Pas als de laatste boer verjaagd en het laatste landbouwbedrijf verkaveld is, zullen we merken dat men holle frasen en stompzinnige regeltjes niet kan eten.
De besmette eierenaffaire (fipronil) zegt niet enkel veel over de mediageile professor die de kat de bel aanbond en de drama-queens van de media, het is opnieuw een signaal hoe negatief de urbane bevolking denkt over de landbouw en het platteland. Mocht dat slechts een Belgisch/Nederlands probleem zijn, dan konden we ons nog gelukkig prijzen. Het is echter een Europawijd fenomeen.
De landbouwers zijn gedurende de laatste eeuw gedecimeerd tot een niveau dat electoraal oninteressant wordt. Heel ons medialandschap, onze regelgeving en onze communicatie zijn dan ook bijna 100% gericht op een urbane bevolking.
De socialisten weten het al heel lang: de stad is de ideale leefomgeving. Dat schreef Yves Desmet al jaren geleden in ‘De Morgen’ met een vanzelfsprekendheid die me – toen nog – verbaasde. We begrijpen dat: met de boeren niks dan last. Die neigen, naast veel andere kwalen, tot onafhankelijk denken. Daarvoor is in de moderne maatschappij die onze progressieven voor ogen hebben werkelijk geen plaats. Ze zijn er al in geslaagd de ‘nieuwe mens’ die ze aan het maken zijn verregaand het zelfstandig denken af te leren.
Over boerkes en Antwerpse Sinjoren
De stedelingen hebben nooit het gepaste respect opgebracht voor de gemeenschap die hun voedsel produceert, en ze dus eigenlijk in leven houdt. De Antwerpenaren hebben hun bijnaam ‘Sinjoren’ gekregen doordat, tijdens de Spaanse tijd, de pretentieuze stadsmensen door de ‘boerkes’ met “Señor” aangesproken wilden worden. Ruiken we hier, neven bij, ook al een zweem van culturele collaboratie met de bezetter?
De globalisering, die de afhankelijkheid minder zichtbaar gemaakt heeft, hoewel ze er nog altijd zeer reëel is, bracht hier natuurlijk ook geen verbetering. Dus wordt nu heel onze maatschappij geregeld voor en door de stedelingen. Bleke postmoderne urbane jochies zitten op ministeries de regeltjes uit te denken waaraan onze boeren zich moeten houden. Ze decreteren wat, wanneer en hoe landbouwers hun ding ‘mogen’ doen. Andere bleke postmoderne urbane jochies ijveren er als ‘activist’ voor dat de waakzaamheid van de overheid nooit verslapt.
Natuurlijk, ze hebben soms ronkende diploma’s die zouden moeten bewijzen dat ze verstand van zaken hebben. Maar een schop of een hooivork hebben de meesten nooit in hun handen gehad. Bovendien moeten we toch ernstige vragen gaan stellen bij de competentie van onze universiteiten, ook wat landbouw betreft. Minstens sinds de incidenten rond dat experimenteel aardappelveld in Wetteren is hier toch enige scepsis aangeraden.
De landbouwers krijgen vanwege die ‘specialisten’ niet enkel voorgeschreven wanneer, waar en hoeveel ze mogen maaien en bemesten. Er zijn ook nog talloze andere regeltjes die ze allemaal niet enkel moeten kennen en volgen maar waarover ook rapport uit te brengen is aan de ‘señores’. Een moderne boer zit bijna even lang achter zijn computer als op zijn tractor. Niemand komt nog echt voor ze op: hun beroepsorganisatie is ‘verkocht’ en bovendien onder de wielen van de CVP machinerie geraakt. Er zijn er veel die het beu worden. De kinderen zien het ook niet meer zitten om het bedrijf van de ouders verder te voeren. We zullen wel zien waar we geraken met onze verstedelijking…
Vanzelfsprekend is er een zekere regularisatie nodig, vooral door onze overbevolking. Maar dat we vreselijk overdrijven is even duidelijk. Als dan de opgeklopte neurotische angsten van de urbane jochies in botsing komt met realiteiten die de boeren schaden is gemakkelijk te zien wie aan het kortste eind gaat trekken. Dat gebeurt momenteel weer met die eieren.
Vanzelfsprekend is deze bijdrage te kort om de problemen in hun volle omvang te behandeld. Maar het is wel duidelijk dat we bezig zijn onze landbouw systematisch af te breken. Dan zijn we allemaal sinjoren, of ten minste pagadders!
Uw Dwarsligger