Er zijn in de loop van de jaren in de schoot van de VN een aantal organisaties ontstaan die zich met problemen bezighouden waarvoor een ernstige wetenschappelijke achtergrond noodzakelijk is. Ze hebben geprobeerd dat te doen zonder hun intrinsiek politiek karakter af te leggen. Dat kon niet goed gaan en het is dan ook niet goed gegaan.
Een
opinieartikel in de
Wall Street Journal trekt parallellen tussen zure regen en klimaat-activisme. Beide verhalen lijken perfect hetzelfde draaiboek te volgen. De parallellen starten echter vroeger, namelijk met het
insecticide DDT en tussenin is er nog het verhaal van het “ozongat”.
De wetenschappelijke VN-organisaties hebben zich met een aantal wereldwijde problemen bezig gehouden zoals: DDT-verbod, zure regen, ozongat, Roundup, CO2 en klimaatopwarming. Telkens met de bedoeling tot regelgeving te komen rond die problemen.
Bij nader toezien blijkt op lange termijn geen enkele van die interventies succesvol te zijn.
1. DDT werd verboden op het ogenblik dat malaria op de rand van uitroeiing stond. Later bleek dit verbod op niets meer dan valse aantijgingen te steunen. De WHO raadt vandaag het gebruik van DDT aan in door malaria geteisterde gebieden.
2. Roundup lijkt een gelijkaardig verloop beschoren. Enkel het IARC (UN-organisatie) claimt dat het ‘potentieel’ (dus niet bewezen) kankerverwekkend is. Volgens enkele onderzoeksjournalisten is die beoordeling op basis van manipulaties tot stand gekomen.
3. Zure regen blijkt, na al de ophef, wat het CO2-aandeel betreft een natuurlijk verschijnsel te zijn dat ontstaat door de condensatie van waterdamp (regen) in een atmosfeer die CO2 bevat (lucht).
4. De bestrijding van het ozongat is lange tijd als een succesverhaal verkocht. Maar nu blijkt dat het bewuste gat, ondanks het volledig uitbannen van FCKW’s, even groot gebleven is. Bovendien wordt zelfs buiten de primair geobserveerde zone nu een daling van de ozonconcentratie vastgesteld. Niemand kan dat verklaren: het gebruikte model faalt volledig.
5. Het vermoeden dat antropogeen CO2 de klimaatopwarming en vooral het op hol slaan ervan veroorzaakt wordt experimenteel en wetenschappelijk tegengesproken. De klimaatgevoeligheid voor CO2 ligt dicht bij nul. Het klimaatmodel dat toegepast wordt, levert een resultaat dat overeenkomt met de reëel gemeten temperaturen indien we een constante– en niet stijgende – CO2-concentratie invoeren. Ook het klimaatmodel faalt. Dat is niet verrassend: modellen zijn handige hulpmiddelen voor het bestuderen van een fenomeen, maar
niet geschikt als basis voor voorspellingen.
Een aantal ‘gevallen’ nader bekeken De rode draad door dit verhaal is het samenspel van “scientific misconduct” (wetenschapsfraude) en bureaucratie. De kernvraag is hoeveel dergelijke alarmerende scenario’s de wereld aankan tot er een echt probleem ontstaat.
DDT: insecticide De geschiedenis van DDT is bizar. Dit is het product dat, door het gebruik bij de bestrijding van malaria, op wereldschaal de meeste mensenlevens heeft gered. DDT was dan ook terecht het voorwerp van de Nobelprijs Geneeskunde in 1948. In 1972 besliste het EPA (VS Environmental Protection Agency) na 80 dagen hoorzitting dat DDT geen potentiële kankerverwekker is. Twee maanden later besliste de EPA administrator dat het wel potentieel kankerverwekkend is en zette daarbij de wetenschap gewoon buiten spel.
De opwinding over DDT is ontstaan door het boek “Silent Spring” (1962) van de biologe Rachel Carson. De beweringen van Carson waren gebaseerd op gefabriceerde en frauduleuze wetenschap. Al haar aantijgingen werden later één na één wetenschappelijk weerlegd. Ondertussen werd DDT toch in veel landen, inclusief België, verboden. In 2001 werd het product door de Stockholm conferentie van de UNEP (United Nations Environmental Programme) op de zwarte lijst gezet. Deze actie is enkel rationeel verstaanbaar als een poging om de anophelesmug voor uitroeiing te bewaren, daarbij immense verliezen aan menselijke (malaria)slachtoffers in koop nemend.
DDT heeft wel het nadeel zeer stabiel te zijn. De WHO (World Health Organisation) eveneens een UN-organisatie raadt desondanks het gebruik voor de bestrijding van malaria – terecht – nog steeds aan.
Roundup (op glyfosfaat gebaseerde onkruidverdelger) De behandeling van Roundup doet sterk denken aan wat er met DDTgebeurde. Roundup wordt door het IARC (onderdeel van het WHO en dus deel uitmakend van de VN) ‘potentieel’ kankerverwekkend genoemd (net zoals rood vlees). Daarbij neemt die organisatie een totaal ander standpunt in dan de VN (JMPR), Europa(ECHA), Amerika (EPA), Canada (PMRA), Japan (FSC), Australië(APVMA), en Korea (RDA).
Het IARC doet, net als het IPCC (zie verder), geen eigen onderzoek maar evalueert wetenschappelijke publicaties. Het neemt als enige een afwijkend standpunt in en kijkt naar 'gevaar'. Het onderzoekt of een stof kanker kan veroorzaken, ongeacht hoe onwaarschijnlijk een dergelijk scenario ook is. De andere organisaties kijken naar 'risico' en houden rekening met de waarschijnlijkheid dat iemand wordt blootgesteld aan een effectief kankerverwekkende dosis. De IARC-visie vergroot het speelveld voor advocaten en ngo’s.
Omdat ook de EU een breed standpunt inneemt en geen pesticiden toelaat die kanker kunnen veroorzaken, ongeacht bij welke blootstelling, past de IARC-visie perfect voor de EU en moet ze de stof wel verbieden. De EU heeft haar voeling met de realiteit – ook op dit gebied – verloren en emoties halen het op de feiten want een dergelijke filosofie kan leiden tot het verbieden van alle stoffen. (Hoe ver moet je gaan om te bewijzen dat ze niet kankerverwekkend zijn, en wat met valse verklaringen van “wetenschappers” zie ook DDT)
Dit is ook munitie voor juristen zoals blijkt uit de veroordeling van Monsanto op basis van het niet vermelden van “potentieel” gevaarlijk op de verpakking. Een mogelijk reëel gevaar kan zich enkel eventueel voordoen bij de professionele gebruikers (blootstelling 3 grootteorden hoger: duizendmaal meer) maar die staan onder toezicht en kunnen zich beschermen. Volgens EFSA behoort glyfosaat tot het 10 procent minst giftige pesticiden. De vrij eenvoudige molecule wordt in de bodem ook vrij snel afgebroken. Allemaal eigenschappen die we heel graag zien bij een pesticide.
Toen dit thema in het Europese parlement bediscussieerd werd, ging het echter niet om inhoud maar om emoties. De linkerzijde heeft het over de “Monsanto papers“ maar het IARC lijkt ook niet zo betrouwbaar. Reuters bericht over manipulatie en verbergen van
gegevens,
conclusies en over 160 000$
smeergeld van advocaten, gebrek aan
transparantie en infiltratie door ngo’s.
Beide tot hiertoe besproken producten (DDT en Roundup) zijn goedkoop te fabriceren en superieur effectief vergeleken bij mogelijke vervangers die voor mens en milieu mogelijk schadelijker kunnen zijn. Het moet toch te denken geven dat de WHO vandaag DDT opnieuw, en zeer terecht, aanbeveelt voor malariabestrijding.
Zure Regen CO2 is na WO II, zonder succes, gebruikt door de nucleaire lobby tegen de aardolielobby. Het verhaal van de “zure regen” is in de jaren 1970 aangegrepen in Zweden door de milieuactivisten die steenkool wensten te vervangen door kernenergie (30 jaar later wilden ze die weer weg). In 1971 schreef de weerkundige Bert Bolin het Zweedse rapport voor de UNO (17 jaar later werd hij de eerste president van het IPCC)
Het hoogtepunt van de commotie werd bereikt met de cover story van Der Spiegel in 1981 over “afstervende bossen”. Wetenschappers in Europa en de US beweerden over overweldigende bewijzen te beschikken die een aankomende ramp aantoonden. Dit werd door de politiek overgenomen en Jimmy Carter nam maatregelen. De EPA heeft lange tijd een duister en beschadigend spel gespeeld om haar vergissing niet te moeten toegeven. De basis van zure regen is namelijk, voor het CO2-aandeel, een natuurkundig verschijnsel: de vorming van koolzuur door absorptie van CO2 in water dat in de lucht condenseert (om zure regen te vormen). Alle wettelijke maatregelen die toen genomen werden om de zure regen te beperken zijn dure investeringen gebleken
met weinig effect want het “afsterven” van de bossen had ook andere redenen.
Ozon Het verhaal van het “ozongat” loopt ook weer in dezelfde richting. Door de satelliet-technologie werd het eenvoudiger de gassamenstelling van de atmosfeer te meten. Daarbij werd boven Antarctica een sterk verminderde ozonconcentratie vastgesteld, vooral na de winter. Wetenschappers zagen een reden voor
media-alarm want de absorptie van UVB-straling zou sterk dalen met als gevolg niet enkel effecten op de huid zoals veroudering en kanker, maar ook cataract, verminderde plantengroei, enz.
Door studies werd de schuldige aangewezen, namelijk de halogenen (hoofdzakelijk chloor en fluor) en kon men de oplossing aanreiken door FCKW’s (Fluor Chloor Koolwaterstoffen) te bannen. Die werden wijdverbreid onder de groepsnaam ‘freon’ als medium in spuitbussen en koelinstallaties gebruikt. In 1979 werd dat verbod met het Montreal Protocol geregeld onder beheer van UNEP.
Intussen is 16 september in 1994 door de UNO als “World Ozone Day” uitgeroepen zodat het probleem media-aandacht blijft krijgen.
De wetenschappers hebben bij hun onderzoek een belangrijk signaal genegeerd. FCKW’s werden vooral in het noordelijk halfrond gebruikt, maar het “ozongat” bevond zich boven de Zuidpool en niet aan de Noordpool. Maar daardoor werd niemand verontrust: de ban trad in werking.
Het FCKW-verbod wordt als het meest succesvolle programma in zijn soort gevierd. Dat hoeft niet te verwonderen want een EPA-studie van 1986 voorspelde voor de VS 40 miljoen slachtoffers en 800 000 kankerdoden over 88 jaar. De industrie vreesde een lawine aan rechtszaken, en nam snel actie. Het Montreal akkoord was dan ook een formaliteit.
De snelle afbouw van het FCKW-verbruik – tot vandaag virtueel nul – is
hier te vinden maar bleef tot heden zonder enig effect op het ozongat. Zie onderstaande grafiek. Wetenschappers beweren dat er wel een effect is: het is enkel een beetje trager dan verwacht. De herstelperiode, aanvankelijk gesteld op 25 jaar, is al bijgesteld tot 150 jaar. Is dit een signaal dat er misschien toch iets niet helemaal klopt?