maar toch. Dat laatste komt tot uiting in lezersbrieven, waar een aantal schrijvers ons vertellen dat kordate, hardhandige maatregelen noodzakelijk zijn om de covid-dreiging voorgoed af te wenden. De goede lezer verstaat dan: “daarna kunnen we weer zonder angst leven”.
Kijken we eens nader naar wat zich feitelijk afspeelt.
Bij de aanvang was Covid voor iedereen een totaal onbekende ziekte. Het verhaal deed de ronde dat je er dood van kon gaan of dat je er voorgoed door kon getekend zijn. Het stond overal te lezen en je kon het overal horen. Voldoende om er bang van te worden. Dergelijke boodschappen dringen niet alleen onze bewuste geest binnen. Ze beïnvloeden ook onze emotionele geest. Hoe vaker de gevaarboodschap klinkt, hoe dieper de emotionele geest wordt geaffecteerd.
In het begin is er een vorm van verzet. “Zo erg kan het toch niet zijn? En “men overdrijft”, of “de farmacie zoekt nieuwe afzetmarkten”. Maar gaandeweg, bij het voortduren van de angstig stemmende boodschappen, stapelt de onzekerheid zich verder op. Kritische geesten beginnen zich af te vragen of er toch niet iets van aan is en ondervinden soms fanatieke uitingen van lieden die al helemaal door de angst zijn ingepakt.
Er komt dan een punt waarop vele mensen elk verzet opgeven, elk woord van kritiek op Covid zelf verdacht beginnen te vinden en critici beginnen in te delen bij de vijanden van de volksgezondheid. Op dat punt voelen ook overheden de behoefte om ook het laatste verzet de kop in te drukken.
Dat is het punt dat ons zorgen moet baren
Zodra een bepaald percentage – ik weet niet hoeveel – van de bevolking het kritische verzet opgeeft en zich weerloos en kritiekloos overlevert aan de
Covid-politiek, slaat de balans in de samenleving om en worden de kritische geesten de nieuwe paria’s van de maatschappij en riskeren ze de vervolging. Net zoals de critici van Stalin. Vanaf dat ogenblik zit de hele samenleving in de tang.
Precies dat is het ogenblik waarop we afglijden naar een totalitaire situatie.
We hoeven niet af te glijden.
Naarmate mensen meer over een probleem te weten komen, wordt dat ook minder vreemd ervaren. Wat vreemd is boezemt per definitie angst in. Als die vreemdheid wegvalt, verdwijnt alvast een deel van de spanning die tot angst voert. Dat is een algemeen bekend mechanisme.
Kennis over Covid kan bijgevolg het fatale proces van het doorschuiven naar de totalitaire staat helpen doorkruisen. We kunnen, gelukkig nog, daarbij een beroep doen op die elementen uit onze opvoeding en cultuur die ons aanzetten tot persoonlijk en soms individualistisch gedrag.
Die koppige individualistische geest komt ons nu van pas. Want door ons terug te trekken op ons eigen denken over de toestand rondom ons sluiten we ons niet alleen af voor het onafgebroken bombardement met onheilsberichten. We scheppen ook een mentaal eiland, waarin wij zelf heer en meester blijven. Hierdoor verandert ook onze eigen emotionele toestand en des te meer naarmate we ontdekken dat anderen er ook zo over denken, want dat voelt aan als steun.
Toen er in het begin alleen maar input van angstimpulsen was, vallen deze laatste weg, althans op die punten waarover intussen meer kennis aanwezig is. Meer genuanceerde input neemt nu de plaats in. Men heeft bijvoorbeeld geleerd dat Covid weliswaar erg is, maar in vergelijking met het aantal besmettingen slechts in een klein aantal gevallen dodelijk. Men ontdekt dat er tegen Covid concrete strategieën kunnen ontwikkeld worden. De discussie kan zich dan vervolgens verleggen naar de vraag welke deze strategieën moeten zijn en welke daarvan doeltreffend of aanvaardbaar zijn en naar de vraag hoe we zo snel mogelijk naar een normaal menselijk sociaal leven kunnen terugkeren. Het is het moment waarop we naar protesterende jongeren moeten luisteren.
Zeer zeker is niet alle informatie die over Covid wordt verspreid correct. Dat kan sommige mensen ertoe aanzetten om zich minder aan de regels te houden of zich ten onrechte uit te leven. Maar kennis schept in ieder geval openheid tot debat. Meer zelfs: er kan zich een vorm van wantrouwen ontwikkelen tegenover de door de overheid en experts gevoerde politiek.
Velen zullen op dit punt steigeren. Sommigen kunnen er een extreme positie in zien. Toch vergissen die mensen zich. Experts noch politiek zijn heilig. Een gezonde dosis wantrouwen is zelfs een voorwaarde, want zonder een gezonde dosis wantrouwen kan een democratie gewoon niet bestaan. Wanneer mensen die dosis gezond wantrouwen ontwikkelen, versterken zijn hun logische geest en onderdrukken zij hun eigen angsten. Hun emotionele habitus wordt niet langer overheerst door de gevoelens van dood en vernietiging. Het wordt weer beter mogelijk om rationeel te oordelen.
Dat is het punt waarop de politiek, de experts incluis, moeten meegaan
De communicatie moet anders worden. Experts moeten de angst in de samenleving niet de hele tijd opzwepen. We hoeven niet langer de dreigende boodschappen over een derde golf – alsof we zelf niet weten dat die sowieso zal komen. En het is niet waar dat een regering die haar discours aanpast als er verzet oprijst toegeeft aan relschoppers. Zulks te beweren is echt te gemakkelijk[iv].
Slotbeschouwing
In de maatschappelijke discussie dreigt, meer in het algemeen en in de lijn van het heersende politiek correct denken, het gevaar dat wie kritisch naar de pandemie-politiek wil kijken, als asociaal of zelfs als egoïst wordt weggezet.
Daarbij wordt een soort redeneringen gehanteerd die we in sommige kringen wel vaker in gebruik zien. Iets in die zin van: ‘u houdt er een andere mening op na, dus u bent een fascist. Als u redenen aanvoert waarom die kwalificatie fout is, ziet u de waarheid niet onder ogen.’
Daarmee wordt de weg naar de rationele benadering van het probleem afgesneden.
We moeten opletten dat dergelijke scenario’s niet gemeengoed worden. Adolf Hitler kwam aan de macht met de hulp van de elite en nadat de massa van de bevolking murw was gemaakt en angstig smeekte om iemand die hun angst kon temperen.
Er is veel overeenkomst tussen de toestanden vandaag en die uit het verleden. We moeten daarop bedacht zijn, want de democratie is een uiterst kostbare maar frêle broze toestand. Concreet betekent dit dat experts schroomvallig moeten adviseren en niet de hele tijd in de pers voorzetten moeten geven over kappers die nog niet mogen openen of reizen die moeten verboden worden.
Experts vormen geen schaduwkabinet en de pers mag hen de kans niet bieden zo’n kabinet te vormen.
En evenmin moeten sommige maatschappelijke groepen streven naar een Grand Reset. Als dat laatste moet gebeuren – daar kunnen argumenten voor bestaan – dan moet dat in alle openbaarheid en na een democratisch debat gebeuren.
Het gezag behoort aan een verkozen regering. Die moet leiden en beslissen en die moet communiceren.
En de media: die moeten informeren zonder zelf een stelling in te nemen. Dat is al moeilijk genoeg.
Zonder deze gang van zaken loopt de spanning en de angst in de samenleving zo hoog op, dat het hoger beschreven scenario heel realistisch wordt.
Dwarsligger
[i] Hannah Arendt. The Origins of Totalitarianism. A Harvest Book, London, 1976. En Hannah Arendt. Totalitarisme. Vertaald door Remi Peeters en Dirk De Schutter. Boom, 2005.
[ii] Hannah Arendt. O.c. blz. 461.
[iii] 1 juni 2020.
[iv] Op dezelfde lijn zit Maarten Vansteenkiste. HLN 30/1/2021.