Waarde lezers,

 

Omdat het buitenland belangrijk is

Deze nieuwsbrief beginnen we met een actuele bijdrage van onze correspondent in China, Frans Vandenbosch, over het Korea-conflict vanuit een Chinees gezichtspunt. Anders dan de talrijke Westerse commentaren, omdat hij dieper graaft dan de ‘China-kenners' die de taal niet machtig zijn. Lees hier deze bijdrage ‘Chinese kijk op de Korea crisis'.

Recent publiceerde hij zijn eerste boek over China: Zakelijk China scherp in beeld gebracht.
 

 
 
Dit boek leidt de lezer door de talrijke zakelijke, politieke, culturele en andere waarden die China te bieden heeft. Het is een praktische gids voor wie China met kennis van zaken wil verkennen en voor wie als ondernemer overweegt om met Chinezen samen te werken. Wil de Vlaamse economie in de wereld een rol van betekenis blijven spelen, dan kan ze zich beter vandaag toeleggen op intensieve samenwerking met China. Aanbevolen lectuur.

 

Inleiding tot de opiniejournalistiek - 2

In de volgende nieuwsbrief zullen we deel 2 van ons onderzoek naar de opiniejournalisten publiceren. Voor een goed begrip willen we alvast enkele vooroordelen uit de wereld helpen.

Selectieve deontologie

Het is opvallend hoe ‘bekende' critici zich gebonden voelen door ethische principes en deontologische regels, terwijl opiniejournalisten, die hun lezers bewust misleiden, zich helemaal niet aangesproken voelen. Of is het schrik om genegeerd te worden? Terecht, want zopas kreeg een kritische lezer te horen dat de redactie voortaan niet meer zal antwoorden op zijn vragen. Negeren, het ultieme zwaktebod.

Opiniejournalistiek is géén duiding

Voor de traditionele media wordt het moeilijk om alleen nog ‘oud' nieuws te verspreiden. Oud, omdat de informatie al op het internet staat vooraleer de media het kunnen oppikken. Van daar de noodzaak om hun meerwaarde te bewijzen door duiding, wat vroeger de regel was bij de echte kwaliteitsmedia, maar vandaag eerder uitzonderlijk. Met duiding bedoelen we het nieuws in een breder context plaatsen, achtergronden blootleggen en álle argumenten aan bod laten komen. Zonder te oordelen; dat moet de lezer zelf doen. Opiniejournalistiek voldoet helemaal niet aan deze voorwaarden. Enkel de mening van de redactie/de journalist/de (gelijkgezinde) opiniemaker komt aan bod en argumenten die niet passen worden verzwegen.

Opiniejournalistiek verhindert een evenwichtige meningsvorming

Voor Volkskrant.nl (30.07) schreef Britta Böhler het volgende: De toegang tot objectief gepresenteerde informatie is essentieel voor het politieke debat in een democratische samenleving. De media hebben tot taak hun lezers of kijkers in staat te stellen een eigen mening te vormen. En meningsvorming is iets anders dan meningsbevestiging. Dit vergt van journalisten niet alleen een kritische houding ten aanzien van het regeringsbeleid maar ook ten opzichte van hun eigen berichtgeving.
De eenzijdige politiek correcte opinies misleiden de lezer/kijker.
 

Opiniejournalistiek zonder kennis is onverantwoord

 

Uittreksels uit een artikel dat gepubliceerd werd op DS Laat. Auteur Pieter Adriaens
docent aan het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte (KU Leuven), schrijft:
Waaraan denkt u als u aan onwetendheid denkt? Juist: domheid, onkunde, onnozelheid. Misschien denkt u spontaan aan Donald Trump, die zijn naam stilaan eer aandoet. (…) Onwetendheid is niet weten. En die onwetendheid is ondergewaardeerd.(…) Echte onwetendheid maakt kwetsbaar en vraagt om nederigheid. Misschien wordt het tijd voor een herwaardering van die onwetendheid.
Domheid is daarentegen onwetendheid tegen beter weten in. Trumps probleem is niet, zoals sommige critici beweren, dat hij onwetend is. Het probleem is dat hij onwetend is over zijn onwetendheid. En diegenen die hem daar op wijzen, worden weggelachen als fake news. Domheid en arrogantie is een ellendige combinatie.

Dat DS dit standpunt publiceert, weliswaar niet in de hoofdkrant, is opmerkelijk want onze conclusie is gelijklopend aan deze van Adriaens: alleen denken we niet aan Trump maar in de eerste plaats aan de opiniejournalisten die eveneens domheid en arrogantie combineren. Dat kon u al lezen in Opiniejournalistiek deel 1, en het wordt helemaal duidelijk in deel 2 (volgende nieuwsbrief).

Net zoals dwarsliggers argumenten/bewijzen leveren voor hun stellingen vragen we ons wel af waarom Adriaens geen concrete bewijzen levert voor zijn stelling dat Trump niet weet dat hij onwetend is? Zonder bewijzen blijft het ook maar ‘een opinie', of moet dat voor hem niet meer bewezen worden en is een afwijkende mening meteen ‘fake news'?

Niet alleen opiniërende journalisten zijn nefast voor de meningsvorming van de bevolking, ook academisch gevormde opiniemakers (hoofdzakelijk in de menswetenschappen) zijn geen garantie voor objectieve informatie. De selectieve keuze van de kranten voor gelijkgezinde academici zorgt daarenboven voor een ongezonde scheeftrekking. Een Dwarsligger, tevens licentiaat in de psychologie, heeft het alvast niet begrepen op dergelijke populaire ‘academische' opiniemakers:

Gladjanussen degraderen humane wetenschappen

De kritische Amerikaanse journalist Andy Kessler haalde onlangs in The Wallstreet Journal de diarree van boeken over de psychologie van de mens door de mangel. Die boeken verkopen goed, maar in vele gevallen belazeren ze de nooddruftige lezer die op zoek is naar licht in zijn leven. Een van de kampioenen op dit gebied is Malcolm Gladwell- Gladwell, niet Gladjanus, al zou dat beter hebben gepast.
De Nederlandse vertaling van zijn Outliers, “Uitblinkers”, telt 343 bladzijden. Allemaal om de lezer te vertellen dat succes niet afhankelijk is van talent, doch van de levensomstandigheden. De recensent van “Uitblinkers” zal het al te gortig hebben gevonden en schreef dat wie succes wil begrijpen, verder moet kijken dan individuele capaciteiten. Dat is natuurlijk correct, maar dat wist mijn grootje al. Het mens is vele jaren dood. Ze was 93.

Een mens vraag zich af: waar halen die schrijvers van dat soort literatuur hun inspiratie? Zelf houden ze niet op te herhalen “studies wijzen uit….” Op dit punt aangekomen wordt het heikel. Een dwarsligger vroeg zich af wat er met de informatie gebeurt die op Twitter, Facebook enz. te vinden is? Hij vermoedt dat ook proffen uit de humane wetenschappen hier een bron van “wetenschappelijke informatie” vinden.

Beduidend meer dan in de natuurwetenschappen vind je bij de humane wetenschappen studies die in vele gevallen niet gerepliceerd blijken te kunnen worden. Omdat veel van deze studies uitgevoerd worden door studenten, die verduiveld goed weten welke uitkomst hun hoogleraar graag wil zien. Als de omstandigheden veranderen, wijst een dergelijke studie “dus” wat anders uit. De Gladjanussen van deze wereld hébben intussen hun studies, die ze vervolgens vlijtig gebruiken om hun eigen schrifturen aan te vullen.

Dat zulke praktijken mogelijk zijn komt mede door de publicatiedruk, voornamelijk weer in de humane wetenschappen. Van een hoogleraar worden papers en boeken verwacht, liefst in het Engels. Steenkolenengels, maar dat maakt niet uit, want niemand leest ze en de studenten zelf weten niet beter. En dus wordt er op los gestudeerd.

Eidoch, vooral een vak als psychologie vraagt om empathie. ‘Verstehen' zeiden de Duitsers, niet zomaar sympathiseren, doch doorvoelen wat er in ‘s mensen ziel omgaat. De beleving van de proefpersoon te pakken krijgen. En hoe méét je beleving? Het is verleidelijk om hier omheen te zeilen. Dan héb je toch papers en kun je subsidies vragen voor latere studies, die vervolgens voedsel zijn voor Gladwell en co die er dan wel een hapklaar verhaal van maken.

In de sociologie – alles lijkt wel sociologie, tegenwoordig - krijg je zulke toestanden ook. Neem nu het begrip ras. In deze anti-racistische tijd moet je als socioloog mee met de stroom: er bestáán geen mensenrassen. Ite et docete. Rassen zijn een sociale constructie. Een belangrijke, want heel veel mensen denken dat rassen bestaan. Maar sociologische studies wijzen uit dat al die mensen zich vergissen. Wie kan er nu tegen studies op? Niemand toch, en de gemeenschap van sociologen is overtuigd dat ze een nieuw paradigma heeft ontdekt. En de uitgevers: die hebben weer kopij.

Meer dan welke andere wetenschappen ook zijn humane wetenschappen vatbaar voor show, ophefmakerij en knoeierij.

In die humane wetenschappen zijn wijzelf en ons eigen leven voorwerp van onderzoek. Het is hondsmoeilijk om van onszelf afstand te nemen. Daarom ook wordt een bepaald soort literatuur zo gretig gelezen: het gaat om onszelf. We zijn onszelf een raadsel en wie belooft het raadsel op te lossen vindt aantrek. Wie wat weet te observeren vindt echter altijd wel iets wat mensen doet zeggen: “dit is heel juist!”. Als je daar bovenop nog met wat studies kunt jongleren, is de overtuigingskracht nog groter.
Edoch: Wetenschap krijg je niet door instemming van de mensen te vragen of door studies op te zetten waarvan de proefpersonen de gewenste uitslag vermoeden, noch door het produceren van grote aantallen papers.
Wetenschap vereist zoeken, formuleren van hypothesen, deze toetsen en opnieuw toetsen. Dat is bij mensen heel moeilijk, omdat die een groot voorstellingsvermogen hebben waardoor hun beleving elke keer weer een ietsje anders is.
De vooruitgang van de humane wetenschappen gaat mede daardoor sowieso heel moeizaam. Maar voor wie fondsen moet verwerven volstaat zulke uitspraak niet. Je moet de opdrachtgever resultaat kunnen voorleggen.
En daarbij kan de pulpliteratuur van Gladwell en andere glad-janussen behulpzaam zijn …

 
 
 
 
 
             Pjotr's Dwarsliggers