Europa was ooit de bakermat van het Christendom. Vatikaanstad is de zetel van de katholieke kerk. Overleeft de christelijke cultuur het wegdeemsteren van het katholieke geloof in Europa?
Europa! Als ik aan haar denk, dan is het niet aan de hedendaagse politieke structuur die het continent in haar greep probeert te krijgen. Aan een administratieve EU-slokop die dit prachtig werelddeel gijzelt en het tracht om te vormen tot iets wat het niet is en ook niet wil zijn: een karikatuur van haar verleden en een afbraak van wat uit onze diepste eigenheid voortgekomen is. Ze weet zelfs niet meer waaruit ze ontstaan is en ze vernietigt vanuit die onwetendheid de bronnen van haar identiteit: het christendom als religie en als oorsprong van onze beschaving.
Daarenboven geeft ze blijk van misplaatste tolerantie aan een immigrerende islam die de rug keert naar onze cultuur en waarden. Door allerlei mechanismes en vooringenomenheid wil ze zelf een nietsbeduidend, multiculturele chimère opdringen en een gemeenschap ineen prutsen op door haar veroorzaakte ruïnes van een eeuwenoude prachtige beschaving.
In de discussie of er in de Grondwet van de Europese Unie wel of geen verwijzing naar het christendom zou moeten komen hebben deze Europese oplichters de loodjes zwaar doen doorwegen. ‘Als vertegenwoordiger van een seculiere staat ben ik geen voorstander van godsdienstige verwijzingen’, hoorde men een Franse president zeggen. ‘God in de grondwet zou de principes van de Franse revolutie van 1789 aantasten’, voegde een toenmalige Belgische Eurocommissaris er aan toe. ‘Ik ben radicaal tegen een religieuze verwijzing. Dit is absoluut onaanvaardbaar’. Hier wordt dus blijkbaar religie en cultuur onderling gewisseld. Maar de toon is wel gezet: ‘christelijk’ is taboe en moet verdwijnen, ook als heel het Europees gedachtengoed daarvan in taal en beschaving doordrongen is.
Het christendom heeft wel degelijk vormgegeven aan de Westerse samenleving. Of dat men dit nu graag of niet graag hoort. Dat laatste blijkt nu de norm te zijn. Velen zien het christendom, vooral de Kerk alleen nog als een machtige institutie die over haar hoogtepunt heen is. We hebben ons van het juk van de Kerk moeten bevrijden. Nogmaals, hier wordt het kind en het badwater… je weet wel!
Europa! Als ik over haar mijmer is het vooral aan haar waaier van thuislanden met meervoudige interpretaties van een meerstemmige burgerlijke samenleving die dezelfde drang naar medemenselijkheid en inspraak deelt. Aan een samenleving waar loyauteit aan haar naties altijd hoog in het vaandel heeft gestaan. Zelfs in tijden van onderlinge bloedige oorlogen, wisten zij zich behorend tot eenzelfde christelijke cultuur. Vaak kwamen ze daarna ook dichter bij elkaar.
Natievorming is eigen aan Europa en is vergelijkbaar met een ‘dagelijks plebisciet’ of de betrachting van een groep mensen die beseffen dat ze samen belangrijke dingen hebben verwezenlijkt en dat ze dit wil voortzetten. Dit drukt het collectieve geheugen van haar medeburgers uit en hun goedvinden om samen te leven. Dit zijn de redenen waarom nationale sentimenten de weg openen naar een democratische politiek van onder naar boven.
In dat Europa wonen wij, hier delen wij onze publieke ruimte in respect met anderen en vragen we ook aan nieuwkomers om dit te doen. De Kerk proclameerde al in de eerste eeuwen: ‘ecclesia regit lege romana’ d.w.z. dat de Kerk zich onder de wet van de Romeinen plaatst. Dat Romeins wettenstelsel beriep zich niet op een goddelijke verordening, maar was een seculier, menselijk rechtssysteem en dus aanpasbaar en veranderlijk. Dit maakte het mogelijk in Europa een pluriformische eenheid op te bouwen in respect met de verschillende nationale volkeren, talen, gebruiken en gevoeligheden. Een religie die haar ‘goddelijke’ wetten hier wil introduceren als norm, bevindt zich niet op de juiste plaatst. Na de Romeinen is er geen imperiale eenheid nog in geslaagd haar dictatoriale wil langdurig op te dringen aan die diverse volkeren.
Europa’s specificiteit steunt op de ‘zachte deugden’ van het christendom: naastenliefde, behulpzaamheid, zorg voor zwakken, eerlijkheid, vergevingsgezindheid, gelijkheid tussen man en vrouw, verdraagzaamheid, mededogen… enz. Zij scheerde hoge toppen in kunsten, wetenschappen en technieken, waar de hele wereld nu op verder bouwt. Dàt is de eigenheid van Europa: samen met haar verschillende volkeren en hun naties in onderling verwantschap en in een gedeelde cultuur een humane leefwereld opbouwen. Met een burgerlijke inspraak van onder naar boven en niet omgekeerd.
Kan Europa nog wel haar nationale waarden verzorgen en in stand houden en verliest ze zichzelf niet in een ondefinieerbaar multiculturalisme? In een klimaat-, woke-, dekolonisatie-, energie-, cancel culture, gender- en andere gektes die ze zich meer en meer toe-eigent, loopt ze zich hiermee niet te pletter op haar eigen illusies? Heeft een generatie, die er in welvaart aan gewend is geraakt om van haar vrijheden te genieten, de wilskracht nog om voor de in het verleden vaak met bloed verkregen vrijheden, ook op te komen? Zullen supranationale bureaucratieën met hun onverkozen instellingen en mandarijnen, de volkssoevereiniteit van de Europese staten verdringen? Een homogeen islamitisch blok dat zich nu in Europa opbouwt zal dat niet nog meer radicalisering en verarming teweeg brengen? De vragen stellen is ze beantwoorden.
‘Samenlevingen zijn noodzakelijkerwijs specifiek omdat ze leden en herinneringen hebben, leden met niet alleen herinneringen aan hun eigen leven, maar ook aan hun gemeenschappelijk leven. De ‘mensheid’ daarentegen heeft leden maar geen geheugen, en dus geen geschiedenis en geen cultuur, geen gewoontes, geen vertrouwde levenswijzen, geen festivals, geen gedeeld begrip van sociale goederen.’[1]
Deze postchristelijke ‘beschaving’ weigert het ‘Ontastbare’ toe te laten met als gevolg een spirituele armoede, veel onzekerheid en psychologische ontreddering, eenzaamheid, gebrek aan referenties, overconsumptie, het zoeken naar zingeving buiten de eigen cultuurbronnen en de cultus van het vooral onnuttige ding. Dát Europa is een vergissing en is de mijne niet.
Europa bevindt zich in een gevarenzone, want ze is haar waarden aan het verliezen door een keuze te maken om ze te vernietigen, door afstand te doen van haar naties, haar geschiedenis en haar culturele wortels. Maar een beschaving die haar waarden en fundamenten ontkent, is een zielloze beschaving en een prooi voor anderen. Ons dierbaar erfgoed erodeert, een erfgoed van een humaan bestaan en onze band met de Klassieke Oudheid. Dat zien we nu gebeuren. Wijzigingen om zich aan te passen aan veranderde omstandigheden zullen wel noodzakelijk zijn, maar het voortbestaan van Europa vereist het behoud van haar kernwaarden, om niet in het magma op te lossen van een veelheid van illusies en zelfbegoochelingen over wat Europa is en zou moeten zijn.
Om dat te verhinderen hebben we beleidsmensen en staatslieden nodig die het welzijn van hun burgers ter harte nemen en zich durven ontdoen van spannende banden met politieke partijen die vooral met hun eigen overleving bezig zijn. Of erger: gewoon bezig zijn met een persoonlijke lucratieve carrière…
Een onderwijsinstelling -- van kleuter tot universiteit -- zou de waarden en bronnen van onze geschiedenis met fierheid moeten uitstralen. Het onderwijs is nu doorspekt met ideologieën en hypes. Het moet vooral gezellig zijn en voldoende amusementswaarde uitstralen. Maar leerlingen en studenten moet leren verantwoordelijkheid voor de toekomst op te nemen en trots te zijn op ons verleden. Onderwijs moet meer dan leuk en sociaal zijn en docenten zijn geen coaches, maar moeten kennis doorgeven en de hand aan het stuur houden. Zij moeten hun pupillen zelfstandig leren denken en handelen en zelf weigeren voor sacrale of reguliere indoctrinaties te buigen. Met andere woorden: onderwijs moet de gemeenschappelijke bestemming van Europa volgen en ter harte leren nemen.
In die zin is het onderwijsprobleem véél meer dan ‘een gebrek aan leerkrachten’ waarmee men zich van het probleem wil afmaken. De Vlaamse onderwijskoepels zullen zichzelf grondig moeten herijken en terug trouw aan ons verleden worden. Dáárop moeten ze mikken en zal ze opnieuw toekomst kunnen aanreiken. Anders komt de grote klap eraan.
Serge Desouter
Antananarivo, januari 2023
[1] Walzer Michael -- Thick and thin. Moral argument at home and abroad, Notre Dame -- University of Notre Dame Press, 1994, p. 8. ‘Societies are necessarily particular because they have members and memories, members with memories not only of their own but also of their common life. Humanity by contrast, has members but no memory, and so it has no history and no culture, no customary practices, no familiar life-ways, no festivals, no shared understanding of social goods.’