De voortschrijdende globalisering is blijkbaar nog niet zo ver gevorderd dat de nationale staten bereid zijn al hun bevoegdheden op te geven. Twee voorbeelden: defensie en de nationale energiebehoeften.
Een nieuw strategisch kader voor defensie
Recent maakten US-president Joe Biden, UK-eerste minister Boris Johnson en AUS-premier Scott Morisson bekend dat ze een nieuwe (diepere) militaire alliantie aangaan met het oog op de dreiging door China in de regio.
Deze samenwerking is in mening opzicht opmerkelijk. Het stelt niet enkel vragen omtrent de rol van de NAVO, het is ‘grensverleggend’ terwijl het eigenlijk niets nieuws is.
Al sinds 1947 werken de ABCA-landen (USA, UK, CA en AUS) militair samen. Hoewel deze samenwerking een beperkt doel had (gemeenschappelijke normen voor militair materieel) is het geen geheim dat deze landen ook in andere domeinen samenwerkten en meer informatie uitwisselden dan onder NAVO-lidstaten het geval was. Dat werd mij reeds duidelijk in 1977 tijdens een NBC-cursus in Canada.
Het nieuwe is vooral dat bij deze samenwerking Canada er niet bij is, net zo min als een EU-lidstaat. Hoewel de traditionele (pro-Europese) media sinds het vertrek van de UK alleen maar onheil voorspelden voor de Britten, schreven we al dat het vertrek ook voor de EU erg nadelig zou zijn. Dat is voor defensie alvast één conclusie die we mogen trekken uit deze samenwerking zonder de EU. Geografisch gezien wordt West-Europa een schiereiland dat strategisch steeds minder voorstelt.
De NAVO zal aan belang inboeten
De NAVO heeft onder druk van de USA in de laatste decennia een bocht genomen die niet door alle lidstaten werd geapprecieerd. Het beperkte defensieve doel (de vrede in Europa bestendigen) werd uitgebreid met interventies buiten Europa. Omdat deze visie niet door elke lidstaat werd gedragen ontstond een nieuwe vorm van samenwerking binnen de NAVO: de “Coalition of the Willing”.
Dit nieuwe samenwerkingsverband van de Amerikaanse, Britse en Australische defensie “ABA” is een vorm van geformaliseerde ‘Coalition of the Willing’. Een instrument ter voorbereiding van een nieuwe Koude Oorlog, ditmaal niet tussen de NAVO en Rusland, maar tussen China en de USA samen met de landen die nu al onder de militaire paraplu schuilen van de USA (Japen, Taiwan, de regio van de Stille Zuidzee en de Oost-Chinese zee).
Er zijn echter grote verschillen tussen de NAVO en dit nieuw militair samenwerkingsverband van de USA met de landen in deze regio. Rusland is nooit een echte bedreiging geweest voor West-Europa, terwijl China véél sterker is dan Rusland ooit was en wél een militaire confrontatie aankan.
Deze Koude Oorlog.2 zal gevaarlijker zijn omdat er ook een nieuwe nucleaire wapenwedloop deel van uitmaakt. Ditmaal gaat het niet enkel om een dreiging met wederzijdse vernietiging, maar om het daadwerkelijk inzetten van mini-atoomwapens en andere high tech wapens, waaronder biologische? De SARS CoV-2 pandemie, bewees dat een virus de wereldwijde maatschappij kan ontwrichten.
Waar nauwelijks aan getwijfeld wordt in de Amerikaans-Europese visie is de vijandrol die China daarbij speel, net zoals Rusland tijdens de Europese Koude Oorlog.
Wanneer men zich afvraagt welke voordelen dergelijke oorlog voor China zou hebben, dan lijkt het vooral een ‘politiek voordeel’, terwijl de economische groei van China en de welvaart van de bevolking daardoor alleen maar zouden geschaad worden. Men vergeet in het Westen ook dat China in deze regio al heel veel akkoorden afsloot met diverse landen en deze banden met de dag steviger worden.
Laten we het voorzichtig formuleren: Elke militaire samenwerking zal waarschijnlijk niet volstaan om de regionale hegemonie van China te stoppen met wapengekletter.
Een Europese defensie?
Dat de EU-lidstaten nooit een fair aandeel leverden in de militaire (financiële) inspanning van de NAVO was een doorn in het oog van de Amerikanen. Die vergeten wél dat de EU-lidstaten de grootste afnemers waren van Amerikaans oorlogsmaterieel, waardoor het Amerikaanse militair – industrieel – politiek complex met de economische voordelen gingen lopen en de oprichting van een Europese defensiepoot nooit van de grond kon komen. Tegelijk is er ook de onwil van onder meer de Fransen om hun defensie in handen van de EU te leggen (tenzij het Franse handen zijn).
De hoofdoorzaak van de militaire zwakte van de EU is dubbel:
- Zoals EU-correspondent Jan Werts schreef: Het Europees algemeen belang bestaat alleen waar de belangen en prioriteiten van maar liefst 27 autonome staten samenvallen. Maar Bulgarije heeft heel andere economische belangen, tradities en prioriteiten dan bijvoorbeeld Finland. Evengoed lopen de belangen en de opinies van België en Nederland uit elkaar. Dan is het logisch dat het ‘Europees algemeen belang’ in werkelijkheid nauwelijks bestaat.
- De EU-democratieën hebben hun weerbaarheid verloren. Ondanks het hoge welvaartsniveau is de kloof tussen burgers en hun politieke leiders nog nooit zo groot geweest. Steeds meer moet de EU-besluitvorming gebruik maken van ondoorzichtige en dus ondemocratische macht bij gebrek aan gezag.
Een wapenwedloop en -geweld is contraproductief
Wellicht zal iedereen het erover eens zijn dat een oorlog de minst goede oplossing is en dat ook de beste intenties niet noodzakelijk een maatstaf zijn voor het gewapenderhand oplossen van conflicten.
De voorloper van de VN, de Volkerenbond, ging daar heel omzichtig mee om. De nationale soevereiniteit was heilig en interventies waren vooral gericht op het stoppen van de gewelddaden. De Veiligheidsraad van de VN respecteerde deze legalistische visie, al was het maar omdat de leden ervan bijna altijd van mening verschilden en een veto van één lid volstond om een VN-interventie te voorkomen. Tot in 1990 de Koude Oorlog eindigde en Rusland niet meer ging dwarsliggen wanneer de USA vanuit een (goedbedoeld) moreel leiderschap ergens wilden militair tussenbeide komen. Na Afghanistan beseffen de Amerikanen (hopelijk) dat Nation Building iets heel anders is dan een militaire bezetting en de opbouw van een leger zonder steun van de bevolking.
Wat mij telkens weer schokte was de foute beoordeling van de lokale conflicten. Onder meer door een kant te kiezen, door zelf partij te worden in het conflict.
De zwakte van de VN-vredesoperaties, waarbij géén kant werd gekozen, was het ontbreken van een duidelijk mandaat en de mogelijkheid om dit mee te geven onder de vorm van duidelijke opdrachten die desnoods mochten afgedwongen worden. Een geslaagd voorbeeld was het ontwapenen van burgers in Somalië door het BE-detachement. Een dramatische mislukking was de genocide in Srebrenica, Bosnië, en de Rwandese genocide met daarbij de dood van 10 Belgische para’s.
Na al die ervaringen is het mij duidelijk geworden dat in geval van gewapende interne conflicten (burgeroorlogen) de énige goede oplossing is om het conflict enkel in te dammen (containment) en te voorkomen dat het geweld zich als een olievlek uitbreidt. In die context zie ik ook een adequaat vluchtelingenbeleid.
Nationaal eigenbelang en de energiebehoefte
Zopas verkondigde zowel de Nederlandse premier Rutte als de Belgische premier De Croo tijdens de algemene vergadering van de VN een alarmistische boodschap: dat we dringend werk moeten maken van maatregelen om de menselijke oorzaak van de klimaatopwarming terug te dringen. Binnenkort wordt in Glasgow UK een klimaathoogmis georganiseerd waarop zonder twijfel zal aangedrongen om nog meer maatregelen te nemen om de CO2-uitstoot terug te schroeven.
Eén van de grootste problemen waarmee de alarmisten worstelen is de snelheid waarmee men de energietransitie wil doorvoeren.
Ze weten zeer goed wat weg moet (fossiele brandstoffen en kernenergie) maar kunnen géén enkele garantie geven over de beschikbare capaciteit via zon en wind en dus ook niet over de hoeveelheid energie die men als back up moet klaar houden, opdat de energiebevoorrading zal verzekerd blijven. Daarvoor doet men een beroep op nieuwe technologie die echter nog niet beschikbaar is. Vragen als “Wat indien …” worden beschouwd als ketterij.
Men vergeet ook aan de bevolking duidelijk te maken dat deze transitie slechts zal doorgevoerd worden in landen die zowat twee miljard van de mensheid vertegenwoordigen en de andere ‘vijf miljard plus’ dat hooguit symbolisch zullen doen of de transitie helemaal niet willen of kunnen realiseren.
Waarom zou China meedoen?
Bij die laatste categorie horen twee grootverbruikers van fossiele brandstoffen: China en Indië. Hoe die hierover denken vroeg ik aan een Vlaamse expat in China. Ziehier zijn commentaar:
Wat ik telkens opnieuw mis in de hele klimaatdiscussie, zijn de eerlijke verhoudingen. In China wonen meer mensen dan in Continentaal Europa en de Verenigde Staten samen. Wanneer je die verhouding doortrekt, dan mag China meer CO2 uitstoten dan de VS en EU samen. Een gemiddelde westerling (Amerikaan of Europeaan) verbruikt nog steeds 4 tot 8 keer meer energie dan een gemiddelde Chinees. Dat zijn dingen die ik niet zie aan bod komen in het klimaatdebat.
Als we de Chinezen eenzelfde mate van comfort gunnen als een westerling, dan moeten we niet klagen over de supersnelle stijging van de energieproductie in China. De Chinese economie groeit met een ongezien tempo. Na een paar jaar van 6 tot 7 % stijging van het BBP, is direct na de Covidcrisis in China, midden vorig jaar, de economie weer beginnen groeien met meer dan 10%. Dat veroorzaakt onvermijdelijk schokken. Vorige week nog is er in Guangdong een heel industriepark voor 3 weken zonder stroom gezet.
Er moeten prioriteiten gesteld worden en bijgevolg worden er harde keuzes gemaakt. De Chinezen worden steeds welvarender. Bijna elke Chinese familie, ook op het platteland, heeft nu in minstens 2, meestal in 4 kamers een airconditioning. Dat slokt erg veel energie. China beschouwt de voorziening van die airco belangrijker dan de industriële productie voor export.
Inderdaad, China bouwt nog volop kolencentrales, maar die moderne kolencentrales zijn veel minder vervuilend dan de centrales van 15 of 20 jaar geleden. Daarnaast bouwt China nucleaire centrales met een ongeziene snelheid. De verdubbeling van de productielijn voor moderne (derde generatie) nucleaire centrales, een voorstel van een jaar of 4 geleden, is evenwel afgewezen. China heeft blijkbaar zijn hoop gesteld op de TMSR (Thorium Molten Salt Reactor)- centrales, waarvan ze er een aantal verschillende types aan het uittesten zijn. Intussen moet de spectaculaire stijging van het energieverbruik in China gevoed worden met moderne kolencentrales, generatie 3 nucleaire centrales en gascentrales. (Gas dat nu via nieuwe pijpleidingen uit Siberië komt, gasvelden die Chinese bedrijven in Siberië uitbaten).
Ik heb in China (in Dàtóng, Inner Mongolia) de kolenontginning en energieproductie gezien in 2004, bijna 20 jaar geleden. Daar zag je inderdaad geen hand voor je ogen. Twee keer per dag moest je een douche nemen. Ik heb, eveneens lang geleden, in Beijing de slechte lucht “geproefd”. Maar de laatste 10 jaar is er spectaculaire vooruitgang geboekt in luchtkwaliteit in heel China. Wie vandaag nog beweert dat er iets mis is met de luchtkwaliteit in China, liegt heel bewust. Het laatste jaar dat er een Chinese grootstad in de wereldwijde top 100 van slechte luchtkwaliteit stond, was in 2019. Intussen vullen Indische steden bijna de hele top 100 lijst.
In China zijn 30% van de auto’s elektrisch. Daar zitten wij nog lang niet. Volgend jaar worden in China de incentives voor EV’s afgeschaft. Dan moeten de producenten van EV’s maar zien dat ze het redden zonder subsidies. En de gebruikers moeten dan maar zien of ze met een elektrische auto rijden of met diesel of benzine.
Ik hoop dat China in november in Glasgow, de wereld kan overtuigen van een meer eerlijke verdeling van energievoorziening. Waarbij de energieproductie gezien wordt in verhouding tot het bevolkingsaantal.
Dat brengt mij tot volgende bedenking:
Wie deze argumentatie leest zal moeten toegeven dat er een grote ongelijkheid is inzake beschikbare energie tussen de landen die de meerderheid vertegenwoordigen en het rijke Westen. Wie dus droomt dat Xi Jinping de energiebehoeften voor zijn bevolking (idem dito voor Indië en andere tegenstribbelende landen) zal ondergeschikt maken aan de alarmistische doelstellingen van een clubje rijkeluiskinderen, is wel héél naïef!
Maar zo lang China over voldoende zeldzame grondstoffen beschikken voor de massale productie en export van Chinese zonnepanelen, zal je Xi Jinping nooit horen zeggen dat we veel te overhaast te werk gaan.