Bob Dylan heeft de wereld uit de spanning bevrijd: hij gaat nu toch grootmoedig de Nobelprijs aannemen.Of stuurt hij toch zijn 'kat'?
De voorname heren van het Zweedse Academie waren anders al op hun hoogmogende tenen getrapt. Bob Dylan reageerde gewoon niet op hun boodschappen. Hij nam de telefoon niet af, en was op geen enkele wijze beschikbaar om de choreografie voor de dingen die nog moeten komen af te spreken. De auteur Per Wästberg, van de Academie, werd een beetje nerveus en zegde op TV: „Dat is onbeleefd en arrogant. Dat moeten we eenvoudig even vaststellen.” Zie hier de hardste, onverzoenlijkste taal die een postmoderne intellectueel over zijn lippen krijgt.
Nu heeft de heer Dylan zich gemeld: hij zal proberen naar Stockholm te komen om de prijs in ontvangst te nemen. Maar hij kan duidelijk niets beloven.
Mij verwondert hier niets, buiten natuurlijk de verwondering van de Academie zelf. Ik ben er ook absoluut niet verbaasd over dat onze anders altijd zo babbelziek met het vingertje zwaaiende media hier opvallend stil, eigenlijk eerder sprakeloos, over zijn. Hier zijn twee sacrosancte heilige koeien met elkaar in aanvaring gekomen: Bob Dylan en het Nobelprijs comité. Wat ze hier ook over zeggen: het is ‘politiek’ fout. Dus zwijgen is de boodschap. Wat me er weer eens dankbaar aan herinnert hoe comfortabel wij dwarsligger leven…
Wat hadden ze dan eigenlijk verwacht daar in Stockholm, en waar dachten ze wel dat ze mee bezig waren? Natuurlijk wilden ze nog eens een van hun grote symbolische gestes maken. Ze wilden ostentatief een buiging maken voor de culturele revolutie die sinds de jaren 60 onze arme aarde overspoelt. Ze wilden dat doen door een van de belangrijkste protagonisten die dat proces in gang gebracht hebben te lauweren: de bard van de beweging, Bob Dylan. Daarvoor waren ze zelfs bereid iemand die nooit literatuur geschreven heeft de Nobelprijs voor… literatuur te geven! En nu die ijskoude ondankbare afwijzing.
Ze hadden kunnen weten dat het de bedoeling van een aanzienlijk deel van die beweging is – en altijd was – om te choqueren en te polariseren. Daarom ben ik een beetje verrast over hun teleurstelling nu. Maar hun bedoelingen waren denkelijk zo Nobel als de naam van de prijs al doet vermoeden: ze wilden integreren, de revolutionairen symbolisch de hand van het burgerdom reiken en omarmen. Ze wilden de beweging officieel erkennen en uitnodigen om zich te laten coöpteren. Ze stootten niet op de enthousiaste open armen die ze verwacht hadden.
Maar misschien onderschat ik de Zweden wel. Misschien was het de ware bedoeling van de Zweedse Academie om eens duidelijk te tonen hoe weinig het burgerdom van die revolutie werkelijk begrepen heeft, hoe zeer het er zich ook - deels uit conformiteitsdwang, deels uit gemakzucht – inmiddels mee geïdentificeerd heeft. De waarschijnlijkheid hiervoor is weliswaar onooglijk gering, maar we moeten de intelligente opties ook een kans laten.
Voor iemand zoals ik, die noch van de gepolijste ceremoniën van het burgerdom, noch van de woeste orgiën van de revolutionairen een hoge pet op heeft is dit in ieder geval een onbetaalbaar spektakel. Ik denk echter niet dat Alfred Nobel gelukkig met de beslissing van zijn comité zou geweest zijn, hoe ze ook bedoeld was.
Het is niet duidelijk hoe dit uiteindelijk afloopt; het laatste woord is nog lang niet gezegd. Maar heel het geval heeft minstens één voordeel; Hier gaat, per hoge uitzondering, nu eens niemand van ‘racisme’, ‘seksisme’ of discriminatie in het algemeen beschuldigd worden!
Uw dwarsligger