frameIn de Reeks over Europa bieden we U een essay aan over de sluipende, schijnbaar onontwijkbare ontwikkeling van onze moderne maatschappij naar een totalitaire of minstens ondoorzichtige staatsvorm, ook in Europa.

 

 

 

 

Inleiding

Dit essay is geschreven vanuit de bezorgdheid over de sluipende, schijnbaar onontwijkbare ontwikkeling van onze moderne maatschappij naar een totalitaire of minstens ondoorzichtige staatsvorm, ook in Europa.

Ik zal eerst enkele vooraanstaande stemmen over totalitarisme aan het woord laten; vervolgens geef ik aandacht aan het verschijnsel van de massavorming.

Daarna zal ik enkele concrete feiten aanhalen die ons doen vragen of de EU zich niet in een verkeerde richting ontwikkelt. Daarvoor staat die fameuze QR-code symbool.

Ik kom uit op een ontnuchterende conclusie.

Het idee ontstaat dat de vorming van een totalitaire massastaat misschien wel een natuurlijk aspect is van de menselijke sociale evolutie dat alleen voorkomen kan worden door een zeer bewust alternatief denken in termen van concrete, individuele feiten.

Ook al met het oog op de plannen die in de schoot van de VN worden gesmeed is een juiste rolomschrijving voor de EU van het allergrootste belang.

Hannah Arendt

Weinigen hebben zo diepgaand en zo doorleefd geschreven over het functioneren van de totalitaire macht als de Duitse Jodin Hannah Arendt. In haar monumentale The Origins of Totalitarianism[i] legt ze de wortels bloot van een staatsordening waarin de staatsmacht niet ten dienste van de bevolking staat, maar erop is gericht om de bevolking eerst tot een amorfe massa om te vormen en ze vervolgens te beheersen. Deze handelwijze is geenszins een vorm van arbitraire machtsuitoefening. Integendeel: totalitaristen maken zich sterk dat ze handelen volgens de wetten van de natuur of de evolutie[ii]. In onderscheid met andere vormen van dictatuur wordt het heersen zelf opgevoerd als de concrete realisatie van een Algemene Natuurlijke Wil[iii] (zie verderop).

Arendt bespreekt ten gronde de ontmanteling van de nationale staat en de daarmee gepaard gaande degradatie van de geëmancipeerde staatsburger tot een identiteitsloze massamens.

Om dit te illustreren geef ik hierna enkele citaten uit de Nederlandse vertaling van haar hoofdstuk A Classless Society.

“De volgende klasse die in haar geheel moest worden opgeruimd was de arbeidersklasse.(…)Dit proces werd in 1938 voltooid met de invoering van de arbeidskaart, die de hele Russische arbeidende klasse officieel omvormde tot één reusachtige groep dwangarbeiders. Zonder deze kaart kon niemand arbeid verrichten, reizen of zich levensmiddelen aanschaffen. De kaart bevatte een gedetailleerd verslag van ieders beroepsactiviteit.”[iv]

Maar ook de bureaucratie moest onder controle van het oppergezag worden gebracht: “De kroon op het werk van deze maatregelen was de opruiming van de bureaucratie, die de vorige opruimingsmaatregelen had helpen uitvoeren.(…) Eens te meer werd de vernietiging van de partijbureaucratie als klasse voltooid met de invoering van een binnenlandse reispas, nodig voor de registratie en machtiging van alle verplaatsingen. Juridisch gesproken bevond de bureaucratie zich samen met de partijfunctionarissen op hetzelfde niveau als de arbeiders; zij was nu een deel geworden van een reusachtige menigte Russische dwangarbeiders(…)[v]

 

Het is onmiskenbaar dat Arendt in deze zinnen ook de vernietiging van de mensenrechten op het oog heeft.

Dat zie je in een hoogst opmerkelijke uitspraak: “ Niet alleen ging het verlies van nationale rechten altijd gepaard met het verlies van mensenrechten; zoals het geval van de staat Israël bewijst, heeft men tot dusver de mensenrechten alleen kunnen restaureren door nationale rechten in ere te herstellen.” En dan volgt een cruciale zin: ”De opvatting van mensenrechten die stoelt op de veronderstelling dat er zoiets als een menselijk wezen bestaat, schiet tekort, uitgerekend op het ogenblik dat zij die verklaarden erin te geloven, voor het eerst geconfronteerd werden met mensen die inderdaad alle eigenschappen en specifieke relaties verloren hadden – behalve dan hun menszijn.[vi]” Arendt is duidelijk: mensenrechten zijn ondeelbaar. Het is niet mogelijk iemand als mens te respecteren maar hem wel zijn nationale identiteit te willen ontnemen.

Een heel actuele positie!

 

De psychologie van totalitarisme: angst.

Recent verscheen van de Gentse hoogleraar Mattias Desmet een boek met als titel die van deze alinea[vii]. De Gentse klinische psycholoog gaat minder dan Arendt in op de politieke dimensies van het totalitaire gezagssysteem. Hij legt de klemtoon op de psychologische mechanismen die de mens, en in het bijzonder de hedendaagse mens, vatbaar maken voor de verleidingen van een totalitair bestuurssysteem. Op een goed leesbare manier gaat hij in op de vraag hoe het mogelijk is dat miljoenen mensen zich vrijwillig voor een virus zoals Covid-19 willen laten opsluiten. Hoewel zijn inzichten vorm hebben gekregen tijdens de Covid-politiek, bevatten zij wel degelijk algemeen toepasselijke gezichtspunten.

Ik ga kort in op enkele elementen die volgens Desmet een vrijwillige afstand van zelfstandigheid mogelijk maken.

Een eerste factor is dat de moderne mens het lijden, onder welke vorm ook, niet meer kan verdragen. Vooral fysiek lijden werd ondraaglijk. Zodoende verdroeg de mens ook steeds minder de risico’s van het leven[viii].

Hij licht toe: steeds meer in de greep van het modernistische, mechanistische denken (Heideggers Rechnende Denken!) begon de westerse mens steeds meer geld uit te geven aan allerlei vormen van gezondheidstechnieken. Toch verdween de angst voor ziekte en lijden geenszins. Steeds meer begon de westerse mens zijn angst voor de ongrijpbaarheid van de toekomst af te dekken door zich voor zowat alles wat denkbaar is te verzekeren. Een voorbeeld daarvan is ook de nukkige koppigheid van de Belgische  minister van volksgezondheid, die per sé de vaccinatieverplichting voor het zorgpersoneel wilde doordrukken, hoewel die verplichting volgens onderzoeken nauwelijks verband houdt met besmettelijkheid[ix]. Zijn argumentatie was even ontstellend als simpel: “zo zijn we gewapend voor het geval zich opnieuw zo’n crisis zou aandienen!”. Zover is het dus gekomen: we maken wetten om risico’s die we in de toekomst misschien zullen lopen op voorhand al af te dekken!

Deze verzekeringswoede heeft evenwel ongewenste gevolgen. Hoe zorgelijker de mens zich in de wereld geplaatst ziet, hoe meer hij behoefte heeft aan allerlei preventieve acties en medische onderzoeken. De mens kapselt zich in een kluwen van angstbelevingen en onzekerheid in. Zoiets leidt tot totale angstcreatie. Dat blijkt ook uit het dwangmatige vermijden van infecties tijdens de Covid-crisis. De angsten bij de bevolking werden nooit zo hoog opgezweept en dit leidde, onder andere, tot vele  uitgestelde doch noodzakelijke behandelingen. Desmet meent zelfs dat het krampachtig willen vermijden van elk gevaar zelf zeer gevaarlijk is geworden.

Een tweede, daarmee verbonden fenomeen, is de steeds toenemende behoefte aan controle. Angstige mensen willen alles controleren omdat ze elke eventualiteit willen uitsluiten. Het gevolg is dat steeds meer ‘gevaarlijke’ mensen en toestanden worden uitgesloten of tenminste worden opgehokt, zoals gebeurde met de kippen tijdens de vogelgriep. “Mens en dier - potentiële ziekteverspreiders - zijn te gevaarlijk voor elkaar om los te laten lopen.”[x]

Het derde punt is hiervan het rechtstreekse gevolg: onstilbare reglementitis. Het is een fenomeen dat intussen zowat iedereen kent.  Alles moet gereglementeerd, geordend en dus naar de normen van de mensen worden gestructureerd. Maar hoe goed een regel ook bepaald wordt: hij is altijd nog te onduidelijk en er ontstaat altijd weer behoefte aan bijkomende bepalingen[xi].

Een vierde punt is dat elke menselijke communicatie onvermijdelijk behept is met onzekerheden. Derrida zei dat een tekst nooit een echt einde heeft: hij verwijst altijd weer naar andere teksten. Er kan altijd nog iets meer over welk onderwerp dan ook worden gezegd. Zodoende weet niemand of het verhaal dat hij brengt ook echt af is. Dat is een bron van onrust en twijfel ten aanzien van elkaars bedoelingen en derhalve van angst.

Het gevolg van dat alles is dat mensen een hang ervaren naar datgene wat zekerheid lijkt te bieden. Maar onzekerheid wordt nooit helemaal opgeheven. Omdat de mens een groot voorstellingsvermogen heeft, duiken altijd weer nieuwe vragen en twijfels op.

Samenvattend ziet Desmet vier basiscondities die grootschalige massavorming mogelijk maken:

Massale vereenzaming

Verlies aan zingeving

Vrij vlottende angst en onbehagen

Algemene frustratie en ongenoegen over zowat alles, leidend tot allerlei vormen van agressie.

Als onder die omstandigheden via de massamedia een suggestief verhaal verspreid wordt over een object van angst, Joden, communisten, antivaxxers of wat dan ook, en tegelijk een strategie aangereikt om met dat object van angst schijnbaar doeltreffend om te gaan, ontstaat er een breed maatschappelijk draagvlak om het object van die angst te controleren of trachten te beheersen of zelfs te vernietigen. Het wordt dan echt niet zo verwonderlijk dat grote massa’s zich via dit verspreide verhaal bij elkaar aansluiten. “Dit zorgt voor een soort roes die de eigenlijke motivatie is om mee te gaan in het massavormende narratief.[xii]” Men sluit zich aaneen, niet omdat het waar is, maar omdat het de angsten verdrijft.

 

Sigmund Freud en Arthur Schopenhauer

Sigmund Freud is bij velen bekend als de psychiater van de seksualiteit en de meesten hebben ooit al wel eens gehoord over Freuds theorie van het Oedipuscomplex.

Minder bekend is dat Freud zich ook uitdrukkelijk heeft uitgelaten over de massificatie, zoals ook hij die in zijn jaren waarnam: de opkomst van het nationaalsocialisme met zijn massabijeenkomsten waar Hitler speechte – Hitler was op dat punt een waar natuurtalent.

In zijn werkje “Het ik en de psychologie der massa[xiii]” gaat hij daarop in.

Net als Mattias Desmet heeft Freud een belangrijk deel van zijn mosterd gehaald bij de Franse schrijver Gustave Le Bon[xiv]. Le Bon stelde dat een mens zich anders gaat gedragen en denken zodra hij deel uit maakt van een massa. Een mens daalt in dat geval verscheidene sporten op de ladder van de beschaving. Hij wordt een barbaar, een wezen dat zijn driften volgt. Een massa is dan ook licht te beïnvloeden, vooral met beelden, omdat de massa in beelden denkt. Bovendien is de mens een kuddedier dat zich instinctief onder het gezag van een opperhoofd plaatst.

Freud steunt sterk op de analyses van Le Bon, maar voegt er een belangrijke dimensie aan toe. Men weet dat Freud de psycholoog van de menselijke affecten is. Zelf spreekt Freud over de libido. Die term heeft in het populaire taalgebruik een erotische betekenis, maar Freud vatte dat begrip ook veel ruimer op: zoiets als de energie van alle bewuste en onbewuste driften die het hele gedrag sturen.

Voor Freud berust massavorming op die libidineuze bindingen. Voor Freud is een massa een verzameling mensen die hetzelfde object (meestal een menselijke leider) in de plaats hebben gezet van het persoonlijke ik-ideaal. Dat laatste is, zoals de term het zegt, het ideale ik dat een mens doorheen zijn opvoeding van klein kind tot volwassene onbewust voor zichzelf heeft gevormd. Massa’s identificeren zich dan met hetzelfde ik-ideaal.

Concreet spreekt Freud over de ervaring van de oerleider, de oervader van de evolutionaire menselijke troep, die dat collectief ik-ideaal belichaamt en waarmee de massamens zich identificeert.

Doordat de massamensen zich allemaal met één leidersfiguur identificeren, identificeren ze zich nog feller met elkaar.

Essentieel om de positie van Freud te begrijpen is nu dat deze bindingen of identificaties van libidineuze, dus affectieve aard zijn.

En we weten allemaal dat wanneer affecten het overhand halen, de ratio in de hoek belandt.

We zagen dat heel duidelijk bij de Covid-epidemie, waarbij mensen (bewust!) in een toestand van veralgemeende angst werden gebracht[xv].

In dergelijke omstandigheden vormen mensen inderdaad een massa die zich irrationeel gedraagt. Bij de Covid-crisis werden bejaarde koppels die samen op een bank uitrustten door al te ijverige politieofficieren bekeurd, wegens overtreding van de afstandsregels. Mensen die maar even kuchten werden door anderen ostentatief gemeden en in de lezersrubrieken van de kranten werden mensen die kritiek uitten op de vaccinpolitiek voor het lelijk van de straat uitgescholden. In Nieuw-Zeeland en Australië was er op een bepaald ogenblik zelfs sprake van de oprichting van kampen om niet-gevaccineerden af te zonderen, waarop kritische geesten verwezen naar de gebeurtenissen in de Tweede Wereldoorlog.

Freuds mening brengt ons nog tot iets anders. Freud is dus van oordeel dat menselijk sociaal gedrag en massavorming een affectieve, emotionele kwestie is. Het gaat uit van diepliggende driften en drijfveren waarop wij als mensen nauwelijks greep hebben. Freud geeft die diepliggende drijfveren de naam ES.

Dat ES is een drijfkracht: het drijft de mens en duwt zijn gedrag. Dat is precies wat Schopenhauer schrijft in zijn De wereld als wil en voorstelling. Voor Schopenhauer bestaat de wereld uit twee werkelijksheidslagen: de wereld van de menselijke voorstellingen, zoals wij die in het dagelijkse leven kennen. Maar er is een tweede laag, die hij De Wil noemt. Elke strevende en werkende kracht in de natuur is in wezen niets anders dan de expressie van die wil[xvi]. Het is niet de menselijke persoon die uit zichzelf wilsuitingen voortbrengt. De persoon zelf is reeds een verschijning van de wil en dus is het individu in sterke mate gedetermineerd[xvii]. Die wil is zonder enige kennis of ratio werkzaam. Hij is een eindeloos streven[xviii]. De wil heeft geen doel, behalve gewoon te bestaan. Het lijkt allemaal heel erg op de hoger genoemde Algemene Natuurlijke Wil waarover Arendt spreekt.

Het is nu niet moeilijk om dezelfde conclusie te trekken die de Duitse schrijver Thomas Mann trok: Freuds onbewuste Es correspondeert met Schopenhauers redeloze oerwil. ”Schopenhauer is, als psycholoog van de wil, de vader van alle moderne zielkunde; van hem loopt, via het psychologisch radicalisme van Nietzsche, een rechte lijn naar Freud en diegenen die zijn dieptepsychologie verder hebben ontwikkeld en op de geesteswetenschappen hebben toegepast.[xix]

 

Een synthese

Wat hebben Hanna Arendts analyse van het politieke totalitarisme, Desmets psychologie van het totalitarisme, de dieptepsychologie van Freud en de oerenergie van Schopenhauer met elkaar gemeen?

Arendt leert ons dat machthebbers er niet voor terugdeinzen een bevolking om te vormen tot een amorfe, meegaande massa om die dan vervolgens van uit één centraal punt en naar hun believen te sturen. Zo’n sturing vereist de volledige beheersing van het maatschappelijke leven. De ervaring leert dat zulks echt niet onmogelijk is, mede omdat grote delen van de bevolking uit eigen beweging de oekazes toepassen.

Desmet bekijkt het massavormend narratief als een psychologisch fenomeen, waardoor een totalitaire politiek mogelijk wordt. Vereenzaming, verlies aan zingeving, vlottende angstgevoelens en frustraties over alles en nog wat bieden potentiële heersers een makkelijk beheersbare basis om de massa van de bevolking met de neus in één richting te krijgen. Desmet leert ons dat diezelfde bevolking hierbij een collectieve roes ervaart, die de ware motivatie voor het massavormend narratief is. Het gevolg is dat afwijkende stemmen worden uitgestoten.

Dieptepsychologen zoals Freud wijzen erop dat de mens zijn ratio verliest, zodra hij emotioneel deel gaat uitmaken van een massa. Hij sluit zich bij die massa aan, voelt er zichzelf een deel van en wil ze versterken en volgt daarbij de bevelen vanuit het leidend centrum. Het belangrijke is dat dit alles helemaal niets met ratio te maken heeft, maar als met emoties en gevoelens. Daar pakt geen redenatie op.

Schopenhauer, die gewoonlijk niet voorkomt in analyses over totalitarisme, heeft zijn leven lang gewijd aan het uitwerken van het antwoord op de vraag waar de oorsprong van deze massavorming en de daarbij horende slaafsheid vandaan komt. Zijn standpunt is dat mensen en volkeren door een onbewuste, onontkoombare oerenergie worden gedreven. Het is niet verkeerd om hier evolutionaire ideeën bij te betrekken. In tegenstelling dus met wat de westerse mens over zichzelf denkt, dat hij namelijk zelfbepalend zou zijn, wordt de mens door diepliggende oerkrachten gedetermineerd.

De geschiedenis geeft ons vele voorbeelden van de fenomenen die hiervoor worden belicht. Doorheen de hele menselijke geschiedenis is er sprake van heersers, aan wie de bevolking onderdanigheid verschuldigd is. Uit onderzoeken is gebleken dat in het oude Egypte sommige farao’s na hun dood begraven werden met soms wel honderden van hun dienaren. Naar verteld wordt waren de familieleden van hen die werden meebegraven’ daar nog trots op ook.

Diezelfde geschiedenis leert ons dat het idee van de zelfstandige mens helaas vooral illusie is. Dat het me die wil tot zelfstandigheid niet zo geweldig gesteld is, blijkt uit het verrassend vaak uitblijven van opstandigheid[xx]. We zouden als zelfstandig denkende en handelende westerlingen zo’n verzet verwachten, maar de feiten bewijzen dat ook die hedendaagse westerling vlot met het machtsverhaal van groepen die over grote massa’s heersen meegaat. De covid-affaire heeft ons getoond hoe mensen op elkaar druk uitoefenen om het narratief van de heersers te volgen, zélfs als men dat vanuit rationeel oogpunt niet zou willen. Het is bekend dat het heel erg moeilijk is om als buitenbeentje op te treden en de meeste mensen missen de moed om zich tegen het plooien voor collectieve druk te verzetten.

Diezelfde geschiedenis leert voorts dat heersende groepen zelden grenzen trekken aan hun machtsgebied. In hun inleiding tot de (gedeeltelijke) Nederlandse vertaling van Arendts Origins of Totalitarianism schrijven Remi Peeters en Dirk Deschutter: “Arendts verrassende, maar toch wel overtuigende conclusie luidt: waren Hitler en Stalin maar nationalisten geweest![xxi]

Dit dwingt me om een voorzet te geven op wat komen gaat: het valt op dat de top van de EU bij herhaling uithaalt naar wat zij “nationalisme” noemt[xxii]!

 

Quid EU?

Hiermee zijn we aanbeland bij de EU. Men herinnert zich de verklaring van EU-bonzen, die meenden dat de algemene verplichte invoering van een QR-code een groot voordeel zou zijn. Dit standpunt werd zonder twijfel mede bepaald door de QR-codes die mensen die zich voor Covid hadden laten vaccineren kregen. De EU wil dat dergelijke QR-codes voor de hele EU gelden.

Maar die QR-code is niet alleen een vaccinatiebewijs: velen zien er een middel tot totale digitalisatie van alle persoonlijke informatie in.

Vanuit verschillende hoeken kwam hierop kritiek: men zag er een ernstig gevaar in voor de privacy.

Mij deed deze QR-kwestie evenwel meteen denken aan de eerder genoemde arbeidskaart van Stalin. De QR-code lokt immers niet alleen vragen uit met betrekking tot privacy, maar roept de vraag op of dergelijke QR-codering ons niet op een hellend vlak zet naar een totalitair Europa.

Laat ons even enkele feiten aanhalen die deze vraag oproepen.

In april 2022 verklaarde Margarita Shinas, vicevoorzitter van de Europese commissie, dat de legale immigratie in de EU  moet vergemakkelijkt worden.

Er zijn zo’n 125.000 tot 200.000 illegale migranten die jaarlijks de Europese unie bereiken, maar elk jaar komen er volgens de commissie tien tot vijftien keer meer migranten op legale wijze naar het continent. Volgens Shinas is dat een duidelijke win-winsituatie: migranten krijgen de kans om hun omstandigheden te verbeteren, gastlanden kunnen beschikken over meer geschoolde werknemers en de economie vaart er wel bij[xxiii]

Deze manier van redeneren is, vooreerst, mensonwaardig, omdat mensen herleid worden tot economische objecten. Ten tweede: hebben die herkomstlanden die talenten niet zelf nodig? Dan zou het hier om een soort rooftocht gaan.

Volgens de Duitse filosoof Herder is de mens echter niet van alle tijden en van alle landen: bij elk tijdperk en elk land hoort een specifiek soort mensen[xxiv].

Als we dit vandaag lezen vragen we ons af wat Herder dacht toen hij dit schreef. De mens, en dan vooral de westerse met diens wereldbeeld en denkbeelden, heeft zich over de hele planeet verspreid. Hoe kun je dan zeggen dat bij elk land een specifiek soort mensen hoort?

En hoe verzoen je dat allemaal met uitspraken zoals deze van Shinas?

We zien echter dat de idee van de universele mens die overal dezelfde basisdenkbeelden koestert zelfs in de schoot van de EU zelf betwist wordt. Niet alleen in landen zoals Hongarije of Polen, maar ook in die landen waar de denationalisering het verst werd doorgedreven, in West-Europa. Het volstaat naar de uitslagen van verkiezingen te kijken of het oor te luisteren te leggen bij wat mensen zeggen – als ze zich niet bespied weten. Is het zo redelijk om die miljoenen kiezers die niet stemmen op internationalistische partijen weg te zetten als extreemrechts?

Dat alles wijst op het bestaan van zoiets als een etnisch gevoel: het besef dat men deel uitmaakt van een groep met een specifieke geografische en biologische oorsprong. Martin Bulmer omschrijft de etnische groep als een collectiviteit (vaak binnenin een grotere collectiviteit) die gekenmerkt wordt door een reële of verbeelde gemeenschappelijke afstamming, gemeenschappelijke herinneringen en een gemeenschappelijk historisch verleden en met een duidelijke klemtoon op kenmerken die de betrokken groep van anderen onderscheiden[xxv].

Wijst dit niet mede naar de problematiek in onze eertijds monoculturele steden? En is dit niet direct betrokken op de menselijke beleving bij de autochtone en allochtone bevolking: teken van een soort onbewuste etnische ervaring?

Als dat waar is, met welke denkbeelden leven dan de EU-bonzen? Wat is hun bedoeling? Is het de bedoeling om de specificiteit van de oorspronkelijke bevolking uit te wissen om tot dat éne Europees volk te komen, waar Denis de Rougemont (1906-1985) het over had? De beruchte ‘omvolking’? Er is alvast in Nederland al gewaarschuwd voor een heuse ontwrichting van de samenleving door massieve immigratie.

Ook Antwerpenaren weten hierover best wel mee te praten.

Die EU-bonzen redeneren in ieder geval niet naar mensenmaat, zoveel is zeker. Ze redeneren in termen van miljoenen economische objecten. Het lijkt er verdacht veel op dat dit snel kan omslaan naar een denken waarin mensen vervangbaar zijn[xxvi]. Is dat niet een typisch onderdeel van massavorming, wat op zijn beurt een essentieel aspect van totalitarisme is?

Zal de Europese QR-code een verwijzing bevatten naar de etnische aanhorigheid van de betrokkene? Of zal men die gewoon verzwijgen?

In april 2022 verplichtte de Europese commissie internetbedrijven op te treden tegen illegale inhoud en schadelijke desinformatie. Natuurlijk bestaat er nepnieuws en elke oorlogvoerende partij heeft altijd al van nepnieuws gebruik gemaakt om haar partijtje te winnen. Maar hoe gemakkelijk is het toch om nieuws uit een concurrerend land of dito strekking schadelijk te noemen! En is het censureren van vrije meningsuiting niet typisch voor totalitaire regimes?

Zou de EU, als ze zich dan toch met cultuur wil inlaten, zich niet bedienen van de alom heersende ‘emocultuur’ of nog de vanouds bekende brood-en-spelencultuur? Met emotionele spelletjes kun je miljoenen bezig houden – terwijl die niet in de gaten hebben wat er rondom hen in werkelijkheid gebeurt.

Eveneens in april 2022 vaardigde Spanje een wet uit die advertenties voor niet-genderneutraal speelgoed verbiedt[xxvii]. Het verbod zit verpakt in een zogenaamde consumentenwet, die waarheidsgetrouwheid moet  bevorderen. Eerder hadden ook Nederland en Frankrijk dit soort wetgeving al ingevoerd.

Los van de vraag wat een overheid te maken heeft met het soort speelgoed dat we aan onze kinderen geven – een teken van overmatige overheidsbemoeienis op zich – laat alles vermoeden dat dit soort wetgeving zich over de hele EU zal verspreiden. Of hoe men het denken standaardiseert.

Dit alles speelt zich af in onze individualistische wereld, waarin geen voorbijganger stopt bij een gevallen fietser om hem tenminste te vragen of het gaat[xxviii].  Men deponeert bejaarde vaders en moeders in een rusthuis, zogenaamd om hen tegen coronabesmettingen te beschermen, en men ontneemt familieleden de kans om hen te bezoeken. Totale vereenzaming door een overheid uitgelokt!

Tal van organisaties – tot officiële instanties toe - dwingen mensen om via de computer een afspraak te maken, in plaats van te kiezen voor een persoonlijk gesprek.

We evolueren naar een onpersoonlijke, koude, individualistische wereld, waaruit de warmte is verdwenen. “Het individu is uit een rijk gemeenschapsleven weggehaald en betreedt nu in de plaats daarvan een reeks beweeglijke, veranderlijke, herroepbare verbanden, vaak louter bestemd voor specifieke doelen. Uiteindelijk verbinden we ons via een reeks partiële rollen”[xxix].

“Ik vraag me af welke de trekken zijn waaronder de tirannie weer een nieuwe gestalte zou aannemen. Ik zie dan voor me een ontelbare massa van in alle opzichten gelijke mensen, die egocentrisch bezig zijn met het rusteloos najagen van de onbeduidende, burgerlijke genoegens waar zij bun hart op gezet hebben. Ieder op zichzelf genomen vormt een eigen wereldje waarbuiten het lot van anderen zich voltrekt(…). Ofschoon hij zich beweegt tussen zijn medemensen, hij neemt ze nauwelijks waar(…). Boven al deze egocentrische individuen torent een enorm bevoogdend machtsapparaat als enige instantie die hun welzijn garandeert en hen van de wieg tot het graf begeleidt[xxx]”.

Hoe men het ook wendt of keert: zowat alle ingrediënten voor een totalitair systeem zijn aanwezig: de vorming van een vormeloze, meegaande massa van losse individuen die leven in ‘rollen’ maar die wél hondsjaloers zijn op elkaar, vereenzaming, verlies van zingeving, angstgevoelens – nog aangewakkerd door onheilsberichten over nakende ondergang door klimaatrampen. Het overvragen van een overheid die voor alles en nog wat zou moeten zorgen zodat de massa een zorgeloos leventje zou kunnen leiden, maar tegelijk een overheid die aan de onbeperkte vraag onmogelijk tegemoet kan komen en dus een bron van eindeloze frustratie is. En daarnaast nog eens de gevolgen van veel te lang gerekte corona-afstandsregels, zogenaamd om besmettingen te verhinderen, waardoor mensen zich gaan neerleggen bij een afstandsmaatschappij en daarom de individualisering als normaal gaan ervaren.

Boven dat alles en oneindig ver weg, verheven boven alle echt herkenbare beslissingsgremia, met zogenaamde verkiezingen die veeleer een doekje voor het democratische bloeden lijken, een EU dus, die zo groot is, dat niemand enige kans kan ziet om in het hele schouwspel verandering te brengen en dat alles met een overall-controlesysteem onder de vorm van een QR-codemaatschappij.

Dit alles aangevuld -binnenkort- met de mondiale heerserspositie van de WHO?

 

Psychologie van de heerser

Als laatste punt moeten we ons richten naar de ziel van de heersers zelf. Onder het begrip heerser valt in dit essay: de bestuurderslaag.

Het essentiële feit dat ik hierbij wil beklemtonen is dat bestuurders niet onvatbaar zijn voor allerhande emotionele en gevoelsmatige affecten. Ook een technocratische bovenlaag ontsnapt daar niet aan.

Net als ieder ander mens zijn bestuurderslagen van structuren zoals de EU opgenomen in onze hedendaagse cultuur die alles beheersbaar en voorspelbaar tracht te maken. Maar dat schept krampachtigheid. Zo is er altijd behoefte aan een schuldige als het toch misloopt[xxxi]. Ze zijn opgevoed door ouders die er alles aan gedaan hebben om hun kind elke frustratie, elk pijntje, elk tekort te besparen, zoals de Vlaamse psychiater Paul Verhaeghe niet nalaat ons te vertellen. Het lijkt wel een collectiviteit van lastige, balorige kleuters. Mensen die zo opgevoed werden staan in ieder geval niet redelijk in de wereld en kunnen een gevaar vormen voor zichzelf én de gemeenschap.

Het verhaal gaat dat men in 1952 het presidentschap van de toen jonge staat Israël aan Albert Einstein had aangeboden, maar dat deze geweigerd had met de opmerking dat hij daar niet verstandig genoeg voor was. Einstein dacht aan wat anders…

We moeten inzien dat het behoren tot wat door velen ‘de elite’ wordt genoemd een heerlijk bevredigend gevoel verschaft. Maar tegelijk wordt de concurrentie met gelijkgezinden bikkelhard, want iedereen wil zoveel mogelijk blinken. En dan is de rush naar de absolute top, het ultieme droombeeld van iedereen die op carrière is gericht.

Bestuurders, zeker op het niveau van de EU, staan dus tegenover psychologisch sterke uitdagingen. Ze kunnen zich bovendien alleen maar handhaven als ze zichzelf met hun eigen soort identificeren, hetgeen tegelijk betekent: afstand nemen van het gewone volk. Zich identificeren betekent tegelijk het tot zwijgen brengen van kritische ideeën, waarvan men kan aanvoelen dat ze in de kringen waarin men zich thuis waant niet bepaald goed zouden vallen[xxxii].  Men speelt in dergelijke omstandigheden best geen cavalier seul.

Politiek gesproken leidt zulks onverbiddelijk tot een elitaire, technocratische laag, die een eigen cultuur ontwikkelt en die van de lagere klassen eist dat ze die cultuur respecteren maar tegelijk afstand houden.

Ze vinden vervolgens het besturen als iets dat deze laag van nature toekomt en wanneer dat bestuur zich over een half miljard mensen uitspant, kan het niet anders of het wordt een bestuur op de maat van de soort. Op dit punt aangekomen treffen we de woorden van Ernest Renan aan: ”Wat heb ik te maken met de mens die zich tussen de mensheid en mij plaatst? De ware adeldom houdt niet in dat men een eigen naam heeft, een eigen geest, maar dat met behoort tot het edele ras van Gods kinderen, dat men een soldaat is die opgaat in het immense leger dat optrekt om het volmaakte te veroveren.[xxxiii]

En aldus geeft de bestuurder van de massastaat zichzelf een opdracht van tijdloze aard, in toepassing van de universele wetmatigheden van de Natuur.

Precies zoals elk totalitarisme voorschrijft.

Een kort besluit

Dit is geen opwekkend verhaal.

De EU kán zeer zeker een heilzaam project zijn. Maar daar is een grote wijsheid voor nodig, nog meer dan Einstein zichzelf toeschreef.

Het besturen van zoiets immens als een EU, opgebouwd uit zovele verschillende talen en culturen is een uitnodiging voor allerlei vormen van gelijkschakeling. Het komt neer op het balanceren op een met vet ingesmeerde glijplank in felle schuinstand. Het is mogelijk, maar je moet er een knappe jongleur voor wezen.

De verlokkingen van de wereldmacht zijn groot en de geschiedenis van de mensheid zit vol jammerlijke voorbeelden. Matthias Desmet zegt dat gedwongen sterilisatie van gevangenen tot in de 21e eeuw wordt toegepast. “Hebben we veel redenen om te geloven dat machthebbers zich pas de laatste jaren niet meer zouden bezig houden met dergelijke praktijken?[xxxiv]” En wat zouden EU-potentaten doen als hen dat goed uitkomt? Zij zijn immers echt niet uit ander materiaal gemaakt. Wie zal verhinderen dat de kunstbaarmoeder van Aldous Huxley verplicht wordt, nadat ‘experts’ ons met statistieken hebben murw gemaakt dat wie de natuurlijke weg verkiest, de vrucht in gevaar brengt? Realiseert men zich aan de top van de EU wat hiermee in gang wordt gezet?

Ben ik nu een complotdenker? Tja: we worden alleszins gestuurd, maar – weer zoals Desmet op blz. 178 zegt - niet noodzakelijk door mensen, maar door een manier van denken en voelen die ons voert naar een technocratie, waarvan zovelen hun heil verwachten.

Aan dit proces ontsnappen ook EU-bobo’s niet, want die zitten in dezelfde netten gevangen. Ook de EU-bonzen geloven dat de wereld best bestuurd wordt door voort te gaan op cijfers, metingen, statistieken en tabellen en dat daarbij de rol van “experts’ van centraal belang is. Emoties, gevoelens en irrationaliteit moeten worden gebannen. Jammer genoeg maken emoties en irrationaliteit veel méér deel uit van het menselijke gedrag dan velen lief is…

Wat de soep nog smakelozer maakt: vele topbestuurders schijnen hun oor te luisteren te leggen naar de vele hard roepende parvenu’s. Dat zijn de producten van een overconsumptie van de maatschappij die alleen nog belangstelling heeft voor persoonlijke wellust, voor wie het normale abnormaal wordt, en die vindt dat de hele wereld moet veranderen. Vanzelfsprekend in de zin zoals zij dat opvat - denk aan het woke-verhaal. Parvenu’s voor wie de werkende mens een volstrekt vervangbaar, eigenlijk waardeloos, toevallig product van de geschiedenis is[xxxv]. Hoewel velen het niet in de gaten hebben is deze manier van denken een fundamentele afwijking van wat sommigen de humane waardigheid wordt genoemd, het mensbeeld waarop Europeanen soms trots zeggen te zijn. Bedenk dat deze mensontwaardende gedachtegang perfect kan aansluiten bij een door cijfers en tabellen gestuurde maatschappij.

Hoe verleidelijk is dat alles voor bestuurders die zelf kwetsbare, emotioneel gedreven mensen zijn!

Zeker als we bereid zijn naar Schopenhauer of Freud te luisteren beseffen we dat we allen, groot en klein, gedreven worden door  oerdriften waaraan niet te ontsnappen valt.

De enige remedie daartegen is het constant herinneren aan de wijze woorden van de Franse schrijver André Suarès in diens Vues sur l’ Europe: “Ik zing de lof van de kleine naties. Alleen zij zijn gemaakt op de maat van de mens. De grote rijken zijn op de maat van de soort. De kleine naties hebben de stad, de moraal en het individu geschapen”[xxxvi].

Als ze de zorg voor de concrete mens niet tot haar hoofdprobleem kan maken, is de EU voor de Europese mens een groot gevaar. De QR-gecodeerde mens is daarbij de moderne versie van de van een arbeidskaart voorziene persoon in de stalinistische maatschappij en als zodanig het symbool van een mislopende ontwikkeling.

Deze nodige ommezwaai – wat dat is het – zit verscholen in het veel gebruikte maar slecht begrepen woordje subsidiariteit[xxxvii]. Het stipt naleven van dat beginsel zou, bijvoorbeeld, een heel andere klimaatpolitiek opleveren. Er zou bijvoorbeeld veel meer oog komen voor de enorme schadelijkheid van massieve elektrificatie, die nu met grote poeha blind wordt nagejaagd, want aandacht voor het lot van de concrete mens zou “Het vuile randje van de groene revolutie” meteen in het oog doen springen[xxxviii].

Envoi

Laten we duidelijk voor ogen houden waar het vandaag op staat: een aantal machtigen grijpt de Covid-crisis aan om een wereldstaat op poten te zetten[xxxix]. Daarin dreigen al onze burgerlijke vrijheden te worden vermalen. Huxley heeft het ons al verteld. Ambtenaren en ‘lagere politici’ zullen in alle eerlijkheid beweren dat ze het goede nastreven, ‘omdat de hogere leiding het toch goed met ons voor heeft’. Maar dat deed Adolf Eichmann ook: hij was een uitstekend administrateur en was er heilig van overtuigd dat hij deed wat zijn goedmenende oversten van hem vroegen.

We moeten de lessen trekken uit onze eigen geschiedenis.

We hebben een democratisch en warm-menselijk Europa nodig.

We mogen de Europese Unie niet tot een totalitair systeem laten uitgroeien.

 

[i] Hannah Arendt. The Origins of Totalitarianism. A Harvest Book, 1958. Ikzelf maak vaak gebruik van Hannah Arendt, Totalitarisme, Boom, 2005, vertaald en ingeleid door Remi Peeters en Dirk De Schutter. Dit boek biedt de Nederlandse lezer een verantwoorde vertaling van de hoofdstukken negen tot en met dertien van Arendts originele werk.

[ii] Hannah Arendt, The Origins, blz. 461. Engelse versie blz. 461.

[iii] Harry Willemsen en Peter de Wind, Woordenboek Filosofie, Garant, 2015, blz. 544.

[iv] Hannah Arendt, Totalitarisme, blz. 87.

[v] Idem, blz. 88.

[vi] Idem, blz. 374. Men vindt deze tekst in de Engelse versie terug op blz. 299-300.

[vii] Mattias Desmet. De psychologie van totalitarisme. Pelckmans, 2022.

[viii] Mattias Desmet, o.c., blz. 93.

[ix] Eur J Epidemiol. 2021 Sep 30 : 1–4. Increases in COVID-19 are unrelated to levels of vaccination across 68 countries and 2947 counties in the United States .S. V. Subramanian  ORCID: orcid.org/0000-0003-2365-41651,2 & Akhil Kumar3  volume 36, pages 1237–1240 (2021)

[x] Toen in mei 2022 het corona-kritische programma Tegenwind de Ultima Publieksprijs won, durfde de VRT het niet aan om ook positieve stemmen hierover in debat te laten gaan: een teken van angst.

[xi] Matthias Desmet, o.c., blz. 102.

[xii] Idem, blz. 133.

[xiii] Sigmund Freud. Het ik en de psychologie der massa. Wereldbibliotheek s.d.

[xiv] Gustave Le Bon. Psychologie des foules, 1895. Zie : fr.wikipedia.org/wiki/Psychologie_des_foules_(livre).

[xv] https://www.hln.be/buitenland/duitse-wetenschappers-moesten-coronagevaar-aandikken-om-bij-burgers-begrip-te-kweken-voor-harde-maatregelen~add5c8d6a/

[xvi] Arthur Schopenhauer. De wereld als wil en voorstelling. Deel 1. Wereldbibliotheek, 1999, blz.199.

[xvii] Idem, blz. 202.

[xviii] Idem blz. 268.

[xix] Thomas Mann over Schopenhauer. In Arthur Schopenhauer. De vrijheid van de wil. Pelckmans, 1989, blz. 171.

[xx] Hannah Arendt maakt een scherp onderscheid tussen revolutie en opstandigheid. Deze laatste zijn in de geschiedenis weliswaar talrijk, maar Arendt biedt ons toch geen lange lijsten aan. Volgens haar zijn revoluties gericht op de schepping van een Nieuwe Wereld. De vraag luidt of niet alle opstanden de bedoeling hebben nieuwe omstandigheden te scheppen. Zie Hannah Arendt. Over revolutie. Atlas, 2004, blz. 44 en passim. Merk ook op dat Amerika bij zijn aanvang nog kon stellen een Nieuwe Wereld te willen, maar dat dit voor de EU geenszins opgaat. Zie ook blz. 313 in het genoemde boek.

[xxi] Hannah Arendt, Totalitarisme, Boom, 2005, blz. 17. Aan een volk is er immers een grens, zelfs al is het maar een taalgrens.

[xxii] En vandaag wil de EU Oekraïne, Wit-Rusland en Georgië inlijven. Grote delen van de bevolking gaan daar nog kritiekloos in mee ook. Zo hoort het in een massastaat toch?

[xxiii] 27/4/2022. Bron: Belga.

[xxiv] Alain Finkielkraut, De ondergang van het denken, Contact,1988, blz. 14.

[xxv] Martin Bulmer. Ethnicity. In Athena S. Leoussi (ed.) Encyclopaedia of Nationalism. Transaction Publishers, 2001, blz. 69-70.

[xxvi] Hannah Arendt, Totalitarisme, o.c. blz. 93.

[xxvii] HLN 29/4/2022

[xxviii] HLN 10/5/2022

[xxix] Aan het woord is Charles Taylor in diens Bronnen van het zelf, Lemniscaat, 2007, blz. 649.

[xxx] Alexis de Tocqueville. Democratie: wezen en oorsprong. Agora, 2004, blz. 190.

[xxxi] Zie, bijvoorbeeld, Sander Schimmelpennick& Ruben van Zwieten. Elite gezocht. Prometheus, 2019, blz. 95.

[xxxii] Psychologen spreken hier over cognitieve dissonantie.

[xxxiii] Alain Finkielkraut, Verloren beschaving, Contact, 1997, blz. 79.

[xxxiv] Mattias Desmet, o.c., blz. 184.

[xxxv] Denk aan Shinas, die de verwachte bevolkingsdaling van de EU met massale immigratie wil opvangen.

[xxxvi] Alain Finkielkraut. Comment peut-on être croate? Gallimard, 1992, blz. 22 (mijn vertaling).

[xxxvii] ‘Subsidiariteit’ komt van het Latijnse subsidiarius: ‘reservist’. De EU moet bijstand verlenen, niet heersen.

[xxxviii] Rudi Vranckx, Het vuile randje van de groene revolutie, VRT, Canvas,  zaterdag 7/5/2022.

[xxxix] https://www.demorgen.be/nieuws/wereldleiders-pleiten-in-open-brief-voor-internationaal-pandemieverdrag~b2eb5e88/