Jules de Waart 2Uittreksel uit het boek van Jules de Waart “Geloof niet alles” (blz 59 e.v.)

Een consensus van 97%?

Op 16 mei 2013 twitterde president Obama van de VS: “97% of scientists agree. Climate change is real, man-made and dangerous.” De tweet werd buitengewoon belangrijk en was wellicht de meest geciteerde tweet
ooit. Zijn opvolger, de twitter-fanaat Donald Trump kwam niet eens in de buurt. Op het eerste gezicht lijkt het een vreemd moment voor zo’n tweet. In mei 2013 was de globale wereldtemperatuur al 14 jaar niet meer gestegen. Maar Obama reageerde ook niet op het weer of op het klimaat; hij reageerde op een artikel van John Cook (et al) dat de vorige dag, op 15 mei 2013, was verschenen in het tijdschrift Environmental Research Letters, een van de vele tijdschriften die zich met het klimaat bezighouden. Het had als titel “Quantifying the consensus on anthropogenic global warming in the scientific
literature”. De hoofdauteur was een assistent-professor in de communicatie-wetenschappen aan de George Mason Universiteit in Fairfax, Virginia (VS): John Cook.
Het is niet goed voorstelbaar dat Obama, of een van zijn naaste medewerkers,
die bewuste dag in mei even weinig te doen had, ter verstrooiing de Environmental Research Letters van de vorige dag ter hand nam, en spontaan besloot dat deze tot dusver totaal onbekende auteur de steun van de president verdiende.
Bijna de helft van de Amerikaanse bevolking geloofde op dat moment dat de klimaatwetenschappers onderling verdeeld waren en het ook nog niet wisten. Dit zou zowel de onderhandelingen over het nieuwe Verdrag van Parijs, dat Obama graag wilde tekenen, als de kansen van een Democratische kandidaat bij de komende presidentsverkiezingen kunnen schaden. Steun aan een onderzoek dat leek aan te tonen dat vrijwel alle wetenschappers positief stonden tegenover de IPCC-consensus leek dan ook een uitgelezen kans. Vanaf mei 2013 zou geen enkele discussie over het klimaat nog hetzelfde zijn. Iedere scepticus of denier die het nog waagde zijn of haar mond open te doen, kon met het 97%-argument worden geconfronteerd en verslagen.
Nog in 2019 zou het in onze Tweede Kamer worden gebruikt. Nog steeds met succes. De klimaatalarmisten hadden in 2013 wel wat steun nodig. De diverse rapporten van het IPCC straalden wel steeds meer zelfvertrouwen uit en noemden hun eigen argumenten steeds overtuigender. Maar het waren nog steeds dezelfde argumenten en het werd maar niet warmer. Ondanks de vele miljarden voor klimaatonderzoek, voor het overgrote deel besteed aan alarmistisch onderzoek, waren er nog geen directe bewijzen voor de broeikastheorie gevonden. Het bleef bij correlaties en modellen.
De alarmistische wereld besloot zich te concentreren op het begrip ‘consensus’. Natuurlijk realiseerden ze zich dat consensus een wetenschappelijke noodsprong was. De wetenschap gaat toch vooral vooruit via het falsificeren van hypothesen, niet door consensus. Maar ze hoopten er mee weg te komen. Als ze konden aantonen dat een overgrote meerderheid van de wetenschappers (meer dan 95%) hun alarmistische theorieën zou ondersteunen, wie zou dat dan durven bestrijden? Wie zou het lot van de aarde durven riskeren tegen de mening van meer dan 95% van de wetenschappers?
Ze kregen grotendeels gelijk. Het toverwoord consensus werd een wereldhit en het begrip zou zeer invloedrijk worden en blijven. De consensus was een belangrijke factor bij de onderhandelingen over het Verdrag van Parijs in 2015. Obama kreeg het groene licht en kon in 2015 het Verdrag tekenen en nog hetzelfde jaar ratificeren. Het IPCC-paradigma was weer geheel terug, de alarmisten hadden gewonnen.

Hoe was het zo ver gekomen? Natuurlijk werd het begrip consensus niet in 2013 uitgevonden. Nadat het IPCC zich tussen 1992 en 1996 van de sceptische tegenstanders in eigen kring had ontdaan, werd al snel door het IPCC een consensus in de wetenschappelijke wereld gepropageerd. Sceptische geluiden drongen in de rapporten niet meer door, tenzij bij ‘vergissing’, zoals in het AR3. Maar de onderzoekers wisten wel van de kritiek en van de vele petitions en declarations en het zat ze niet lekker. Hun reactie was al net zo onwetenschappelijk als het begrip consensus zelf, en al even efficiënt. Ze ‘stalen’ de wetenschappelijke instituties en de wetenschappelijke vakbladen.


Direct volgend op het uitkomen van het IPCC Assessment Report 3 in 2001,
zou de National Academies of Science van de VS, samen met nog 17 andere Akademies van Wetenschappen van alle grote landen een gemeenschappelijke verklaring uitbrengen waarin zij de uitgangspunten van de IPCC-rapporten nadrukkelijk ondersteunden. De Joint Statement werd afgedrukt in een editorial van Science, het tijdschrift van de American Association for the Advancement of Science. Hierin werden de uitgangspunten van het IPCC volledig onderschreven. Met deze publicatie zouden, in de praktijk, de belangrijkste tijdschriften voor sceptici worden gesloten. Sommige tijdschriften, zoals Science, zouden hun voorgenomen censuur nog publiceren en toelichten. De meeste tijdschriften deden het ‘gewoon’ via het instrument van de peer reviews, waarover later meer.


Hoe vaak zou het zijn voorgekomen dat zo veel Akademies van Wetenschappen een betrekkelijk recente theorie, die nog nooit experimenteel was getoetst, bewezen achten en kritiek er op de facto verbieden? Hier was geen sprake van wetenschap. Het was ‘cargo-cult-science’. Het was politiek. En het kwam van heel hoog. Het bleef niet bij de 17 National Academies. Er volgden steunverklaringen van allerlei kanten. In 2005 de European Geosciences Union; in 2006 de Geological Society of America; in 2007 de International Union of Geodesy and Geophysics en de Royal Meteorological Society. In 2008 de European Federation of Geologists en in 2012, de American Meteorological Society.

In 2007 hadden alle grote wetenschappelijke instituties – met uitzondering van de American Meteorological Society – expliciet hun steun uitgesproken voor de IPCC-consensus. Maar de ingenomen standpunten waren de meningen van de bestuurders van de instituten. Hoe het zat met de leden, de gewone wetenschappers, was minder duidelijk.


Om te zien hoeveel wetenschappers de IPCC-consensus nu echt steunden, is er een vrij groot aantal speciale onderzoeken geweest. Soms werd de literatuur bestudeerd en soms werden er enquêtes gehouden onder de wetenschappers zelf. De studie van John Cook uit 2013 was niet de eerste en niet de laatste. Vrijwel allemaal geven ze aan dat de IPCC-consensus wordt ondersteund door 95 tot 100% van de
literatuur en van de wetenschappers zelf.


Verreweg het meest geciteerde en meest invloedrijke consensus-onderzoek was dus dat van John Cook (et al.) uit 2013. Zij onderzochten 11.944 artikelen, geschreven door 29.083 auteurs en gepubliceerd in 1980 tijdschriften. Cook concludeerde dat het aantal artikelen dat anthropogenic global warming (AGW) verwierp een minuscuul deel was van de gepubliceerde literatuur. Ze vonden een consensus met de meningen van het IPCC-rapport van 2014 van 97%. Naast de expliciete steun van vele honderden auteurs en de impliciete ondersteuning van een grote meerderheid van de klimaatwetenschappers, pers en politiek, kreeg het ook veel kritiek. Soms alleen over de statistische verwerking van de data, soms meer fundamenteel.
Zo stelt Legates:

It is astonishing that any journal could have published a paper claiming a 97% climate consensus when on the author’s own analysis, the true consensus was well below 1%”.

Hoe kan dat? Daarom volgt hier een iets uitvoeriger bespreking. In maart 2012 doorzocht John Cook met een klein team het ISI Web of Science met de zoektermen ‘global warming’ en ‘global climate change’. De onderzochte periode strekte zich uit van 1991 tot 2011. De search leverde 12.465 artikelen op waarvan 12.418 voorzien van een abstract. Omdat Cook (et al.) alleen met abstracts werkte werd daarmee verdergegaan. Toen werden de artikelen die niet peer-reviewed waren, geschrapt; dat waren er 186. Daarna een aantal (288) die ondanks de
zoektermen niet over het klimaat gingen. Over bleven 11.944 artikelen, geschreven door 29.083 auteurs in niet minder dan 1980 (!) verschillende tijdschriften.
Cook analyseerde de abstracts en deelde deze via een vragenlijst in zeven categorieën in, grofweg van een expliciete ondersteuning van de theorie van de door mensen veroorzaakte klimaatverandering (de IPCC-consensus) tot een expliciete afwijzing van die consensus.

Categorie 1 kan worden beschouwd als een directe ondersteuning van de
IPCC-consensus, zoals verwoord in het AR 4 van 2007. Opname in categorie 1volgde als uit het abstract kon worden afgeleid dat de auteurs expliciet instemden met de stelling dat “humans are the primary cause of recent global warming”.

Categorie 2 betrof een expliciete ondersteuning, zonder verdere kwantificering, van de theorie van antropogene opwarming: “humans are causing global warming” (er is menselijke invloed maar we weten niet precies hoeveel).

Categorie 3 betrof iedere impliciete ondersteuning van de theorie.

Categorie 4 (verreweg de grootste) betrof abstracts die volgens Cook geen mening hadden over de opwarming.

Categorie 5 was impliciete afwijzing van de theorie. Categorie 6 was expliciete afwijzing zonder kwantificering.

Categorie 7 was expliciete afwijzing met kwantificering.

Verdeeld over de 7 categorieën waren de uitkomsten als volgt: Categorie 1, 2 en 3 respectievelijk 65, 934 en 2.931 hits.

Categorie 4: 8.261 hits.

Categorie 5, 6 en 7 respectievelijk 53, 15 en 10 hits.

Er zijn verschillende interpretaties van deze getallen geweest.
Legates zegt, naar mijn mening terecht, dat alleen de keuze voor categorie 1 het IPCC-standpunt, en daarmee de alarmistische klimaatwetenschap, ondersteunt.

Dat zijn er maar 65 van de 12.000 en dat is 0,3%, ‘well below 1%’. Onbegrijpelijk, maar waar, zou Legates artikel volledig worden genegeerd en werd John Cook, met zijn 97%, de grote held van de consensus-literatuur.


Hoe kwam John Cook aan zijn 97%? Hij combineert de categorieën 1, 2 en 3 en komt dus op 3.930 hits (ten onrechte ziet hij die allemaal als ondersteuning van het IPCC-rapport). Hij telt de 8.261 hits van categorie 4 (geen mening) verder niet meer
mee en concludeert dat 97% van alle abstracts de consensus steunen. Een range van 0,3 % tot 97% is natuurlijk onacceptabel en behoeft enige verdere analyse.

We weten dat een betrekkelijk groot aantal auteurs die zichzelf als sceptisch
beschouwen, er in eerste instantie geen bezwaar tegen hadden dat hun artikel in categorie 2 of 3 werd ingedeeld87. Tenslotte zijn de meeste onderzoekers, ook de meeste sceptici, wel bereid te erkennen dat de mens van (enige) invloed is op het klimaat. Maar dat is heel iets anders dan te worden gerekend tot de ondersteuners van de IPCC-consensus!

De 65 geïnterviewden in categorie 1 (0,3% van het totaal) waren natuurlijk veel te weinig om daarmee een consensus te kunnen aantonen. Er was nadrukkelijk géén consensus, bij lange na niet, althans niet met de criteria van het IPCC. En Cook wist dat heel goed. Daarom sommeerde hij in zijn artikel de categorieën 1 en 2 en 3. Hoe weten we de onderverdeling in 1, 2 en 3? Het wordt je niet gemakkelijk gemaakt. In het artikel zelf worden ze niet genoemd. In de bijgevoegde statistische analyse ontbreken de cijfers voor categorie 1. Je moet echt zelf alle 12.000 artikelen uit de Data File langs
om stemmers op categorie 1 te vinden! Het zijn er inderdaad maar enkele tientallen. We kunnen niet anders dan concluderen dat Cook’s studie hopeloos te kort schiet als het gaat om de opzet, de vragen en de nadere analyse. Er was en er is geen consensus van 97% met de IPCC-standpunten uit het AR 4. Het was veel en veel minder dan Cook aangaf. Maar Cook’s studie is wel de meest geciteerde en meest invloedrijke publicatie over consensus in de klimaatwetenschap geworden.
Cook’s studie was niet de laatste. Er volgden er nog veel meer, met vergelijkbare
resultaten. Ik noem hier alleen James Powell. Volgens hem zouden alle, ik herhaal
alle, relevante publicaties uit de eerste 7 maanden van 2019 (het waren er 11.602)
de theorie van de antropogene opwarming van het IPCC ondersteunen.88 Voor mij
is dit zowel onbegrijpelijk en onverklaarbaar als onaanvaardbaar en lachwekkend.
Zoals reeds eerder gezegd, zijn er vele duizenden wetenschappers geweest die in petities en open brieven benadrukten dat zij de IPCC-consensus niet onderschreven. En er zijn ook publicaties van sceptici in de peer-reviewed tijdschriften verschenen. Veel minder dan de alarmistische artikelen maar ook heel veel meer dan núl. Het boek van Longhurst staat vol met kritische uitspraken uit sceptische publicaties uit peer-reviewed tijdschriften. En ook in het boek dat u nu leest, zijn de sceptische standpunten voor het overgrote deel afkomstig uit peer-reviewed publicaties van wetenschappelijke tijdschriften.
Hieronder enkele recente voorbeelden van de ‘meta-consensus’ verwerpende
artikelen (er zijn er veel meer).

In 2017 publiceerde Kenneth Richard zijn study Crumbling Consensus: 500 Scientific Papers Published in 2016 Support a Skeptical position on Climate Change90. En 500 is heel wat meer dan nul.

Nog recenter, in september 2019, stuurde de Nederlandse stichting Clintel namens 500 internationale wetenschappers een zeer sceptische brief naar de secretaris-generaal van de VN en de secretaris van de UNFCCC91, waarin de IPCC-consensus nadrukkelijk wordt afgewezen.

Zelf krijg ik vrijwel dagelijks, ongevraagd, via de website academia.edu artikelen, boekbesprekingen en andere aankondigingen van alarmistische én sceptische wetenschappers. Het aantal kritische boeken dat de laatste paar jaar is verschenen moet tegen de honderd lopen, het aantal artikelen is nog groter. Natuurlijk weet ik wel dat het aantal boeken en publicaties van alarmistische wetenschappers nóg veel groter is. Maar daar gaat het niet om. Wat telt is dat de kritiek op de IPCC-consensus nadrukkelijk veel steun vanuit wetenschappelijke kringen heeft gekregen en dat het niet aangaat om die stemmen verder te negeren en te spreken van een 100% (of een 97%) consensus.

In zijn boek gaat hij nog verder met  volgende aspecten van de consensus:

Peer-reviewed publicaties

Het voorzorgbeginsel en ‘no-regret’

Waarschijnlijkheid en Vertrouwen in de IPCC-rapporten

 

Graag geef ik de inhoudstabel van dit uitstekend werk:

Inhoud
Voorwoord 9
Deel I De Moderne Warme Periode in breder perspectief 15
1 Werelden van verschil 17
1.1 Een onbewoonbare aarde? Alarmisten en sceptici 17
1.2 De wereld verandert 22
1.3 Het belang van woorden 26
1.4 Een korte geschiedenis van de klimaatwetenschap 28
1.5 Enkele hoofdmomenten 32
1.6 Enkele standpunten nader belicht 41
1.7 Andere meningen 47
1.8 En hoe nu verder? 49
2 Beeldvorming 51
2.1 “Zo ziet klimaatverandering er uit.” 51
2.2 De kracht van beeldvorming. IJsberen, bosbranden en koralen 52
2.3 IJsberen en een ‘academic hanging’ 54
2.4 Koralen en de vrijheid van meningsuiting 56
3 De mythe van de consensus 59
3.1 Een consensus van 97%? 59
3.2 Peer-review en gerelateerde problemen 64
3.3 Het voorzorgbeginsel en ‘no-regret’ 66
3.4 Waarschijnlijkheid en Vertrouwen in de IPCC-rapporten 68
4 In de hoek geschilderd 71
4.1 “The lady doth protest too much, methinks.” 71
4.2 Leugentjes om bestwil. De ‘double ethical bind’ 73
4.3 Appeals, Petities en Open Brieven 74
4.4 Manipulatie en fraude? “Hide the decline!” 77
4.5 Aanpassingen en homogenisaties 82
4.6 Een neerwaartse spiraal? 86

6Inhoud
5 The Empire strikes back 87
5.1 Het Assessment Report 5 en een nieuwe voorzitter voor
het IPCC 87
5.2 De Akkoorden van Parijs en de gevolgen 88
5.3 Het Special Report van 2018. Global warming of 1.5 Celsius 90
5.4 De politiek als aanjager. Een Green New Deal en een
European Green Deal 90
5.5 Het nieuwe Assessment Report 6 van het IPCC 92
5.6 “Resistance is futile” 94
Deel II De wetenschappelijke basis 99
6 Wetenschappers en hun methode. Geloof niet alles 101
6.1 Witte zwanen, zwarte zwanen. Consensus, falsificatie en
post-normale wetenschap 101
6.2 Wetenschappers, vroeger en nu 103
7 Enkele relevante wetenschappen 109
7.1 De klassieke klimatologie 109
7.2 Aardwetenschappen. Lessen uit het Kwartair 110
7.3 De klimaatwetenschappen 124
7.4 Kosmo-klimatologie 135
7.5 De plate-climatology theorie 137
7.6 De modellen 139
8 Een poging tot kwantificering 141
8.1 Forcings en feedbacks 141
8.2 Natuurlijke aandrijvers 143
8.3 Menselijke oorzaken 156
8.4 Hoe groot is het versterkt broeikaseffect? Enkele conclusies 169
DEEL III Synthese 177
9 Klimaat en klimaatbeleid in het Antropociën 179
9.1 Klimaatverandering; vroeger en nu 179
9.2 Het Antropociën. Een Moord in de Oriënt-Expres 184
9.3 Een nieuwe rol voor wetenschap en politiek 187
10 Enige conclusies en consequenties 191