Iedereen lijkt wel voor de democratie en de daarbij horende seculiere staat? Maar wat met grote groepen die dat afwijzen?
In DS (10/06) pleit Tinneke Beeckman ten voordele van de seculiere staat, als oplossing voor botsende godsdienstige meningen. Omdat een seculiere samenleving geen atheïstisch project is maar recht doet aan de verscheidenheid. Een stelling die menigeen wel onderschrijft maar die wellicht ook vragen oproept. Godsdiensten ontstonden niet als een reactie op andere godsdiensten – als opponenten - maar groeiden binnenin een gemeenschap om zich vervolgens te verspreiden over een deel van de wereld. Het samen- of naast-elkaar-leven van verschillende godsdiensten binnen éénzelfde staat heeft te maken met migraties die van alle tijden zijn en/of het gevolg van arbitrair getrokken staatsgrenzen die geen rekening hielden met de verscheidenheid van de gemeenschappen binnen deze artificiële krijtlijnen.
Dat deze grenzen meestal door buitenstaanders werden getrokken maakt het nog moeilijker en was ook een blijk van onvoldoende respect voor de eigenheid van de oorspronkelijke bewoners van een regio die staat werd. Het is tot op de dag van vandaag een bron van onrust en gewelddadige conflicten. Het Midden Oosten is hiervan wellicht een sprekend maar niet het enig voorbeeld.
Burgerschap zou volgens Beeckman de basis moeten vormen voor het samenleven. Maar meteen stelt ze een pertinente vraag: “Kunnen we nog van mensen vragen dat ze zich vooral burger voelen van een samenleving? Of willen ze zich altijd en overal als gelovige manifesteren? Aanvaarden alle inwoners van dit land de grondwet, de democratisch gestemde wet, als grond van het recht, of beschouwen ze Gods woord als fundament van de rechtsstaat? Dat is de kernvraag van een seculiere staat.” Retorische vraag waarop ze zelf een antwoord geeft: “de politieke pluraliteit speelt zich af binnen een grondwettelijke kader dat door en voor de mens is gemaakt. Dat is de boodschap van de Franse Revolutie in 1789 en van de Amerikaanse grondwet van 1776.”
Mijn vraag is helaas veel-lager-bij-de-grond: Wat doen we als een bevolkingsgroep zich geen burger voelt maar in de eerste plaats lid van een godsdienstige gemeenschap wil blijven ongeacht de staat waarin ze leven? Dit is helaas geen retorische vraag en ook Tinneke Beeckman geeft in haar bijdrage hierop geen antwoord. Het probleem is echter dat géén antwoord ook een antwoord is. Een antwoord waar steeds minder mensen gelukkig mee zijn.
Dwarsligger