dwarsliggers

Dwarsliggers ... noodzakelijk om het rechte spoor te houden
          
lees meer over onze filosofie

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Caroline GalactérosGepubliceerd op 29/07/2016 om 11u44

FIGAROVOX/ANALYSE 29/07/2016 - Geopolitologe Caroline Galactéros legt de dringende maatregelen uit die de Franse staat moet treffen zowel binnen als buiten haar grenzen.
Vertaling: Denise De Hauwere

De omvang van de volkstoeloop van zowel gelovigen als niet-gelovigen bij de mis, woensdagavond in de Notre-Dame in Parijs na de moord op een priester in Saint-Etienne-du-Rouvray, heeft aangetoond dat wij ons van debat vergissen. Het gaat er evenmin om “verenigd te zijn” als om “de Rechtsstaat te beschermen”. Het Franse volk is verenigd en leeft in een Rechtsstaat. Maar het is, doodgewoon, bang, en dit alsmaar meer. Met ieder bloedbad ontdekt het dat die (dus perfecte Rechts-)Staat totaal van haar stuk wordt gebracht door de blinde terreur, verstijft voor de realiteit en probeert deze te ontkennen op het conto van de “dodelijke waanzin” of “snelle radicalisering” van de moordenaars, om dan heel snel te moeten toegeven dat zij gekend waren, dat zij “in het oog werden gehouden”, dat zij al dan niet als S “geseind” waren maar niet waren aangehouden ofwel terug waren vrij gelaten met of zonder elektronische enkelband….

De Fransen staan versteld van dit machteloos en willoos gezag, vol mooie woorden en poses, maar zonder politieke moed.   Een gezag dat de slechte wind van de wereldgeschiedenis – een wereld die in staat van oorlog verkeert, wat zelfs onze Paus erkent – geen jota doet afwijken van zijn ideologische zekerheden die nochtans onder onze ogen tragisch vermalen worden tot gruis, op de lichamen van onze kinderen, van onze politieagenten, van onze priesters…. Een gezag dat zich pathetisch vastklemt aan de dode takken van zijn schadelijke utopieën en hardnekkig zijn “reacties” ondermaats houdt, want gekalibreerd op bekrompen electorale berekeningen, op bekrompen eigenbelangen verzorgd door bekrompen mensen die onvermijdelijk … bekrompen maatregelen treffen. Een gezag tenslotte, dat, in naam van het “behoud van onze vrijheden” en van de dus onaantastbare “Rechtsstaat”, steeds weigert om zich enkele rechtsvrijheden te veroorloven om zijn mandaatgevers te beschermen tegen een barbaarsheid die hen zonder ophouden treft.

Veerkracht is noch berusting noch fatalisme. Onze medeburgers oproepen tot weerstand, tot moed en tot geduld, kan maar gehoor krijgen indien de Staat tegenover hen met alle mogelijke middelen haar beschermingsplicht vervult, indien zij een daadkrachtige en proactieve indruk wekt, indien zij niet aarzelt om desnoods bij hoogdringendheid tot zelfs onze Grondwet te wijzigen, en om, minstens, maatregelen van gezond verstand te treffen en onze bestaande wetten te doen naleven. “Deradicalisatie” is bedrog, maar “goede verstandhouding met de vijand” een realiteit. Vooral, er bestaat een nagenoeg systematische band tussen al onze jihadisten-van-eigen-bodem – misschien wel psychologisch fragiel maar zelden eenzaam en bezig zich voor te bereiden om tot actie over te gaan – en het beruchte “S archief”. Zonder te spreken over de manifeste poreusheid tussen gemiddelde criminaliteit en terrorisme, wat de omvang van een infiltratie belicht die doet huiveren. Waarop wacht men om te vermijden dat minstens allen die al gekend zijn als geradicaliseerd of bezig zijn te radicaliseren, schade aanrichten? Waarop wacht men om het raadplegen strafbaar te maken van jihadistische websites waarvan de psychologische impact en de beschuldiging van kwaadaardige “voorbeeldfunctie” gekend zijn? Hoe is het mogelijk om geseind te staan in het “archief S” – S voor “bedreiging voor de veiligheid van de Staat” - en vrij te zijn om een terroristische daad te plegen? Hoe kan men, na een jaar, een individu met de fameuze elektronische enkelband zijn vrijheid teruggeven, terwijl hij nog moet berecht worden voor “daden van terrorisme”, en terwijl zelfs het anti-terreur Parket in beroep is gegaan tegen deze beslissing omwille van het manifeste risico op gevaar? Welke “bescherming van de individuele vrijheden” van dergelijke personen kan men hier met enige ernst inroepen? De vrijheid om anderen van het leven te beroven? De vrijheid om medeburgers te doden? De vrijheid om onze Staat te destabiliseren? Het vermoeden van onschuld? En de vrijheid van schuld, en de bundel van sterke aanwijzingen die doen vermoeden dat…?

Politieke abstracties drukken vaak eerbare verzuchtingen uit. Het probleem is dat ze even vaak in het belachelijke getrokken of verdraaid worden, en veranderen in iconen met een slachtofferrol. Maar vandaag zijn het de lichamen van onze kinderen die de engelachtige gewetens zouden moeten verblinden van hen die ons zo weinig en zo slecht besturen. Een beetje minder “geschokt” zijn en een beetje meer efficiënt zou welgekomen zijn en zelfs electoraal winstgevend, vermits alles nu blijkbaar vanuit deze hoek wordt bekeken.

Onze grondwet is geen mummie. Ze leeft, ze kan en moet herzien worden onder druk van de in het oog springende noodzaak. De te treffen maatregelen zijn overduidelijk en ondertussen openlijk verwoord, door zowel links als rechts trouwens.

Met wie drijft men hier nu eigenlijk de spot? Wij zullen geen dictatuur worden omdat we Fransen of buitenlanders opsluiten die in den vreemde waren gaan trainen om ons bij terugkeer te komen vermoorden, of omdat we alle als IS geseinden opsluiten of andere criminelen gekend voor hun banden met het islamistische milieu, vooraleer zij ons eventueel de keel oversnijden. Wij tellen bijna 300 doden in 18 maanden. Moeten wij nog jaren achteruit boeren vooraleer een honderdtal gekende radicale imams het land worden uitgezet? Men is bang dat dit onze buitenwijken zal doen ontvlammen die al aan den lijve bewerkt worden door misdadig en in jihad omgeslagen gedrag, en die slechts een kleine vonk nodig hebben om zich te ontketenen? Zeker… Maar wie kan geloven dat niets doen de dingen zal oplossen, dat alles kalm zal worden door toedoen van de Heilige Geest die op miraculeuze wijze inspreekt op een – nog – kleine minderheid van de jeugd die haat tegenover Frankrijk verkondigt en een massaal vreedzame maar te passieve moslimgemeenschap gijzelt. Dat is het echte onderwerp.

Wat betreft het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, dat zou ook zijn ogen moeten openen en zich moeten open stellen voor de realiteit. De golf van aanslagen die Frankrijk verscheurt, treft Europa en eigenlijk de hele wereld. Maar in Frankrijk bereikt de ontkenning van de werkelijkheid in alle actiedomeinen van de Staat (rechtspraak, veiligheid, landsverdediging, buitenlands beleid, economie, opvoeding, enz…) hoogtepunten en doodt ons. En minder en minder langzaam. Wij hebben willens en wetens het nationaal samenhorigheidsgevoelen laten uithollen door het communautaire, wij hebben de institutionalisering toegelaten van de om zich heen grijpende islamisering van de moslimbevolking van Frankrijk. Men denkt dat men het kwaad kan bezweren door schandelijk de zaken op hun beloop te laten, in de hoop om een mandaat en misschien zelfs een tweede te zien “voorbijglijden tussen de druppels” van de open breuk in de maatschappij, door de mantra “geenamalgaam” op te dreunen.

Dat alles betekent daarom nog niet dat men zich nu moet storten op de overheersende interpretatie dat we te maken hebben met een “godsdienstoorlog” op planetaire schaal. God is Wezen, Grondbeginsel, Levensadem, Liefde. Hij kan niet oproepen tot de dood. Vanuit Krakau erkent zijn eerste plaatsvervanger Franciscus het Kwaad en noemt het bij naam, maar zendt een niet mis te verstane boodschap uit van vrede en liefde. De Paus heeft er ook duidelijk aan herinnerd dat het in naam van God vergoten bloed en de angst die in onze landen opsteekt, ons blind maken voor de diepe drijfveren van de aan de gang zijnde strijd. Godsdienst kan het voorwendsel zijn, het instrument, de vector, de katalysator van de oorlog. Maar is er niet het grondbeginsel van. In het Midden-Oosten, in Afrika of in Europa vecht men bovenal voor macht, voor de natuurlijke rijkdommen, voor geld, voor grondgebied. Niet voor God. De religieuze wetten die de soennitische islamisten willen opleggen in Irak, in Syrië, in de Sahel en ook in Parijs of in heel Europa, zijn niets anders dan het angstaanjagende masker van een oneindig meer prozaïsche en omkoopbare verzuchting om economische en politieke macht te verwerven.

De religieuze wetten die de islamisten willen opleggen in Irak, in Syrië, in de Sahel en ook in Parijs of in heel Europa, zijn niets anders dan het masker van een prozaïsche en omkoopbare verzuchting om politieke en economische macht te verwerven. Niet voor God dus… Maar in zijn naam. Het zijn geen godsdienstoorlogen, maar men wil hen een confessionele lezing opleggen. Want deze confessionalisering van de confrontaties is een krachtige motor voor volksmobilisatie tot de jihad en voor politieke controle van de massa’s moslims die zelf ook geterroriseerd zijn. Dat werkt heel goed in de Levant, tussen Soennieten en Sjiieten, maar ook meer en meer in Europa, tussen Moslims en Christenen. De individuen die vandaag bloedbaden aanrichten op het nationaal grondgebied, en hun geloofsgenoten die de Christenen van de Oriënt afslachten of de gematigde soennitische en sjiitische volkeren van de Levant die zich niet willen onderwerpen aan hun middeleeuwse wetten, doen dit wel “in naam van de Islam”. En dat feit alleen roept bij ons vanaf nu, zonder verwijl, om een massale reactie vanwege de immense meerderheid van de Franse moslims en hun “vertegenwoordigers”. Hun passiviteit beschuldigt hen “bij verstek” en bedreigt hen. Men moet eindelijk in de straten van heel het land een “stille mars” zien van verschillende miljoenen mensen die op spectaculaire wijze aan de andere Fransen tonen dat ze zich volledig desolidariseren van de in hun naam gepleegde misdaden om zich te wreken op ik weet niet welke vernedering of sociale frustratie.

Want anders, ja, dan zullen wij moeten meemaken waar men beweert bang voor te zijn terwijl het de voorkeur krijgt: een gewelddadige stijging van de communautaire spanningen, een “burgeroorlog” in onze buitenwijken, in onze straten. En niet noodzakelijk op initiatief van de moslimgemeenschap. Want “de kleine blanken”, de gewone burgers die in de nabijheid van de criminaliteit of van de communautaire en confessionele verkramping leven, voelen zich, terecht, veel meer bedreigd dan de meer beschermde franjes van de bevolking of uiteraard dan onze leiders die gewichtloos in de paleizen van de Republiek wonen. En indien zij aan den lijve en in het dagelijkse leven te sterk het gebrek ondervinden aan bescherming door de Staat, zullen zij het uiteindelijk legitiem vinden om deze dan maar in eigen hand te nemen. En dat, precies, is burgeroorlog.

Men moet goed begrijpen dat meer dan alleen Frankrijk, feitelijk gans het rijke en door goede gevoelens zwakke Europa een doelwit is. En heel speciaal onze machtige Duitse buur, hij ook vredelievend en welmenend, die sedert enkele weken onder vuur komt te liggen van een golf aanslagen zonder voorgaande. Het is nu niet meer het ogenblik om de grootmoedige «Mutti Merkel» te vieren, die helemaal alleen de papieren deuren van onze in crisis verkerende Unie openzette voor de ongelukkige migranten die massaal armoede en oorlog ontvluchtten. Men kan er op verwedden dat Angela Merkel, ondanks haar laatste bezonnen verklaringen, elke seconde diep van binnen haar goedhartigheid vervloekt die, nu al een jaar geleden, het signaal gaf tot de migratie-overrompeling, maar vooral tot een diepgaande Europese onbezonnenheid en politieke zwakheid. De Engelsen (vooral het volk), die nochtans genoten van een op maat gemaakte weergaloze “deal” voor hun lidmaatschap van de EU, hebben zich hierop niet verkeken en hebben zonder enige scrupules dit in identiteitscrisis zwalpend vaartuig verlaten dat zij nu onbestuurbaar achten. De Brexit heeft ook de doodsklok geluid over onze utopieën van gemeenschappen zonder grenzen. De verzwakte Naties worden van binnenin aangevallen en enkele nieuwe leden, zoals Polen of Hongarije, verbergen hun vrees niet voor een besmetting door deze irenische gisting van de Brusselse elites, die hen proberen te betuttelen en te desintegreren “voor hun welzijn”.

En dan is daar de complexiteit van de ver weg gevoerde oorlog tegen de Islamitische Staat. In Syrië is het zonder twijfel de bedoeling om de huidige “ontsmetting” van Al Nusra – waarschijnlijk op Amerikaans initiatief – van diens meest radicale elementen (nu gehergroepeerd in Jabhat Fath al Sham…) te gebruiken als tegengewicht voor de Russen en Iraniërs die het Syrische regime steunen …. te efficiënt naar onze zin, om te verhinderen dat zij op hun eentje Aleppo bevrijden ten voordele van Assad, ook om de Syrische Koerden te ontlasten die gesteund worden door Washington maar nooit veilig zijn voor een “ommekeer” door Moskou. Wat heeft men aan deze franchise van Al Qaida, rivaliserende nicht van Daesh, beloofd in ruil voor deze welgekomen “re-branding”? Een zitje aan de onderhandelingstafel voor de finale koehandel, na een actieve deelname, indirect voor rekening van de Coalitie, aan de heroveringen van Mossoel (binnenkort) en Raqqa (daarna) waarvan Washington met alle macht het krediet wil opstrijken samen met Moskou en Teheran? Het hoofd van de Syrische president, waarover de Amerikanen en de Russen zeker hard aan het onderhandelen zijn op het hoogste niveau? De twee?...

Is men er zich in Washington of in Parijs van bewust dat een overwinning, zonder erg sterk sjiitisch en Russisch tegengewicht, van deze zogezegde “gematigde rebellen” die intieme banden hebben met Al Qaida, “oermoeder” van Daesh, die zich sedert vijf jaar eindeloos vertakken teneinde maatschappelijk aanvaardbare gezichten aan de Coalitie en aan de westerse onderhandelaars aan te reiken, een onmiddellijk en massaal communautair bloedbad zou betekenen of minstens een plundering en een onderdrukking van het Syrische volk? Men kan vrezen van niet. Ziet men dan niet de meesterlijke tegenstrijdigheid tussen dit grillig “beleid” en onze tegelijk kranige en engelachtige pretentie om “de bevolkingen te beschermen” en “de democratie te bevorderen”? En ziet men dan niet dat wij door onze – zelfs gematigde – steun aan het soennitische radicalisme, ongewild een blanco volmacht geven om ons eigen grondgebied tot ultiem doelwit te maken? Men roept de progressieve en nog recente versterking in van het Franse militaire dispositief in Irak om dit salvo van aanslagen te verklaren. Is het niet eerder het stichtend schouwspel van onze onbezonnenheid en onze verblinding voor het islamistisch gangreen “van eigen bodem” die ons aan het ergste blootstellen? De buitenlandse en binnenlandse vijand heeft goed begrepen … dat wij er niet veel van hebben begrepen.

Wat te doen dan? Men moet herbewapenen, intellectueel, moreel, concreet, juridisch en uiteraard militair. En men moet ook inzien dat onze Midden-Oosten-avonturen een hoge prijs kennen, té hoog voortaan. Libië ligt in stukken, de Sahel is zo fragiel, de Maghreb is bedreigd. En er zou veel kunnen gezegd worden over Egypte of over Turkije… Dat betekent natuurlijk niet dat we morgen kunnen afzien van machtsprojecties op de verafgelegen slagvelden van politieke destabilisatie, of kunnen afzien van operaties om de veiligheidsapparaten van bepaalde bevriende staten te stabiliseren, wanneer wij daar belangen hebben of wanneer deze bedreigd worden. Maar dat zal niet voldoende zijn. In de onmiddellijke toekomst is het noodzakelijk om de op onze landgenoten uitgeoefende giftige aantrekkingskracht van het Iraki-Syrisch kalifaat-project te verzwakken, en eindelijk te beslissen om gedaan te maken met de Islamitische Staat. En dat kan enkel maar mits een duidelijke, uitgesproken en uitsluitend pragmatische samenwerking met Moskou. Het lijkt erop dat de Verenigde Staten het belang beginnen overwegen om korte metten te maken met die, om het zacht uit te drukken, veel te lang gedulde diabolische wortelstok. Laat ons hopen dat deze flits van luciditeit evolueert naar een zonsopgang.

Een staat waar het recht zegeviert, ja. Een staat waar zwakheid zegeviert, neen. Door onze bevolkingen bloot te stellen aan het geweld, verzwakt men de democratie. Men delegitimeert haar geleidelijk. In de huidige situatie droomt men voor Frankrijk van een “oorlogszuchtig“ Staatshoofd dat koelbloedigheid combineert met energie, moed, luciditeit, ambitie en een samenhangend grootschalig beleid, zowel wat betreft het binnenland als het buitenland. Want één ding zal absoluut zeker de visie moeten bepalen van de volgende President van de Republiek : ons buitenlands beleid en onze militaire politiek (in haar verschillende aspecten) zijn innig met elkaar verbonden en hebben voortaan een kardinale impact op het binnenland.

Dit duo moet bijgevolg zelf de weerslag zijn van een politiek project op het vlak van veiligheid, strafrecht, economie en sociaal beleid, gebaseerd op pragmatisme en luciditeit. Er moet dus eindelijk een echte globale strategie uitgestippeld worden, met coherente en complementaire operationele regels. Alleen zulk een globale, proactieve en ambitieuze benadering zal aantonen dat Frankrijk eindelijk tot haar zinnen is gekomen en opnieuw haar plaats inneemt in het hart van de wereld, en niet meer wegvlucht in de marges en tussenruimten die haar partners-concurrenten haar welwillend toebedelen… Zonder maar te spreken van haar open vijanden die zich verkneukelen in onze morbide smaak om onze ogen te sluiten voor de wereld zoals hij is, zeer brutaal, zeer gewelddadig. Zeer mooi ook en vol hoop.

 Iedereen weet dat “een nul risico” niet bestaat. Maar er is geen alternatief voor de bevestiging – in daden en niet alleen in krijgshaftige bezweringen – van een vastberadenheid om de destructie te verhinderen van onze nationale cohesie. Behalve instemming met een collectieve zelfmoord. En de Fransen stemmen hiermee niet in.

Wij zijn geen slachtoffers, lammetjes geofferd namens de goedhartigheid van hen die beweren ons te vertegenwoordigen. “De verantwoordelijkheid om te beschermen”, waarmee zo hoogdravend gezwaaid werd om de ontplooiing ver weg te legitimeren van dikwijls nuttige maar soms ook dramatisch contraproductieve strijdkrachten, is van kracht op het nationale grondgebied. Het beginsel van de voorzichtigheid ook. Het zou niet beter kunnen worden toegepast dan in deze zo pijnlijke omstandigheden die het vel zelf van onze natie aantasten.

Zeggen dat we in oorlog zijn, zeker. Maar vooral hem voeren. Dát is wat we verwachten van een gezag die naam waardig.

Caroline Galactéros

Doctor in de politieke wetenschappen en kolonel bij de operationele reserve van het Franse leger, leidt Caroline Galactéros het bureau voor strategische intelligentie «Planeting». Auteur van de blog Bouger Les Lignes, publiceerde zij Manières du monde. Manières de guerre (Nuvis, 2013) en Guerre, Technologie et société (Nuvis, 2014).

Bewaren