markus sommMarkus Somm: Wie zal het klimaat redden? Niemand weet het. Het verdrag van Parijs zeker niet.

Donderdag heeft Donald Trump, de president van de Verenigde Staten, verkondigd dat zijn land zich uit het klimaat akkoord van Parijs terugtrekt. Het verdrag van Parijs werd in 2015 door 195 landen ondertekend. Het doel is de temperatuurstijging, waar we als gevolg van de klimaatverandering rekening mee moeten houden, merkbaar af te remmen. Zoals altijd wanneer Trump iets zegt of doet, staat de wereld in de ogen van zijn talrijke tegenstanders nu kort voor de ondergang. De straten van New York zullen onder water lopen, waarschuwen critici, eilanden zullen in de golven water verdwijnen, miljoenen zullen hun thuis verliezen, de planeet stort in. Voor ons Zwitsers wordt het dus tijd dat we onze bunkers opruimen en van nieuw meubilair voorzien, zodat we daar spoedig in kunnen trekken.

En weer vergissen de critici zich, omdat ze van louter afschuw enkel de onuitstaanbare man met zijn onuitstaanbare ‘coiffure’ zien, want ondanks alles heeft Trump gelijk. Hij heeft gelijk, omdat het klimaat akkoord waarschijnlijk de denkbaar meest specifieke documentatie is voor alles wat op wereldniveau uit het roer gelopen is. Politici zij dol op klimaatpolitiek, want eerstens: daar kunnen ze zich als diegenen presenteren die werkelijk historische daden stellen, zonder dat men ze ooit aan die daden kan meten. Want wie van de huidige politici zal het jaar 2100 beleven? Dus het jaar waar we kunnen vaststellen of, dank zij het akkoord van Parijs, de temperatuur niet meer dan 2 graad gestegen zou zijn vergeleken bij het voorindustrieel tijdperk. Niemand van de verantwoordelijken leeft dan nog: ze rusten alle bij God.

Ten tweede is ook deze overeenkomst van de zelfhaat van het Westen doordrenkt, die zo in mode gekomen is bij de leden van de westerse elites. Want terwijl de industriestaten enorme emissieverminderingen besloten, die we wel nooit bereiken maar die onze economie zwaar onder druk zullen zetten, heeft men zich bij de ontwikkelingslanden tevreden gesteld met groteske lege beloftes. Meer speciaal China en Indië, deze rijke en spoedig ook ontwikkelde giganten, hebben zich tot niets verplicht maar enkel beloftes gedaan. En wat ze beloofd hebben is niets.

Beneveld door de schuld die het Westen zogezegd op zich geladen heeft, omdat het ons sinds de industriële revolutie door vlijt en creativiteit gelukt is de volledige mensheid zeer veel rijker te maken dan ze ooit was, wat zogezegd op kosten van de armen in het Zuiden gebeurde, durven onze politici het niet aan van China, Indië of Brazilië dezelfde inlevering te vragen die ze hun eigen kiezers opleggen zonder met de ogen te knipperen. De Chinese autocraten, nauwelijks door iemand verkozen, zorgen ondertussen gewetensvoller voor hun burgers dan de westerse politici die zich nog altijd voor democraten uitgeven. Armer worden, zich beperken, minder brandstof verbruiken? Voor politici die door een chauffeur naar hun werk gebracht worden en in het regeringsvliegtuig stappen om bij conferenties het klimaat te gaan verbeteren zijn dat dingen waarmee ze gemakkelijk alle anderen, die het daar veel moeilijker mee hebben, opzadelen. Want het zijn de eenvoudige mensen die het verlies aan welvaart pijn doet. De politici accepteren dat, voor de economie van hun staat, zonder meer, als daarbij maar de indruk ontstaat dat ze de planeet redden. Vraag het maar aan de Italiaanse elite, die het nog altijd tamelijk goed gaat, hoewel de economie van het land sinds jaren niet meer groeit. Verdubbeling van de stroomprijs? Daarover gaat niemand die in een bureel zit waar de elektriciteitsrekening door de belastingbetaler opgepikt wordt zich het hoofd breken.

Waardeloos Papier

Indien er al een verdrag geweest is waarbij de politici meer beloofd hebben dan ze ooit konden houden, dan dit klimaatverdrag van Parijs. 195 Staten – of beter, de in meerderheid nauwelijks democratisch verkozen vertegenwoordigers daarvan – hebben zogenaamde «intended nationally determined contributions» gepland, afgekort INDC genoemd in dat vrolijk conferentie koeterwaals van de UNO, dus «bedoelde, nationaal vastgelegde bijdragen», waarbij de klemtoon op «bedoelde» ligt.

Ieder land schrijft zichzelf voor en maant en herinnert zichzelf ook hoeveel minder CO2 het op welk tijdstip nog wil uitstoten. Of die doelen, die men de UNO alle vijf jaar moet melden, ooit bereikt worden staat open. Geen land wordt ervoor bestraft als het zijn doelen niet bereikt. De UNO beschikt over geen enkel sanctiemiddel en wil dat bewust ook niet. Indien ze dergelijk sancties ingebouwd hadden zou het verdrag nooit ondertekend geweest zijn. Met andere woorden, wat een onwetend publiek wereldwijd als een sensatie voorgesteld werd: een wereldwijde overeenkomst over de redding van het universum, blijkt bij nader toezien een document dat de kosten van het papier waarop het geschreven werd niet waard is. Men is overeen gekomen dat iedereen kan doen wat hij wil. En als hij dat niet doet is het ook in orde.

Er is nog een tweede trucje dat de klimaat-reddings-elites uit hun mouw geschud hebben: veel landen hebben enkel dat beloofd wat ze ieder geval zullen bereiken, zonder ook maar iets te moeten doen. Namelijk voor China en Indië, de twee grootste CO2 producenten van de wereld is dat het geval. China gaat er voor zorgen dat het in 2030 het maximum van zijn CO2 uitstoot bereikt. Daarna moet de CO2 emissie langzaam dalen. Hoeveel is niet nader bepaald, wanneer evenmin, en of überhaupt beslist de Communistisch Partij. Indien China inderdaad dat maximum in 2030 zou bereiken, dan ware dat niet eens een prestatie, want al vier jaar geleden heeft een onderzoekslaboratorium van de Amerikaanse regering voorspeld dat China in 2030 de maximale CO2 uitstoot zou hebben, om daarna een daling te zien. De reden daarvoor is dat het land dan zo hoog ontwikkeld zal zijn dat het zijn energie efficiënter kan benutten en minder op CO2 intensieve productiemethodes zal aangewezen zijn. Met andere woorden: nadat het weerbericht met 99,9 percent zekerheid voorspeld heeft dat het binnen twee uur gaat regenen heeft China beloofd het binnen twee uur te laten regenen.

Merkwaardige Aankondigingen

De Indiers zijn niet minder listig. Ze hebben helemaal geen emissie reducties beloofd. In ruil daarvoor hebben ze dan de dankbare westerse politici verzekerd dat ze ieder jaar hun energie efficiëntie zullen verbeteren in een mate die ongeveer de helft bedraagt van dat wat ze gedurende de afgelopen jaren in ieder geval al bereikt hebben, te danken aan technologische vooruitgang en toenemende welvaart. Het gaat hier dus om een belofte die met de volgende vergelijkbaar is. Een man met overgewicht belooft aan zijn vrouw dat hij het probleem nu werkelijk gaat aanpakken. En opdat ze zou kunnen controleren of hij zijn belofte ook nakomt vertelt hij haar dat hij nu 80 kg weegt en tot 75 wil afnemen. Halleluja! Denkt de vrouw, want ze weet niet dat haar man momenteel inderdaad 72 kg weegt.

In tegenstelling tot die merkwaardige aankondigingen hebben de OECD-staten zichzelf gedeeltelijk radicale vermageringskuren opgelegd, waarvan de omzetting volledig onrealistisch is, wat de politici zelf ook wel vermoeden. De USA, bij voorbeeld, hebben aangeboden tegen 2025 hun uitstoot met 26 tot 28 percent te verminderen in vergelijking met de toestand van 2005, «Yes, we can?» Hoewel de toenmalig president Barack Obama normaal dacht dat hij alles kon heeft hij hieraan blijkbaar niet eens zelf geloofd. Hij heeft nooit een bijbehoren programma met de maatregelen en wetgeving om het onmogelijke mogelijk te maken voorgelegd.

Wat het akkoord helemaal tot een farce maakt: het heeft in ieder geval nauwelijks effect, zoals onderzoekers van MIT, een leidende universiteit in de USA, onlangs berekende hebben. Zelfs indien alle 195 staten dat wat ze beloofd hebben inlossen, en al hun INDCs realiseren, stijgt de temperatuur tegen 2050 met misschien 1,9 tot 2,6 graad, tegen 2100 zelfs mogelijk met 3,1 tot 5,2 graad. Ik herhaal: deze waarden bereiken we indien alle staten dat doen wat ze aangekondigd hebben. Eigenlijk bedoelde het verdrag de stijging tegen 2010 «duidelijk» onder 2 graad te houden. Volgens MIT, en afhankelijk van de aannamen, zou de wereld zegge en schrijve 0,2 graad minder opwarmen, indien iedereen zich aan de Parijse akkoorden zou houden. 0,2 graad? De berg heeft een muis gebaard.

Grandiose gebakken Lucht.

Waarschijnlijk, mogelijk: zoals we ondertussen dikwijls genoeg moesten ervaren zijn prognosen altijd voorzichtig te behandelen, ook die van MIT. Of de Aarde verder opwarmt, hoeveel en wanneer is nog altijd het onderwerp van uitvoerige debatten en complexe cumputersimulaties. Niemand weet het met zekerheid. Maar één ding is zeker: wie CO2 wil verminderen – en daar spreekt veel voor – moet alles doen om het onderzoek naar nieuwe methodes voor het gebruik van energie te bevorderen. Dat moet gebeuren op ieder gebied, over alles, zonder taboe of wettelijke beperkingen. Niet subsidies van de staat voor windmolens of zonnecellen zijn nodig, maar middelen voor onderzoek, in een nooit geziene mate.  En niets is in staat energieverbruik en CO2 uitstoot pro capita zo betrouwbaar te doen dalen als welstand en nieuwe technologieën. Enkel een groeiende economie helpt het klimaat, niet de afspraken, verdragen beloften en listige constructies van onze politici. Groei mogelijk maken, door zich terughoudend op te stellen: dat moeten onze politici doen. Maar dat vinden ze duidelijk lastiger dan dingen plannen die toch nooit waar worden. Donald Trump stoort de kringen van deze elite. Het was toch zo mooi bij die conferenties en topbijeenkomsten, tot die olifant alles kapotsloeg wat in zijn weg stond. Porselein? Neen, gebakken lucht heeft hij vertrapt! (Basler Zeitung)

Bewaren