Angela Merkel (Tobias Koch)Angela Merkel, de Kanselier, die haar eigen principes om principiële redenen niet kent.

Vertaling van een artikel door Markus Somm 16.09.2017

Indien er, onder de talrijke populisten die we vandaag hebben, een heel eigenaardige is, die men niet van populisme zou verdenken omdat ze zo een totaal andere indruk maakt, dan is dat Angela Merkel, de Duitse Bondskanselier, die zich volgende zondag opnieuw verkiesbaar stelt. Ze zal nooit door bombastische beloften opvallen en ze heeft nooit retorische vuurwerkspektakels afgestoken die de mensen zouden kunnen verblinden. In de plaats daarvan lijkt haar spreekstijl op die van een spaarkasbeheerder, die ons over de negende revisie van de bepalingen omtrent klantenverkeer informeert. Angela Merkel is denkelijk de slechtste redenaar uit de Duitse geschiedenis. Het zou kunnen dat er onder de keizers van de vroege middeleeuwen nog een paar slechtere te vinden zijn.

Dat spreekt niet in haar nadeel, het is eerder een deel van haar verbazend succes. Merkel, een buitengewoon intelligente vrouw, boezemt niemand angst in omdat ze nauwelijks een zin eloquent afgewerkt krijgt, ook omdat ze er zo gewoon uit ziet en zich zo bescheiden kleedt. Zelfs haar veel besproken kapsel ziet er in geen geval zo uit dat daarover iets te vertellen zou zijn. Haar kapper, ze zeggen dat het een bekende is, moet de wanhoop nabij zijn.

Merkel praat ook altijd zeer redelijk en genuanceerd. Zelden komt ze met dwarse of aanvechtbare beweringen. Ze drijft de dingen niet op de spits. Ze is altijd op evenwicht bedacht. Ze valt niemand aan. Er zit een zekere ironie in het feit dat in het land van briljante redenaars, dat Duitsland zonder meer ooit was, uitgerekend de Anti-Rederijkers vandaag het landschap bepalen. Ze benaderen ondertussen de zeer lage standaard van het Zwitsers parlementarisme. Reeds Kohl was al even miserabel in het debat, zij het minder vreedzaam. Maar die siste minstens, sloeg zijn tegenstanders plat en wond zich op, ongeveer even vaak als hij zich versprak. Merkel daarentegen, met een dominee als vader, preekt nooit. Ze belooft niemand zijn zielenheil en kondigt geen paradijs aan. Protestants minimalisme.

In de Orkaan

Desondanks, en dat lijkt paradoxaal, is ze een populist zoals er in het recente verleden van de Bondsrepubliek nauwelijks een andere was. Ze is een Populist omdat ze zo zelden haar overtuiging, die in ieder geval al moeilijk te ontcijferen is, als drijfveer voor haar handelen gebruikt, maar slecht één principe schijnt te volgen: geen principes te hebben.

Als zij, de machtigste vrouw van de wereld, politiek bedrijft, of dat nu onder de invloed van een crisis is of binnen de routine van het regeringswerk, dan loopt dat zo af: een hele tijd horen en zien we niets, ze laat nauwelijks iets van zich horen. Ze blijft ondoordringbaar, zodat sommige waarnemers welwillend veronderstellen dat ze het zich bij de beslissing niet gemakkelijk maakt, omdat ze alles zo grondig doordenkt. Maar ze aarzelt vermoedelijk gewoon, niet omwille van het onvermogen om te beslissen, maar vanuit opportunistische listigheid.

Want zodra duidelijk wordt uit welke richting de wind waait, draait ze bij en sluit zich bij de orkaan van de zogezegde publieke consensus aan. Het is dan altijd moeilijk te zien op wie ze daarbij eigenlijk let. Meerderheden in het volk zijn het niet waaraan ze tegemoet komt en zich zo soepel aanpast, maar eerder meerderheden bij de leden van de Elites. Vaak plooit ze naar de meerderheid der opiniemakers in de media van de mainstream. Soms krijgt men de indruk dat men vandaag slechts de „Süddeutsche Zeitung“, een links liberaal blad, dient te lezen om te weten in welke richting Merkel morgen zal bewegen.

In 2010 herriep ze eerst de atoom uitstap, door de rood-groene voorgaande regering besloten, en verlengde in tegendeel de looptijden van de kerncentrales. Dat was een schijnbaar moedige stap, die ze kort daarna blijkbaar berouwde, wanneer ze zich bewust scheen te worden dat dit zeer onpopulair was. Ze nam dan ook de eerste de beste gelegenheid waar om zich van zichzelf te distantiëren. Fukushima, een atoom ongeval in het verre Japen, als gevolg waarvan tot hier toe geen mens gestorven is, gebruikte ze in 2011 als aanleiding om nu toch definitief uit de kernenergie te stappen.

Meerder kerncentrales werden van de ene dag op de andere uitgeschakeld, de overig werden met kortere looptijden opgezadeld. Dat was een eenzame beslissing, die op deze planeet slechts één politica en één land nagedaan hebben: Doris Leuthard en Zwitserland, terwijl alle andere op kernenergie blijven zetten.

Als ik “eenzaam” zeg wil ik niet verkeerd verstaan worden. Eenzaam was de Duitse beslissing enkel in de internationale context. In de Duitse publieke mening bevond Merkel zich in goed gezelschap. In geen enkel land, zo scheen het, was er een bredere scepsis tegen kernenergie. Dat nam men toch minstens aan, vooral onder links-liberale journalisten; diegene waar Merkel naar luistert.

Over een technologie waarin de Duitse industrie ooit tot de beste en innovatiefste van de wereld behoorde, hebben de Duitsers nooit gestemd. Populisme in plaats van principes, het was een van de eerste voorbeelden waar de schijnbaar rationele fysicus Merkel zich slechts aan één rationaliteit zou onderwerpen: de rationaliteit van de geringste weerstand.

Wie is het Volk?

Talrijke, even abrupte koerswisseling zouden volgen en hebben ondertussen de lange regeringsperiode van Merkel bepaald: de Euro-Griekenland-Redding, waarbij ze zonder meer alle regels van de EU ignoreerde, omdat ze vreesde dat een Grieks bankroet haar eigen positie zou ondergraven, of meer recent bij het zogenaamde „huwelijk voor iedereen“, waar ze haar jarenlange weerstand tegen het huwelijk voor homoseksuelen plots opgaf, nadat duidelijk werd dat de SPD dit thema in de verkiezingsstrijd tegen Merkel wilde inzetten.

Zakelijk heb ik daar geen probleem mee. Het “huwelijk voor iedereen” is de juiste maatregel. Maar in de vorm verried Merkel weer eens dat wat deze politica het best kan: haar niet voorhanden overtuiging aan een vermoedde meerderheid aanpassen met een tempo dat minder met flexibiliteit dan met populisme in de ware zin van het woord te doen heeft.

Vaak verstaat men onder dit begrip een politiek die, kost wat kost, in de smaak wil vallen. Diegene die een dergelijke politiek voeren worden gezien als politici die “het volk naar de mond praten”, dus beloven wat het volk graag hoort, ook op het gevaar af dingen te beloven die door iedere mens die bij zijn verstand is als onrealistisch ontmaskerd worden. Dikwijls richt deze politiek zich op meerderheden: men doet dat wat populair is, ook indien het naar de afgrond leidt.

Merkel staat voor een andere, nieuwe soort populisme. Haar beslissingen hebben in de bevolking in geen geval een meerderheid, maar ze zijn populair bij diegenen die zich voor de elite houden: goed opgeleide, verfijnde mensen, veganisten en hipster, stadsbewoners uit de links-liberale middens die een over-proportionele invloed op de openbare mening hebben, omdat ze zelf goed kunnen schrijven en spreken. Hun voorkeuren vinden niet echt een meerderheid in de bevolking, maar Merkel gaat daarvan uit en praat ze naar de mond. Nooit was die neiging duidelijker en fataler erkenbaar dan in september 2015, toen Merkel het halve Midden Oosten naar Europa uitnodigde. In één slag ontwrichtte ze de complete vluchtelingen politiek van de EU, stelde de grenzen open, zonder de andere landen van de Schengen zone (daaronder ook Zwitserland) te vragen wat ze daarvan dachten. Tot één miljoen mensen van onbekende afkomst, meestal jongen mannen, stroomden naar Duitsland. Ze zullen dat land veranderen, zonder dat de huidige bewoners daarover iets te zeggen hadden. Merkel besliste zonder parlement en zonder kabinet.

Ze deed dat om humanitaire redenen, zegde ze. Dat eert haar, indien niet die twijfel zou knagen: deed ze het niet hoofdzakelijke omdat het er aanvankelijk zo goed uit zag, omdat het populair was in de kringen die Merkel voor meerderheden hield? En inderdaad hebben de kranten gejubeld. De verfijnde mensen hebben Syrië welkom geheten. Duitsland werd plots trots op zijn deugdzaamheid. De overige Europeanen zagen dat eerst een beetje beduusd, dan verwonderd aan. Duitsland, het land van de uitersten. Dit vooroordeel leek bevestigd. Intussen heeft Merkel deze verkeerde politiek duidelijk gecorrigeerd. De grenzen zijn weer dicht. Humanitaire overwegingen terzijde: dat telt nu blijkbaar niet meer. Wat Merkel in een ander licht laat zien. Merkel de humanitaire, Merkel de populist. Zodra ze merkte hoe onpopulair haar generositeit was trok ze de consequenties en gaf de politiek der open grenzen op. Dat hoeven we niet te kritiseren: iedere politicus mag uit zijn fouten leren. Het valt wel op dat Merkel daarbij blijft dat ze in oktober 2015 alles juist gedaan heeft. Dat is begrijpelijk. Vanuit haar perspectief heeft ze denkelijk slechts één fout begaan: dat wat ze voor populair hield heeft zich als hoogst onpopulair ontpopt en zou haar de verkiezing gekost hebben indien ze haar zelfverklaarde humanitaire principes trouw gebleven was.

Populisten zijn de politici van de principeloosheid. Ze zitten niet in de politiek omdat ze een doel hebben. Ze zijn zelf het doel, en dat bestaat daaruit alles te doen om verkiezingen te winnen en aan de macht te blijven, om vier jaar later nog eens een verkiezing te winnen en aan de macht te blijven. Ondertussen doen ze alles om nog eens een verkiezing te winnen en aan de macht te blijven. Als Merkel volgende zondag, zoals verwacht, bij de verkiezingen de bovenhand haalt, zal ze de geschiedenis ingaan om twee redenen: dat ze veel verkiezingen won, en dat nooit iemand ontdekte waarvoor (Basler Zeitung).

Bewaren