Regelmatig hebben we ‘onder Dwarsliggers’ uitgebreide discussies over een of ander artikel of nieuwsfeit. Ditmaal Over klokkenluiders en ‘Gutmenschen'
Paradise Papers
Het is al sinds 2006 dat Julian Assange met WikiLeaks onder meer de Amerikaanse diplomatie uitkleedde. Hij werd meteen gebrandmerkt als een klokkenluider die zo maar de vuile was buiten hing en nogal wat reputaties beschadigde. De verontwaardiging was zeer groot en dergelijke brutaliteit diende te allen prijze bestraft te worden. Het ganse arsenaal aan wettelijke mogelijkheden werd aangewend om dergelijke praktijken de kop in te drukken, in de hoop zo de ware schuldigen uit de wind te zetten. De wandaden werden toegedekt of ‘in der minne’ geregeld, terwijl de klokkenluiders niet konden rekenen op enige clementie.
Toch voorspelde ik toen reeds dat dit fenomeen navolging zou krijgen, en dat dit geen slechte wending is. De reden daarvoor is dat sommige misbruiken zo hardnekkig zijn en zo’n machtige beschermheren hebben, dat enkel het lekken van vertrouwelijke informatie kan leiden tot een eerlijker samenleving.
Met de Paradise papers zijn we aan de zoveelste episode lekken van vertrouwelijke informatie toe. Onder de schaarse namen die nu reeds gekend zijn, zien we ook deze van de Engelse koningin. Moreel gezien nog aanstootgevender dan de namen van politieke figuren die ten minste nog kunnen weggestemd worden. Maar er is iets belangrijks veranderd: de klokkenluider wordt nu betaald en beschermd door de main stream media (MSM) en wordt moeilijker te negeren of (erger) te liquideren.
Het gaat niet alleen over witteboordencriminaliteit, ook alle mogelijke vormen van moreel verval worden aan de schandpaal genageld. Van seksueel ontoelaatbaar gedrag, van losse handjes tot verkrachtingen. Van pedofilie, een fenomeen dat sinds mensenheugenis alle verboden en straffen overleefde. De MSM hebben de ‘Leaks’ uit het verdomhoekje gehaald.
Toen kwamen de Gutmenschen en zelfs gelijkheid volstond niet meer
Mijn overtuiging dat dit zou leiden tot een eerlijker samenleving was helaas ten dele fout. Omdat ook de MSM werden gekaapt ditmaal door de ‘Gutmenschen’. Alle misdrijven worden nu afgetoetst aan de absolute norm ‘gelijkheid’, de ultieme morele waarde waaraan elke norm moet voldoen. Niet meer de overtreding van de wet is fout, het worden morele fouten tegen de gelijkheid. Mochten we allemaal hetzelfde kunnen doen zou minstens gedoogd worden. Daar zijn nogal wat voorbeelden van.
Even verduidelijken: wetenschapsfilosoof Maarten Boudry in Knack (2 juni) over de progressieve ‘Gutmenschen’ vraagt zich af hoe dat werkt: 'Elk superioriteitsdenken afzweren, maar jezelf toch moreel superieur achten?' En hij gaat verder: ‘Wat me stoort aan ‘Gutmenschen’ is niet zozeer dat ze zich moreel superieur voelen, maar dat ze die morele superioriteit verpakken als haar tegendeel: deemoedige zelfkastijding en moreel relativisme. Het is een superioriteitsdenken dat zich superieur waant precies omdat het verbeeldt dat het elke vorm van superioriteitsdenken afzweert.’
Voorts heeft hij het over hun schijnheiligheid; de neiging van ‘Gutmenschen’ om meteen een waslijst op te sommen van wat 'wij' allemaal verkeerd doen. Dat klinkt deemoedig en bescheiden, maar dat is slechts schijn. In werkelijkheid rekent de linkse ‘Gutmensch’ zich helemaal niet tot die 'wij'. Overal waar je 'wij' en 'ons' ziet in hun betoog, bedoelen ze eigenlijk 'zij' en 'hen': de neoliberalen, de bange blanke mannen, de rechtse zakken.
Dat is wat ik eerder de 'wij-bak' noemde. Je wekt de indruk dat je de hand in eigen boezem steekt, maar eigenlijk zit je in andermans borstpartij te graaien. Schijnbaar zweer je elk superioriteitsdiscours af en maan je aan tot zelfreflectie, maar precies daarin plaats je jezelf boven alles en iedereen.
Onder Dwarsliggers
Dit artikel gaf aanleiding tot een interessante discussie Onder Dwarsliggers. Enkele uittreksels:
Moreel superieur, inferieur, beter, slechter. En dan als tegengif op het einde ook nog: ‘gelijk’! Mamma mia; daar gaan we weer. Wat een vreselijke contraproductieve onzin!
Ik heb sinds de humanioratijd steeds geweigerd in die categorieën te denken. Want ik matig me die oordelen niet aan. Mijn verstand is daarvoor meerdere maten te klein. Ik zeg wel: anders, praktischer (of minder praktisch), meer of minder effectief, gelijkwaardig. Vrouwen en mannen zijn niet gelijk. Ze zijn gelijkwaardig. Dat laatste is ook een hypothese, maar een verdedigbare. Arabieren zijn niet inferieur: ze zijn anders. Hetzelfde geldt voor de islam.
Onze zeden en gewoonten zijn niet superieur. Maar het zijn wel de onze. Ze hebben zich hier, voor ons en door ons ontwikkeld. Ze zijn dus aan dit land en zijn mensen aangepast en daardoor – hier, voor ons en voorlopig - effectief. Daarom wil ik ze niet veranderen omwille van de verandering en ik laat ze ook niet veranderen. Ik wil ze ook niet kunstmatig statisch houden, maar verder zien evolueren op hun natuurlijke weg. Misschien worden ze dan wel door vreemde zeden en gewoonten beïnvloed? Als dat op een natuurlijke wijze gebeurt, onder controle van onze eigen maatschappelijke selectiemechanismen en niet geforceerd door even arrogante als onwetende schoolmeesters is daar absoluut niets mis mee.
Ik weet natuurlijk dat wij, als maatschappij, altijd anders gedacht hebben. Wij waren ooit dermate van de superioriteit van onze beschaving overtuigd dat we bereid waren heel de wereld de zegeningen van onze cultuur manu militari op te dringen. Dat onze cultuur in die andere landschappen en met die andere mensen waarschijnlijk niet effectief kon werken, viel ons nooit op. Dat daarbij, quasi terloops, fortuinen verdiend/gestolen werden laten we hier ook nog even buiten beschouwing. De rokende puinhopen die van die politiek overgebleven zijn kunnen we nog overal zien. Er liggen ook nog de nodige niet ontmijnde blindgangers waarvan er af en toe een explodeert.
We beginnen nu te zien dat het geen goed idee was. Maar we gaan meteen naar de andere kant over boord. Als ‘boeteritueel’ gaan we nu onze vroegere slachtoffers bereidwillig toestaan hier precies dezelfde onzin uit te halen die wij vroeger elders uithaalden. Er is geen genie nodig om te zien dat daar net hetzelfde moet uitkomen: een onvoorstelbare puinhoop.
Dat is de reden waarom ik niet enkel beter/slechter/superieur/inferieur maar ook ‘gelijk’ afwijs: ze zijn niet productief bruikbaar.
Een ander Dwarsligger dacht zo het zijne:
Een slecht stuk vind ik dat van Boudry niet. Hij valt de schijnheiligheid, vooral van ‘Gutmenschen’, aan en daar heeft hij gelijk in. Hij verwijt de Gutmenschen dat ze de rechterzijde aanwrijven dat ze repressief, conservatief, gesloten, discriminatoir (verder aan te vullen) zijn. Terwijl zij, die ‘Gutmenschen’, van zulke kwalen gespeend blijven. Dat is niets anders dan: "wij zijn goed en jullie zijn slecht". Of: wij zijn superieur en jullie inferieur. Dan kom je terecht in de eeuwige strijd van goed tegen kwaad.
Ik zou zeggen: wacht eens even! Laten we de zaak eerst eens onderzoeken! We stellen ons oordeel uit om eerst de feiten te verzamelen. Westerlingen hebben de neiging om de hele wereld een universeel denk- en waardenpatroon op te leggen, maar hebben onvoldoende in de gaten dat hun eigen waarden evenzeer relatief zijn. Zoiets mag je evenwel niet zeggen, want dan verval je in cultuurrelativisme. Daar heb je ze dan weer, de strijders van Goed tegen Kwaad! Maar alles is ook werkelijk relatief, ook de mens als soort zelf. De fout die zij maken, denk ik, is dat ze geloven dat wie dat universele patroon niet aanvaardt, daarmee elke moraal overboord gooit. Maar dat is natuurlijk nonsens. De discussie over deze materie woedt volop, ook vandaag.
Er is methodisch relativisme: ik bekijk de dingen vanuit hun positionering in hun eigen, culturele gesteldheid. Er is ook ethisch relativisme, waarover de discussie echt gaat: waarden en gedragingen kunnen niet vanuit een algemeen standpunt beoordeeld worden. Dat kunnen ze natuurlijk wel, maar die beoordeling is op haar beurt weer gesitueerd. Wij verwerpen vrouwenbesnijdenis met grote afkeer en we menen dat nog ook. Maar zelfs in dat geval gaat het om een westers waardenpatroon. Ik denk dat het dat is wat Boudry bedoelt. Wat je dan kunt doen, is op zoek gaan naar die andere standpunten, en dat is wat mensen doen als ze hun oordeel opschorten om eerst zoveel mogelijk de feiten te kennen.
Al zal niet iedereen dat standpunt delen: ik geloof niet in universele, eeuwige morele waarheden. Ik wil veeleer de feiten zo goed mogelijk kennen en als de zaak dan geen oordeel opdringt, neem ik mijn eigen, cultureel gesitueerd standpunt in en schort mijn oordeel op over andere oordelen, die vanuit een ander cultureel standpunt zijn gevormd. Als de Islamieten in hun wereld de vrouw naar de kookketel verwijzen, onderwijl kinderen barend, dan vind ik dat dom en kortzichtig: ze halen het intellectueel potentieel van zowat de helft van hun bevolking onderuit. Maar ze moeten de gevolgen maar zelf dragen: als hun landen overbevolkt raken, voel ik me niet verplicht de druk te helpen verlichten door massieve immigratie toe te staan. En dan aanvaard ik niet dat ‘Gutmenschen’ mij uitschelden voor egoïst of zoiets. Met superieur-inferieurgedoe heeft dat allemaal niet veel te maken.
Het is ook niet simpel! Bijvoorbeeld: is er sprake van ethiek in de wereld waarin de mens een keuzemogelijkheid heeft, zoals Bertrand Russell stelde? In dat geval is er in de kosmos, waar wij dus een deel van zijn, geen kwestie van ethiek, omdat we niet te kiezen hebben dat we er zijn en onder welke voorwaarden we er zijn. In dat kosmische geval gaat het niet om kiezen, maar om accepteren van onze positie als een onderdeel van het universum (ik stel even kosmos en universum gelijk).
Ik vind dat allemaal heel lastig en ik lees daar ook niets over dat me vooruithelpt. Ik vrees dat er geen oplossing voor bestaat. Als we daar niet uit geraken, hoe lossen we het probleem van goed en kwaad dan op?
Ik ben daar zelf echt nog niet uit.
Waarop een andere Dwarsligger reageerde:
Voor de huidige generatie is het leven een soort restaurant. Het enig probleem is uit het menu de juiste keuzes te maken. Ik denk dat we veel minder te kiezen hebben dan we geloven. Maar daar waar we wel kunnen/moeten kiezen zie ik nog grotere vragen. Zo triviaal als wij ooit konden denken toen goed en kwaad nog duidelijk door de godsdienst gedefinieerd werden (en zelfs toen konden de moraaltheologen zich in ongelofelijke knopen verstrikken) is het werkelijk niet.
Mijn grootste probleem is Konrad Lorenz, meer bepaald ‘Das sogenannte Böse’.
Heel wat dingen die wij intuïtief als ‘slecht’ classificeren, blijken in de evolutie een onmisbare functie te hebben. Mij wordt meer en meer duidelijk dat de mensheid een oorlog tegen de evolutie voert. Een na een proberen wij haar regels buiten werking te zetten, omdat ze ‘immoreel’ zijn. Als wij ‘gelijkheid’ willen, bestrijden we de basis van de natuurlijke selectie. Als we erfelijke ziekten zo behandelen dat de patiënten een normaal leven kunnen leiden en kinderen hebben doen we dat ook.
We zijn als de dood voor vrij onschuldige genmanipulaties in mais. Maar als er met de menselijke procreatie in grote stijl geknoeid wordt, horen we daverend applaus.
Abortus is een verworven recht, waar hard voor gestreden is. Van de andere kant steken we enorm veel geld en moeite in fertiliteitsonderzoek en de medische behandeling van ongeboren kinderen. We accepteren niet wat de natuur doet. Wij willen zelf bepalen wie wel en niet mag leven en verder meebouwen aan het toekomstig genoom van de homo sapiens.
Opstand tegen de evolutie is veel erger dan blasfemie. Onze vroegere goden waren echte goedzakken: ze lieten zich nog vermurwen door spijt en berouw. De evolutie is in haar aanpak ijskoud: ze vergeeft nooit. Dit is erger dan de Bijbelse Toren van Babel en gevaarlijker dan de experimenten van Ikaros.
Maar we doen dat allemaal in het kader van onze strijd tegen het kwade: niemand die er een nevengedachte bij durft hebben.
Beste lezers,
Wellicht komt u tot dezelfde conclusie als wij. Namelijk, dat er heel veel is dat we niet weten en we best onze eigen overtuigingen ter discussie stellen.
Pjotr's Dwarsliggers