curious einsteinVeel Vlamingen kennen hun geschiedenis niet, en dat verzwakt hun identiteit. Er is dringend behoefte aan grondige historische kennis opdat Vlaanderen zinvol over haar toekomst kan beslissen.

De leden van ICEC (International Commission of European Citizens) streven naar zelfbeschikkingsrecht voor regio's in de Europese Unie als Baskenland en Catalonië. De Vlaamse Volksbeweging (VVB) promoot Vlaanderen voor ICEC en voert in gans Vlaanderen campagne, zo ook op Marktrock in Leuven.

Er waren vooral met jongeren heel interessante en boeiende discussies te horen. Deze jongeren kan je in twee “kampen” opdelen: de V-partijen(Vlaams gezinden) en de B-partijen (unitair of Belgisch gezinden). Sociale, politieke, ecologische, economische onderwerpen op Europees, Vlaams of Belgisch vlak kwamen aan bod. Zeg nu maar niet dat jongeren enkel gamers of feestgangers zijn. Echter wat ze gemeen hebben en toch een grote kloof tussen hen betekent, is het gebrek aan geschiedenis van het Vlaamse Volk. Net zoals iedereen destijds, leren ze nog steeds over het Koninkrijk België met zijn provincies, koningen en Eddy Merckx.

Maar leren ze iets over de sociale, Vlaamse en Waalse beweging, over de Vlaamse ontvoogdingsstrijd of over de uitbuiting van de Congolese bevolking onder Leopold II? Neen. Als je als Vlaming de geschiedenis van jouw eigen volk wil kennen, dan ben je gedoemd om als autodidact tonnen boeken te verslinden en de “correct Belgische” brainwashing teniet te doen, een brainwashing die onbegrijpelijk onder de Vlaamse regering blijft voortbestaan.

Zo wisten die jongeren niet dat in de 19de eeuw de tweetaligheid van Vlaanderen een “flamingantische” eis was. De eis van eentalige gebieden is niet Vlaams, maar wel Waals en op de koop toe nog socialistisch. Een van de redenen was dat sommige steden en streken in Wallonië overspoeld werden door Vlaamse “gastarbeiders”. Zo telde Mons (Bergen) meer dan 30.000 Vlamingen en waren ze in de meerderheid en ze spraken hun taal. Vlaamse (katholieke) scholen konden door de fungerende taalwetten in het (industrieel) Wallonië opgericht worden. In principe kon het gerecht en de administratie ook in het Nederlands geschieden. Dit was niet naar de zin van Wallinganten als de socialist Jules Destrée (auteur van “Lettre au Roi sur la séparation de la Wallonie et de la Flandre” (1912) (link) met de fameuze zinnen “Sire, Il n' y a pas de Belges” en “Sire, ils nous ont volé la Flandre”).

Na een felle twist met zijn Vlaamse partijgenoot Camille Huysmans aangaande rechten voor Vlamingen en niet in het minst om zijn steun aan de verkiezing (1928)  van de Vlaams-nationalist Auguste Borms voor het Belgisch parlement, worden de plooien glad gestreken in het “Compromis des Belges” (16/03/1929): België blijft een eenheidsstaat, maar Vlamingen en Walen krijgen individueel en collectief gelijke rechten. Hierdoor wordt de druk op de ambtenarij in Wallonië om tweetalig te zijn weggenomen (eentalig Frans) maar worden de Vlamingen in Wallonië willens nillens verfranst, echter omgekeerd gebeurde dit niet. Dus niets is minder waar als dat het een Vlaamse eis zou zijn om het land in twee homogene taalgebieden op te splitsen.

Het gebrek aan kennis over de eigen geschiedenis verdeelt de Vlaamse bevolking. En deze is dan maar al te zeer een gemakkelijk prooi van bepaalde stromingen in België die bewust de Vlamingen hun geschiedenis ontzeggen en dus eveneens hun identiteit.

De Vlaamse bewegingen en V-partijen zouden er best aan doen om – zonder enig partijbelang – voor mei 2014 het Vlaamse Volk zijn eigen geschiedenis te leren en dus ook zijn eigen identiteit bewust te ontdekken en vooral te ervaren. We hoeven geen rondtrekkend café, wel een rondtrekkende Vlaamse geschiedenisklas.